WC 1 - krachtsport Flashcards
Hoe verloopt de energievoorziening tijdens krachtsport?
De eerste 2 seconde ATP => 10 seconde creatinefosfaat => daarna tot 2 minuten anaerobe glucose en vrije glucose uit het bloed
Wat is het minimale vetpercentage wat nodig is?
Mannen: 5%
Vrouwen: 13%
Bij een lager percentage wordt je ziek! Vet beschermd organen, met een lager vetpercentage ben je gevoeliger voor infecties, vrouwen menstrueren niet meer.
Wat zijn de theoretische voedingskundige eisen bij krachtsport?
Alles wat krachtsporters boven 1,4g/kg lichaamsgewicht aan eiwitten inneemt, wordt niet meer effectief ingezet. Meer eiwitten worden omgezet in vetten.
- trainingsfase => 1,2 g/kg lichaamsgewicht (als je geen doel hebt om minder vet of meer spieren te krijgen)
- spieropbouwfase => 1,4 g/kg lichaamsgewicht
Vocht en koolhydraten zijn ook belangrijk!
Vet minimaal 20en% om geen tekorten te krijgen!
Wanneer kan een krachtsporter het beste eiwitten consumeren?
Bijv. 10 g eiwit voor de inspanning gebruiken
20 g eiwit na de inspanning gebruiken
Na de training ook koolhydraten en vocht aanvullen. Veel vochtverlies tijdens het zweten en veel
verlies van Kh omdat glycogeenvoorraad ook aangetast is. (vruchtenkwark 20 g eiwit, chocolademelk,
fristi)
Is de stelling juist?
5 dagen voor de wedstrijd glycogeenreductie door koolhydraatbeperking (gewenste gewichtsklasse door vochtverlies)
Niet aanraden ivm glycogeenvoorraad, minder energie!
Is de stelling juist?
5 dagen voor de wedstrijd de “darmen lichter maken” door het gebruik van een vezelarm en een wat meer vetbevattende voeding.
Niet doen! Uiteindelijk wordt je er dikker van!
Is de stelling juist?
2 dagen voor de wedstrijd een zoutarme, vochtarme voeding gebruiken.
Niet doen! Gaat ten kosten van je coördinatie. Zout is belangrijk voor de prikkelbegeleiding van de zenuwen.