Week 1 Flashcards
Waartoe leidt defecte afweer?
En waartoe leidt dan defecte tolerantie?
Defecte afweer: Infectie
Defecte tolerantie: Auto-immuun ziekten
Wat zijn veelvoorkomende AIZ en wat is een grote risicofactoren (en waarom?)?
Reumatoïde artritis, Ziekte van hashimoto, DM1, vitilogo, sjögren, graves, Multipele sclerose, SLE. Bij veel ziekten veel meer vrouwen als mannen: hormonaal!
Wat doet immunologische tolerantie?
Voorkomen van reactiviteit tegen auto-antigenen. Dit door gecontroleerd niet te reageren van lymfocyten op auto-antigenen waartegen potentieel een reractie kan plaatsvinden. Dit is antigeenspecifiek
Door welke 2 mechanismen ontstaat immunologische tolerantie en waar spelen deze processen zich af?
Centrale tolerantie inductie (deletie): primaire lymfoïde organen
Perifere tolerantie inductie (anergie, suppressie): Secundaire lymfoïde organen (Milt, lymfeklieren, MALT)
Wat houdt de centrale tolerantie in voor B/T-lymfocyten
Auto reactieve B en T-cellen kunnen:
B:
-Receptor editing: prima B-cel
-Apoptose: celdood
-Uitrijping
T:
-Klonale devatie tot regulatoire T-lymfocyt
-Apoptose: celdood
-Uitrijping: Anergie/suppressie/afwezige hulp
Leg de selectie en deletie van lymfocyten in de thymus uit
Komen binnen in de corticomedullaire junction waarna ze naar de cortex gaan waar er positieve slectie (DN: proliferatie) is van Lymfocyten met een zwakke MHC-TCR interactie (anders te reactie of te slap). In de medulla volgt negatieve selectie door presentatie van auto-antigenen.
Het proces van apoptose van autoreactieve cellen is dus niet waterdicht. Wat is de oplossing?
Er is binding van (auto)antigeen aan de antigeenreceptor (TCR/BCR) in afwezigheid van costimulatoire signalen. Hierdoor ontstaat anergie (inactivatie). Aanvullend is er actieve onderdrukking door Regulatoire T-lymfocyten.
Hoe onderdrukken Treg’s auto-reactieve lymfocyten?
-Wegvangen groeifactor IL-2 door een receptor (CD25) die hier een erg hoge affiniteit voor heeft
-Productie van suppressieve cytokinen (voor deling etc): IL10/TGF-bèta
-Wegvangen van CD80/CD86 costimulatoire bindingen door binding met CTLA-4 (inhibitie) –> APC niet meer beschikbaar
-Productie van cytotoxisch granzyme waardoor de cellen alsnog dood gaan
Wat houdt polyclonale activatie in?
Doorbraak van tolerantie door activatie van B/T-lymfocyten door binnendringen van een virus zoals bijvoorbeeld EBV: zowel T-cel als antigeen onafhankelijk
Wat houdt activatie door superantigenen in?
Doorbraak van tolerantie door crosslinking van MHC-II/TCR (auto-reactief). Het sleutel-slot principe is hier dus niet nodig. Dit is dus ook antigeen onafhankelijke activatie van T-lymfocyten
Wat doet infectie met de tolerantie? En hoe?
Verminderd de tolerantie, door:
-Doorbraak tolerantie door kruisreactie antigenen micro-organisme en auto-antigeen wat er op lijkt (reactie tegen dit auto-Ag) –> Moleculaire mimicry
-Bystander activatie: door productie cytokinen.
Een voorbeeld van Moleculaire mimicry is Guillain-Barré syndroom. Leg dit uit.
Het is een post-infectieuze auto-immuun polyneuropathie. Er is progressieve verlamming van armen en benen door kruis-reactive antistoffen tegen de myelineschede na infectie met campylobacter jejunun. Dit doordat het stuk waartegen de antistof gericht is (epitoop) bij beide gelijk is.
Hoe is er doorbraak van tolerantie bij immune priviliged sites die doorbroken worden?
Auto-antigenen die normaal in deze site (hersenen, oog) zitten komen niet in contact met APC’s en worden dus ook nooit gepresenteerd op APC’s. Als deze site doorbroken is gebeurd dit wel en ontstaat een auto-immuun reactie
Hoe kan de tolerantie doorbroken worden door post-translationele modificatie?
Er ontstaan neo-antigenen door een immunogeen eiwit wat aan een Ag bindt (haptenisatie) of het toevoegen van een immunogene suikergroep oid (PTM)
Wat houdt het IPEX syndroom in en hoe ontstaat doorbraak van tolerantie?
Er is immuundysregulatie door een defect in de regulatoire T-cellen waardoor er doorbraak is van tolerantie. Er is geen Treg ontwikkeling door een FOXP3 mutatie (X-gebonden). Het leidt tot polyendocrinopathie en enteropathie. Als de Treg niet werken ga je sneller richting een inflammatoire T-cel respons
Wat zijn modulerende factoren bij ontwikkeling auto-immuniteit?
-Genen (FOXP3)
-Hormonen (Man, vrouw verschil)
-Omgeving
-infecties: molecular mimicry / bystander effect
-Voeding (gluten: coeliakie)
-Geneesmiddelen
-Trauma
-Stress
-Zonlicht
-Stress
Welke rol speelt MHC n ontwikkeling van AIZ?
Verbeterde presentatie van auto-antigenen (affiniteit) waardoor er een veel hogere kans is op het voorkomen van de AIZ bij een bepaald HLA allel. Voor DM1 bijvoorbeeld OR van 7,9 bij HLA-DR3/4
Welke non-MHC genetische componenten dragen bij aan ontwikkeling van auto-immuun ziekten?
FOXP3: geen ontwikkeling Treg
AIRE: verminderde klonale deletie tbv centrale tolerantie inductie (veelal endocrien)
CTLA4: verlaagde Treg suppressie
C1q: gestoorde opruiming apoptotische cellen
Wat is het verschil tussen auto-immuniteit en een AIZ?
Auto-immuniteit: normale immunologische reactie op lichaamseigen structuren
Auto-immuunziekte: abnormale immunologische reactie op lichaamseigen structuren die leidt tot verstoring van homeostase, weefselbeschadiging en functieverlies waardoor ziekte
Welke voorwaarden stelde Witebsky voor een AIZ?
-Duidelijke aanwezigheid van auto-immuunrespons in de vorm van auto-antilichamen of cellulaire auto-reactiviteit
-AIZ kan overgebracht worden naar een gezond individu via transfer van de auto-antistoffen of autoreactieve CD8+
-Vergelijkbare auot-immuunrespons kan opgewekt worden in proefdier
-Auto-antigeen is gedefinieerd (in de praktijk een probleem!0
-Het immuniseren van een auto-ag in een proefdier moet vergelijkbare ziekte geven
Wat zijn de belangrijke effectormechanismen van auto-immuun ziekten?
-Complementactivatie en fagocytose door binding IgG
-Vorming immuuncomplexen en neerslaan hiervan –> MM
-Cellulaire respons met uitscheiden van ontstekingsmediatoren en CD8+ respons
Welke verschillende typen auto-antistoffen zijn er? Wat is het klinische belang
Natuurlijke auto-antistoffen
Auto-antistoffen bij auto-immuunziekten:
-Direct pathogeen
-Secundair aan weefselbeschadiging door T-lymfocyten (merendeel –> prognostisch, monitoring ziekteactiviteit en diagnose van auto-immuun ziekte).
Wat zijn klinische presentaties van glomerulonefritis?
Macroscopische hematurie
Microscopische hematurie
Nefrotisch syndroom
Nefritisch syndroom
Vasculitis van de nier
RPGN (rapidly progressive glomerulonefritis)
Wat zijn cilinders en welke waarde kunnen deze hebben?
Polymerizatie van eiwitten in de niertubulus. Hier kunnen bijvoorbeeld erytrocyten inzitten wat wijst op bloed in de
Hoeveel mensen hebben microscopische hematurie en hoe kan dit komen?
Tot wel 5% van de mensen! Dit kan zomaar zijn, een heterozygote mutatie in een collageen gen of IgA nefropathie
Wat houdt IgA nefropathie in?
In de lever wordt IgA geglycolyseerd. Als één van deze stappen mis gaat lopen deze antistoffen vast in het afvoerputje van het lichaam (glomerulus). Er is neerslag van immuuncomplexen in het mesangium waardoor er complementactivatie is (MAC). Hierdoor is er proliferatie van de mesangiumcellen. Dit leidt tot een kleiner capillair lumen en daardoor nierinsufficiëntie.
In welke 2 groepen kun je IgA nefropathie indelen?
-Geen afwijkingen normaal en aanvalsgewijs macroscopische hematurie
-Enkel altijd microscopische hematurie en een beetje proteïnurie –> qua GFR doen zij het slechter
Hoeveel % van de IgA nefropathie patiënten komt aan de dialyse?
10-20%
Wat doen SGLT2 remmers?
Remmen glucose resorptie: glucosurie/natriurese –> helpt voor chronische nierschade.
Wat helpt voor proteïnurie? En hoe?
ACE-remmer: dilatatie efferentere arteriole zodat de filtratiedruk daalt
Hoe werkt IF bij IgA nefropathie?
IgG tegen IgA. Bij de IgG zit een fluorescent vlaggetje
Wat kenmerkt het nefrotisch syndroom?
Proteïnurie >3.5 g/dag
Hypoalbuminemie
Oedeem
Hypercholesterolemie
Hoe werkt de eiwitfiltratie normaal?
Enkel kleine eiwitten komen door de slit diaphragm van de filtratiebarrière. Deze worden normaal grotendeels teruggeresorbeerd in de PCT.
Verlies van eiwitten kan leiden tot natriumretentie en daarmee oedeem
Wat doen antistoffen tegen de PLA2-receptor. Wat zie je bij IF?
