Week 1 Flashcards

1
Q

Descriptief

A

Alle uitspraken die een beschrijving geven van hoe de dingen zijn. Met dit soort uitspraken wordt geen waarde gehecht aan waarderingen. Descriptieve uitspraken betreffen alleen maar de constatering.

In het strafrecht bevatten de bewezenverklaringen descriptieve uitspraken. Het gaat hier steeds om constateringen van wat feitelijk is vastgesteld. Hierover wordt verder niet gesteld dat dit goed of slecht zou zijn geweest. Een descriptieve uitspraak bevat geen waardeoordeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Normatief

Een meer specifiek type normatieve uitspraken zijn prescriptieve uitspraken: …

A

Alle uitspraken over hoe dingen zouden moeten zijn, ofwel over uitspraken waarin een waardeoordeel wordt toegekend aan iets anders.Ze bevatten een evaluatie of interpretatie van feiten.

Bepaalde normen worden voorgeschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Empirische vragen

Onderscheid tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek:
- Kwalitatief: …
- Kwantitatief: …

A

Zijn bedoeld om feitelijkheden vast te stellen vanuit een zintuiglijke waarneming.
- ‘Het stoplicht staat op rood’; ‘Ik heb voor mijn toets een 6,8’, zijn mogelijke antwoorden op dit type vragen.

Is kleinschaliger dan een kwantitatief onderzoek. Wordt beoogd bepaalde beweegredenen of ervaringen te achterhalen.

Probeert zo veel mogelijk aan de hand van cijfers waarnemingsgegevens te achterhalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Conceptuele vragen (tussenvariant)

Er zijn binnen het onderwerp conceptuele vragen twee instrumenten om ze te beantwoorden: … (2)

Men kan analyse en stipulatie zien als …

A

Zijn bedoeld om een bepaald begrip te definiëren.

  1. Analyse: wordt gebruikt om de inhoud van een begrip te achterhalen.
  2. Stipulatie: wordt gebruikt om de ontwikkeling van een begrip te achterhalen.

Twee uitersten van een continuüm. Het beantwoorden van conceptueel werk ligt vaak in het midden, dit betekent dat gebruik gemaakt kan worden van beide methoden (of iets daartussen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Interpretatieve vragen (tussenvariant)

Twee uitwerkingen van rechtsinterpretatie:
1. Rechtsvinding: …
2. Rechtsdogmatiek: …

Verschil tussen interpretatieve vragen en conceptuele vragen:
- Bij de interpretatieve vraag gaat het om …
- Bij conceptuele vragen gaat het om …

Een specifiek type vragen binnen deze categorie zijn de rechtsinterpretatieve vragen: …

A

Zijn gericht op het achterhalen van de betekenis van een begrip in een bepaalde context.

  1. Gaat om wat het recht voor een bepaald concreet geval vereist.
  2. Het recht wordt geïnterpreteerd in leerstukken.

De betekenis van begrippen in een bepaalde context.
De betekenis van begrippen in een meer algemene zin.

Beperkt zich wat betreft context tot het recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Normatieve vragen

Vallen samen met de bovenstaande uitwerking van de normatieve benadering.

Om tot normatieve uitspraken te komen kan men verschillende methoden hanteren. Ook over de waarde die aan normatieve uitspraken wordt toegekend, kan verschillend worden gedacht. Het … en … behandelen dit vraagstuk aspecten. Deze theorieën kunnen ook worden gebruikt om normatieve uitspraken kracht bij te zetten.

A

Gaan om een vraag naar een waardeoordeel of naar een vraag over hoe dingen zouden moeten zijn.

Utilisme en het kantianisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Artikel van Mak

A

Hierin wordt onderzocht hoe juridisch onderwijs studenten en ambtenaren inzicht kunnen bieden in bedreigingen voor de Nederlandse rechtsstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Conceptuele analyse van Brian Tamanaha:

Het rechtsstaatprincipe volgens Tamanaha wil in westerse systemen zeggen: (2)

A
  • Een formele legaliteit als een rem op machtsuitoefening;
  • Die doorgaans is gekoppeld aan democratie, rechtvaardigheid en gelijkheid in de samenleving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Er wordt overigens wel direct gesteld dat een volledige realisatie van de ‘formele legaliteit, democratie, rechtvaardigheid en gelijkheid’ een … is.

A

Utopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een andere benadering is van Ronald Janse, die beweert dat …

Met andere woorden, …

A

De rule of law is veranderd in een rule of men en dus afhankelijk is van cultuur.

