week 1 Flashcards
1
Q
sex
A
seksuele anatomie en seksueel gedrag
2
Q
gender
A
man, vrouw of non-binair zijn, wat je je voelt
3
Q
seksueel gedrag/sexual behavior
A
produceert arousal en verhoogt kans op orgasme
4
Q
Signmund Freud
A
- arts
- ontdekker psychoanalyse
- seksualiteit is de primaire drijfveer in de motivatie van alle mensenlijke gedragingen
5
Q
Henry Havelock Ellis
A
- arts
- studies is the psychology of sex (boek)
- voorloper seksonderzoek
6
Q
ideeen Ellis
A
- vrouwen zijn net zoals mannen seksuele wezens
- masturbatie is normaal
- fysieke en psychologische factoren spelen een rol in seksuele problemen
- seksuele deviaties van de norm zijn vaak onschuldig
7
Q
Richard von Krafft-Ebing
A
- psychiater
- psychopathia sexualis: eine klinisch-forensische studie
- beschreef seksuele stoornissen gebaseerd op de ervaringen van de patienten
- sadisme, masochisme, pedofilie, homoseksualiteit en heteroseksualiteit
8
Q
Magnus Hrischfeld
A
- eerste seksuele institutie
- introduceerde de term travestiet
9
Q
Alfred Kinsey
A
- meten seksuele orientatie op een 7 punt schaal
10
Q
Masters & Johnson
A
- seksuele observatie onderzoek
- bestudeerde de fysiologie van seksuele respons en seksuele stoornissen
11
Q
Cultivation
A
- de opvatting die mensen laat denken dat wat ze in de media zien ook alleen maar echt gebeurd
12
Q
agenda setting/framing theory
A
- het idee dat de media definieert wat belangrijk is en wat niet gebaseerd op welke verhalen ze laten zien
13
Q
sociale cognitieve theorie
A
- het idee dat de media rol modellen creeert die we imiteren
14
Q
selectivity
A
- het idee dat mensen een specifiek soort media selecteren en daarop focussen
15
Q
reinforcing spiral theory
A
- iemand sociale identiteit voorspeld iemands media gebruik en visa versa
16
Q
differential susceptibility model
A
- niet iedereen reageert hetzelfde op media content
17
Q
Etnocentrisme
A
- je eigen cultuur als superieur beschouwen
- je eigen overtuigingen zijn de standaard in het oordelen over andere
18
Q
incest taboos
A
- seksuele interactie tussen bloed gerelateerde mensen zijn universeel afgekeurd
19
Q
samenlevingen reageren anders op
A
- seksuele technieken
- masturbatie
- seks voor het huwelijk
- seks na het huwelijk
- seks met zelfde gender
- aantrekkelijkheid
20
Q
verschillen in technieken van seks onderzoek
A
- hoe seksualiteit gemeten wordt
- hoe groot de groep is
- in het lab of in het “field”
- gedrag van nature of gemanipuleerd
21
Q
verschillende niet-experimentele studies
A
- surveys (zelf-rapportage)
- meten van gedrag (observatie, oog tracken)
- case reports
- implicite metingen
- biologische metingen
22
Q
self-reports
A
- op papier
- interview
- online