Membraneuze glomerulopathie (nefrotisch syndroom): IgG antistoffen tegen epitoop op de podocyt (PLA2R –> normaal niet tot expressie). Na vorming van het immuuncomplex is er complementactivatie. Granulair beeld op IF.
Er is geen bemoeienis van de ontstekingscellen door de locatie onder de podocyt.
Wat is kenmerkend voor nefritisch syndroom?
-Oligurie
-GFR dalend
-Proteïnurie van <3 g/dag
-Oedeem (in mindere mate)
-Hypertensie
Hoe noem je een nefritisch syndroom ook wel en waarom?
Vasculitis van de nier. Dit door de betrokkenheid van ontstekingscellen waardoor er een itis is.
Welke vormen van renale vasculitis zijn er, waartegen zijn de ontstekingen gericht?
-Gericht tegen leukocyten (pauci-immune)
-Gericht tegen endotheelcellen (subendotheliale neerslag)
-Gericht tegen BM (lineair)
Het duurt even voordat de immuuncomplexen (antistof en antigeen) gevormd zijn.
Waar hangt de ziekte vanaf bij immuuncomplexen?
Grootte en lading: dit bepaalt waar ze neerslaan en dus of er een actieve ontsteking volgt of niet.
Wat hebben de nefritische syndromen gemeen? (pathologisch)
Extracapillaire proliferatie. Pariëtale epitheelcellen worden onrustig van ontsteking. FIltratiebarrière scheurt: proliferatie epitheelcellen/podocyten en influx leukocyten. Hierdoor ontstaat een crescent.
Synoniemen: crescentic nephritis, RPGN, vasculitis van de nier
Hoe kun je ingrijpen bij crescent vorming?
Immunosupressiva: ingrijpen in reversibele fase zodat er geen aanslag op de GFR is. 4
Wat is een anti-GBM nephritis? Welk IF beeld?
Antistoffen tegen de GBM (de eiwitten zitten ook in de long –> hemoptoë). Hierdoor een nefritisch syndroom.
Lineaire deposities op IF?
Hoe behandel je anti-GBM nefritis?
Evt immunosupressiva maar antistoffen zijn vaak al voorgevormd dus in acute fase –> soort dialyse voor antistoffen: plasmaferese. De titer duikt naar beneden. Antistofvorming voorkomen met bvb prednison
Wat is posstreptococcen glomerulonefritis?
Onduidelijk of voorgevormde immuuncomplexen in bloed of Ag landt in de nier. Subendotheliale deposities.
Er is dus gewoon neerslag van immuuncomplexen subendothelial
Wat is GPA?
Antistoffen gericht tegen cytoplasma leukocyten (ANCA: anti-PR3/anti-NPO). Je ziet dus niks bij IF: pauci immuun glomerulonefritis.
De witte bloedcellen gaan door de filtratiebarrière en er is crescentvorming.
Ook GPA komt voor als een renopulmonaal syndroom. Ook kun je een zadelneus en chornische sinusitis zien.
Het kan een algemeen vasculitis beeld geven
Wat kan levamisol doen met de nieren?
Dit anti-schimmel middel kan leiden tot GPA. Levamisol lijkt op cocaïne –> levamisol wordt dus vaak door de cocaïne gedaan. Nasale gebruikers krijgen een cocaïne geïnduceerd GPA beeld. Anti-elastase in het bloed kan een aanwijzing zijn?
Wat is SLE?
AIZ met antistoffen tegen nucleaire antigenen. Veelal bij jonge afrikaanse vrouwen. Systeemziekten met vaak ook exantheem. Kan voor elke GN zorgen obv waar de immuuncomplexen neerslaan en alles op de IF is positief (ook complement). Ook zowel nefrotisch en nefritisch?
Hoe gaat de indeling van SLE?
I tm VI: belangrijk voor behandeling:
I: mild
III/IV: snelste achteruitgang GFR: focaal en diffuus
V: Nefrotisch syndroom
VI: Nier al kapot
Wat is het verschil tussen tradiotionele medcijnen en biologics? Wat is de 3de groep?
Gemaakt in de frabriek vs uit cellijnen. De fabriek moleculen zijn een stuk groter dan de biologics. De 3de groep is van donoren: antistoffen.
Wat gebeurt er met DM1 met de spieren en vet?
Afgebroken door de gluconeogenese –> verzuring (keto-acidose).
Waar heb je het over als je de aminozuurvolgorde veranderd? Wat doen ze.
Analoog –> sterker, zwakker of zelfs aanleiding tot maligniteiten.
Wat is Kuru?
Neurodegeneratieve ziekte door transmissie van prionen: veelal transmissie door eten van hersenen
Wat is recombinant DNA techniek?
Stukje DNA van bijvoorbeeld insuline gen zetten in een bacterie wat vervolgens DNA gaat produceren.
Wat is een biological?
Therapeutisch product (>40 AA) geproduceerd door genetisch gemanipuleerde levende cellen. Vaak monoklonale antistoffen
Waarom ging het maken van het corona vaccin zo snel?
De bolletjes waarin het RNA zit waren al gemaakt op iRNA (inhibtory) in te doen bij amyloïdose