HC 1 Algemeen Flashcards

1
Q

Wat is aeroob en anaeroob, qua tijdsduur?

A

Korte tijdsduur inspanning: anaeroob

Lange tijdsduur inspanning: aeroob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is aeroob en anaeroob, qua intensiteit?

A

Hoge intensiteit: anaeroob

Lage intensiteit: aeroob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is aeroob en anaeroob, qua energiebron?

A

Glucose kan zowel aeroob als anaeroob worden afgebroken.

Vetten kunnen alleen aeroob worden afgebroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van een duursport?

A

Voorbeelden: Triathlon, marathon, rolskieën, schaatsen, alpineskieën, wielrennen, zwemmen

  • Een lange ‘rustige’ belasting of een kortdurende intensieve belasting (1500 meter schaatsen of 200 meter zwemmen)
  • Spieren kiezen vooral vetten als brandstof
  • Aerobe processen (zuurstof)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van een krachtsport?

A

Voorbeelden: Judo, gewichtheffen, sprinten, een tennisservice

  • Explosieve arbeid
  • Korte duur en hoge intensiteit
  • Anaerobe processen
  • Spieren kiezen als brandstof ATP, Creatinefosfaat en glycogeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van een teamsport?

A

Voorbeelden: Voetbal, volleybal, hockey, waterpolo

  • Interval karakter: snelkracht wordt afgewisseld met minder intensieve periodes
  • Combinatie van duur- en krachtsport
  • Inspanning wisselt met de positie op het veld
  • Spieren kiezen voor zowel aerobe als anaerobe verbranding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is VO2max?

A

Een maat die aangeeft hoeveel zuurstof het lichaam per minuut kan opnemen. VO2max geeft aan hoe zwaar een inspanning is.

Met deze zuurstof worden vetten en suikers in de spieren verbrand bij inspanning. Het zuurstofverbruik staat in verband met het energieverbruik. Er is zuurstof nodig voor de verbranding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe verloopt de verbranding?

A

1ste seconden zijn spieren nog niet doorbloed, dus anaeroob.
ATP ADP + P + energie

Tot 12 seconden:
CP (creatinefosfaat) + ADP ATP + creatine

Inspanning tot 2 minuten nog steeds anaeroob:
Daarbij wordt glucose omgezet in melkzuur
- C6H12C6 + 2 PI + 2ADP + 2 NAD+ => 2C3H4O3 + 2ATP + 2NADH,H+ + 2H+ + 2H2O
- C3H4O3 + NADH,H+ => C3H6O3 + NAD+

Na 2 minuten aeroob:

  • Vetverbranding komt op gang
  • Verbranding van glucose/glycogeen
  • VO2 max >70%: voornamelijk verbranding van glucose
    6O2 + C6H12O6 => 6CO2 + 6H2O + 38 ATP (aerobe verbranding glucose)
  • VO2 max 50-70% evenveel TG (triglyceride) als glucose
    C16H32O2 + 23 O2 => 16CO2 + 16H2O + 129 ATP (aerobe verbranding vet)
  • VO2 max
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de VO2max voor wandelen, hardlopen en sprintje/krachtinspanning?

A

VO2 max 30-40 => wandelen
VO2 max 50-60 => hardlopen
VO2 max >70 => sprintje/kracht inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Extra info over VO2max:

A

De meeste zuivere aanduiding voor de meting van je conditie is het maximale aerobe uithoudingsvermogen, met andere woorden de maximale hoeveelheid zuurstof die je per minuut kunt opnemen.

De VO2 max is de maximale hoeveelheid zuurstof die je kunt verbruiken gedurende één minuut. 95% van de inspanning van een duursporter bestaat uit aerobe inspanning. Hoe hoger de VO2 max, hoe meer aanleg of talent je hebt voor duursporten.

Hoe groter het slagvolume van het hart, hoe meer zuurstof er geleverd kan worden en hoe groter de maximale zuurstofopname dan ook kan zijn. Het hart past zich aan het trainingsarbeid. Het slagvolume van het hart van duursporters neemt bij intensieve training toe waardoor ook de VO2 max toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly