week 1 Flashcards
neonatale periode
geboorte - 28 dagen na geboorte
meest voorkomende doodsoorzaak eerste 12 uur bij prematuren
prematuriteit zelf (onderontwikkeling = immaturiteit)
overlijden na 60-90 dagen doodsoorzaak
longproblemen/ infecties
wanneer prematuur & percentage in NL
37 weken, 7.1%
Wat is surfactant
bestaat uit lipiden & proteïnen, geproduceerd door type 2 pneumocyten, verlaging oppervlaktespanning alveoli (pas geproduceerd vanaf week 34 zwangerschap)
risico’s blootstelling te hoge niveaus zuurstof na geboorte
vorming zuurstofradicalen, dit kan leiden tot schade aan o.a. hersenen en ogen
mogelijke gevolgen prematuriteitq
Infecties, sepsis, ROP, BPD
Premature retinopathie oorzaak
angiogenese in retina stopt plotseling loslating retina & mogelijke blindheid tot gevolg (oogontwikkeling pas in week 34-36)
Bronchopulmonale dysplasie
architectuur longen verstoord, door plotselinge stop longontwikkeling ten gevolge van hyperoxie.
Respiratory distress syndrome
longen klappen dicht bij uitademing door een tekort aan surfactant in de alveoli
impact BPD op kind
in rust weinig problemen, bij inspanning wel. Verder impact op cognitie & taalontwikkeling en kan leiden tot executieve disfunctie (o.a. geheugen)
risicofactoren BPD
prematuriteit, roken tijdens zwangerschap, hypertensie moeder, laag geboortegewicht, geslacht (jongens groter risico)
behandeling dreigende vroeggeboorte
antenatale steroïden (dexa of betamethason), stimuleert longrijping en productie van surfactant
oorzaken BPD
mechanische beademing, zuurstofradicalen, infecties en ontstekingen (& dus prematuriteit, maar gaat meestal gepaard met 1 van deze problemen)
oorzaken prematuriteit
infectie of stress bij moeder, afname werking progesteron, vasculaire ziekten, aandoening cervix, overrekking baarmoeder, vermindering maternale tolerantie, veroudering van de decidua
neurologische gevolgen extreme prematuriteit
neurodevelopment disorder, met name in de jongere jaren. –> verschillen hierin door hersenplasticiteit
Drie factoren die een rol spelen bij de mortaliteit en morbiditeit van prematuren
geboortegewicht, geslacht (jongens slechtere uitkomst) & antenatale corticosteroïden (verbetert mortaliteit en morbiditeit)
manieren van overdragen infecties tijdens zwangerschap
hematogeen (transplacentair), opstijgende infecties vanuit vagina
TORCHES
Toxoplasmose: aarde, kattenbak, rauw vlees
Others: o.a. hiv & parvoB19
Rubella
Cytomegalovirus
HErpes simplex virus
Syfilis
diagnostiek Torches
Moeder: serologie IgM
Kind: serologie middels navelstrenpunctie, structurele echo foetus
PCR-techniek: vruchtwater
kenmerken torches
dysmaturiteit, microcefalie, hepatosplenomegalie, bloeduitstortingen, icterus
CMV
incidentie ca 0.2-1%, 30% van vrouwen ooit besmet geweest met CMV. gerelateerd aan hygiëne-omstandigheden. 90% asymptomatisch.
Kenmerken congenitale cmv-infectie
milde prematuriteit, petechiën/ purpura, icterus door leverdisjunctie, hepatosplenomegalie, small for gestational age, neurologische afwijkingen (microcefalie, lage spierspanning, slecht drinken, convulsies).
Laboratorium uitslagen CMV
trombocytopenie, geconjugeerde hyperbilirubinemie, verhoogde transaminasen
Diagnostiek CMV
PCR-CMV van urine of speeksel. Positieve CMV <21 dagen postpartum is bewijzend. Meer dan 21 dagen? evt. PCR alsnog op hielprik, onderscheid congenitale of verworven infectie
behandeling CMV
asymptomatisch hoeft niet behandeld te worden, zelflimiterend. Behandeling bij chorio-retinitis en pneumonie, dan ganciclovir langdurig intraveneus toegediend.
Morbiditeit CMV
90% houdt restverschijnselen als doofheid, mentale retardatie of een laag IQ (<70). 10% van de asympomatische kinderen houdt restverschijnselen.
Herpes simplex virus type 2
meestal asymptomatisch bij volwassenen, verticale transmissiekans loopt van 2% bij herhaalde infectie tot 50% bij een primo-infectie
gedissemineerde HSV
eerste symptomen eind eerste week, lijkt op normale sepsis, maar meestal met huid, hersenen en longen aangedaan. mortaliteit 60%, morbiditeit 44%.
Centraal zenuwstelsel HSV
eerste symptomen tweede tot derde week, meestal aandoening huid & altijd hersenen (meningitis/ encefalitis). Mortaliteit 14%, morbiditeit 56%.
huid, ogen & mond HSV
eerste symptomen in tweede week, niet in brein en nauwelijks in longen, wel in huid, ogen & slijmvliezen. Mortaliteit 0% en morbiditeit 11%.
diagnostiek HSV
vroeger via Tzanck-test huidlaesie, tegenwoordig PCR van oropharynx.
behandeling HSV
intraveneus aciclovir.
Conjunctivitis neonatorum
verworven infectie, ook wel soepogen genoemd. Veroorzaakt door chlamydia of gonorroe. behandelen met antibiotica,
Sepsis & meningitis - alarmsignalen
kreunen, grauw uiterlijk, temperatuurinstabiliteit, apneus/ bradycardieën, convulsies, weinig/ niet actief kind
veelvoorkomende verwekkers sepsis/ meningitis bij neonaten
groep B streptococcen, e. coli, listeria monocytogenes
Groep B streptococcen
20% zwangeren gekoloniseerd, kans op overdracht 36.5%, vervolgens 3% kans op ziekte. Early onset (dag 0-6) of late onset (piek 3-4 weken post-parfum. meningitis bepaalt de prognose, doordat dit restverschijnselen kan veroorzaken.
Risicofactoren voor GBS ziekte
vroeggeboorte, tekenen van infectie bij moeder, langer dan 24 uur gebroken vliezen, vrouwen met eerder kind met GBS, zware maternale kolonisatie
mortaliteit & morbiditeit GBS
mortaliteit 5-10%. Morbiditeit 50%, voornamelijk door meningitis. in 15-20% ernstig, zoals spasticiteit, ontwikkelingsachterstand, doofheid, blindheid.
perinatale sterfte definitie
vanaf zwangerschapsduur van 22 weken tot 28 dagen na de geboorte
oorzaken perinatale sterfte
prematuriteit, dismaturiteit, placenta-afwijkingen, aangeboren afwijkingen, lage APGAR-score, infecties
gevolgen verstoorde ontwikkeling placenta
versnelde rijping van de placenta, en niet-fysiologische erythroblastosis