Week 1 Flashcards

1
Q

Vijf beloftes bij de decentralisaties

A
  1. Integrale aanpak
  2. Preventief werken
  3. Maatwerk
  4. Eigen regie en zelfredzaamheid
  5. Kostenbesparingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Boltanski en Thevenot zes werelden van waarde

A
  1. Huiselijke waarde
  2. Civiele waarde
  3. Industriele waarde
  4. Geinspireerde waarde
  5. waarde van markt
  6. waarde van roem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

New welfare

A

Overheden proberen nu op andere manieren het gedrag van burgers te sturen. Er wordt namelijk een beroep gedaan op verantwoordelijkheid en solidariteit met een sturende rol vanuit de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Management perspectief Peeters

A

De overgang naar new welfare wordt ook wel gezien als de overgang van government naar governance. Een modest government, terughoudend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Politiek perspectief Peeters

A

Governance wordt meer gezien als een manier om burgers te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De welfare state Verhoeven en Tokens

A

informele zorg
vrijwilligers werk
eigen verantwoordelijkheid
macht ligt op lokaal niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Engeland verhoeven en tokens

A

nadruk op actief participeren
community gevoel
empowerment talk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nederland verhoeven en tokens

A

Verantwoordelijkheid
schuld ligt bij burgers
responsibility talk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Drie paradigma’s van sociale steun Daigneault

A

The entitlement paradigm
The workfare paradigm
The activation paradigm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

the entitlement paradigm

A

Sociale steun wordt gezien als een recht wat gegarandeerd beschikbaar moet zijn voor alle burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

The workfare paradigm

A

Individuele vrijheid is van belang
Ongelijkheid hoort erbij
Nadruk op verbeteren van motivatie en attitude
Tegenover werken staat sociale steun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

The activation paradigm

A

Sociale steun wordt gezien als een contract tussen de overheid en de individuen.
Gelijke kansen is belangrijk
Overheid moet zwakste beschermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de 4 dimensies waarop een grote verandering moet plaatsvinden om te kunnen spreken van een paradigmawisseling (Daigneault)

A
  • Verandering in waarden
  • Verandering in het probleem
  • Verandering in normen
  • Verandering in instrumenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Responsabilisering

A

Meer actoren worden betrokken bij politieke taken, door deze actoren zich meer verantwoordelijk te laten voelen in plaats van echt taken op te leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is het lastig om een paradigmawisseling in de praktijk te brengen?

A
  1. Er zijn vaak conflicterende beleidsparadigma’s tegelijkertijd van kracht; incommensurabiliteit; er is geen overkoepelende maatstaf voor beleidsparadigma’s
  2. Padafhankelijkheid
  3. Dubbele decentralisatieparadox
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dubbele decentralisatieparadox

A

Paradox 1: Naarmate de overheid taken delegeert naar de gemeente, wilt zij meer controle dmv bv toezicht
Paradox 2: Als verantwoordelijkheden worden uitgevoerd op een lagere schaal, leidt dat juist tot schaalvergroting, doordat lagere schalen vaak moeten samenwerken om een grote taak te kunnen voltooien.

17
Q

Active citizenship

A

Een deel van de verantwoordelijkheden worden overgedragen aan de burgers zelf

18
Q

Responsibility talk

A

Je moet participeren, dat is de norm. Als iets fout gaat, ligt dat aan de burger

19
Q

Empowerment talk

A

We doen het samen, help de overheid. Als iets fout gaat, is de overheid eindverantwoordelijk

20
Q

Greedy state

A

de overheid is actief bezig met het beïnvloeden van het gedrag van burgers

21
Q

Modest state

A

De overheid trekt zich meer terug en laat het burgers zelf invulling geven