In een staat kan de hoogste macht niet rechtmatig worden beperkt door juridische middelen; in plaats daarvan moet deze macht zich vrijwillig binden aan het rechtsstaatprincipe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Janse stelt dat deze zelfbinding effectief kan zijn als twee voorwaarden worden vervuld: (2)

A
  1. De verankering van de fundamenten van de rechtsstaat in een grondwet.
  2. De oprichting van een systeem van institutionele checks and balances.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Daarnaast zijn ook andere zaken van belang, zoals …, het besef van … , … en de tegemoetkoming van de overheid aan de verwachtingen in de samenleving.

A

Gelijke kansen
Participatie van burgers
Sociale gelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De titel van dit artikel benadrukt het onderwerp van weerbaarheid. In de context van dit artikel ziet weerbaarheid op: (2)

A
  1. Het in stand houden van de rechtsstaat als een basis voor vrede en veiligheid, vrijheid en welzijn van burgers: voorkomen van- en weerstand bieden tegen oorlogen en staatsgrepen.
  2. Het bieden van tegenwicht aan pogingen om de bescherming van rechtsstatelijke uitgangspunten af te breken: verdediging van fundamentele rechten en van rechtsstatelijke instituties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Je begrijpt nu ook waarom ambtenaren zo’n belangrijke rol spelen in de ontwikkeling en bescherming van de rechtsstaat: …

A

Zij brengen het overheidshandelen in de praktijk en moeten weerbaar zijn wanneer rechtsstatelijke principes in gevaar komen. Deze weerbaarheid vindt haar basis in gedegen juridisch onderwijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drie hoofddoelen van het onderwijs, die kunnen worden gekoppeld aan rechtsstatelijke weerbaarheid: (3)

A
  1. Kwalificatie
  2. Socialisatie
  3. Persoonsvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kwalificatie

A

De weerbare T-shaped jurist: een jurist die diepgaande juridische kennis en vaardigheden combineert met een breder inzicht in andere wetenschappelijke disciplines en een sterke professionele houding weet aan te nemen in maatschappelijke context.

17
Q

Socialisatie

A

De rechtsstatelijke kwaliteit van de professionele omgeving.

Eerstejaarsstudenten zijn aan het begin onwennig omdat alles nieuw is, maar leren heel snel hoe ze onderdeel worden van de praktijken en tradities die de juridische professie in ons land kenmerken, door casus op te lossen en juridische argumentatie te ontwikkelen. We noemen deze ontwikkeling socialisatie.

Het bevorderen van rechtsstatelijke weerbaarheid bij (toekomstige) juristen kan plaatsvinden in het juridisch onderwijs door specifiek aandacht te besteden aan hun integratieproces binnen de professionele omgeving (door stages bijvoorbeeld). Voor studenten en ambtenaren houdt dit in dat zij kritisch moeten nadenken over de mate van rechtsstatelijkheid in de praktijken en tradities van overheidsinstellingen, en hoe zij als individuele professionals kunnen bijdragen aan het bevorderen of beschermen van rechtsstatelijk handelen binnen de overheid, zoals door het opkomen tegen onderdrukking of andere anti-rechtsstatelijke situaties.

18
Q

Persoonsvorming (of subjectificatie)

A

Professionele ethiek als pièce de résistance.

Verwijst naar het proces waarbij een professionele identiteit wordt ontwikkeld.

Dit houdt in dat men zichzelf de vraag stelt: “Wie ben ik en wat is mijn rol in de wereld, zowel als jurist als mens?” Hierbij komt de nadruk te liggen op de autonomie en verantwoordelijkheid van de individuele professional binnen zijn of haar beroepspraktijk.

Rechtsstatelijk weerbare juristen hebben niet alleen begrip van de waarden en normen binnen hun professionele omgeving en de samenleving, maar hebben ook inzicht in hun persoonlijke ethiek. Dit inzicht stelt hen in staat om zelfstandig te beslissen hoe te handelen in complexe situaties, met name wanneer zij voor professionele-ethische dilemma’s komen te staan.

In het juridisch onderwijs kan persoonsvorming plaatsvinden door het voeren van debatten met studenten over waarden en normen binnen een rechtsstatelijke context. Dit gebeurt met het besef dat er verschillende interpretaties van het rechtsstaatprincipe zijn, vooral met betrekking tot controversiële onderwerpen en hoe hiermee om te gaan in een open samenleving. Door deze debatten krijgen studenten inzicht in hun eigen waarden en normen en leren ze hoe ze deze kunnen integreren in hun toekomstige werk als juridisch professional, rekening houdend met rechtsstatelijke principes zoals het reguleren van machtsuitoefening en democratische en inclusieve besluitvorming.

19
Q

Conclusie:

Gelet op de fundamenten van het rechtsstaatprincipe en de doelen van het onderwijs, kan geconcludeerd worden dat sterk juridisch onderwijs bijdraagt aan …

A

Het realiseren van rechtsstatelijke weerbaarheid door juristen de arbeidsmarkt op te gooien die, plat gezegd, van alle markten thuis zijn (T-shaped jurist), begrijpen hoe de juridische wereld werkt (socialisatie) en hun rug recht weten te houden in complexe situaties (persoonsvorming).

20
Q

Artikel van Mak voorgeschreven over de T-shaped jurist

A

Gaat over hoe er gekeken wordt naar de toekomst van het vak van jurist. Wat moeten we verwachten van de juristen van de toekomst? Elaine Mak schrijft in dit stuk over Antonius (Ton) Hol. Ze stelt dat Ton Hol een voorbeeld is van een T-shaped jurist, en dat men daarom ook zou kunnen spreken van een Ton-shaped jurist.

21
Q

De T-shape bestaat uit twee vormen: een steeltje (staander) en een streepje (ligger).

Deze twee vormen symboliseren allebei iets wat wordt verwacht van toekomstige juristen: (2)

A
  1. Het is nodig om kennis te hebben van een bepaalde discipline. Dit komt overeen met de staander.
  2. Het is nodig om een bredere kennis te hebben van de wetenschap en van de samenleving. Dit komt overeen met de ligger van de T-shape. Voor een T-shape is dus meer nodig dan enkel vakkennis, een T-shaped jurist moet breed onderlegd zijn.
22
Q

Mak beschrijft twee tekortkomingen van de rechterlijke macht op dit moment in het realiseren van Maatschappelijk Effectieve Rechtspraak (MER): …

Om deze problematiek aan te pakken zijn in Nederland initiatieven gelanceerd. Het gaat dan om … Met deze nieuwe vormen wordt geprobeerd om …

Deze beweging wordt ook verbonden met het zijn van een T-shaped jurist. Overeenkomsten: (2)

A
  1. Rechtspraak is niet ingericht om een onderliggend conflict op te lossen, maar enkel om het juridische geschil op te lossen.
  2. De rechtspraak slaagt er niet in om problemen die vaker voorkomen aan te pakken.

Een vorm van rechtspraak die lokaler en laagdrempeliger is.

De rechtspraak weer ‘bij de tijd te brengen’.

  1. Dat maatschappelijke problemen vanuit een complete (holistische) visie aangepakt moeten worden.
  2. Dat juridisch dogmatische kennis gecombineerd moet worden met psychologische, economische en andere aspecten.
23
Q

Het opdelen van een professionele oordeelsvorming in kennis, vaardigheden en een professioneel-ethische attitude is te herleiden tot Aristoteles. De jurist heeft zich in drie fasen ontwikkeld: (3)

A

Fase 1: In 1950 lag de nadruk op kennis van het recht, beheersing van juridische vaardigheden en oriëntatie op publieke waarden;

Fase 2: Dit verschoof naar specialisatie in combinatie met kennis van het belang van inzicht in andere disciplines, zoals economie en sociale wetenschappen.

Fase 3: De laatste fase is de T-shaped jurist: een jurist met juridische en interdisciplinaire vaardigheden met oog voor mens en samenleving.

24
Q

Als men dit verbindt aan Maatschappelijk Effectieve Rechtspraak, dan ziet men dat … We gaan naar gezag dat vanaf onderop wordt toegekend aan capabele en responsieve gezagsdragers. De notie van de T-shaped jurist past goed bij deze ontwikkeling.

A

De afstand tussen rechterlijke macht en rechtszoekenden wordt vervangen door het vroeg meedenken aan praktische oplossingen.

25
Q

Mak en Hol hebben samen een stuk van Posner geanalyseerd. Dit stuk pleit voor …

De kwaliteit van de rechtspraak hangt dan af van … en anderzijds …

Mak en Hol werkten dit verder uit en stelden dat de rechter … en … nuttig zou kunnen inzetten. Dit past bij de T-shaped professionaliteit.

A

Een pragmatische benadering van de rechterlijke oordeelsvorming.

Enerzijds de juridische argumentatie
De werking van het recht in de samenleving

Emotie en intuïtie