WC 1 - duursport

Question 1

Hoe verloopt de energievoorziening bij duursport?

Answer 1

De eerste 2 seconden ATP => 10 seconden creatinefosfaat => daarna tot 2 minuten anaerobe glucose en vrije glucose in het bloed.

Het duurt ± 2 minuten totdat de spieren zijn doorbloed met zuurstof. Na 2 minuten aerobe verbranding totdat de glycogeenvoorraad op is (aanvullen met eten/drinken). Vet wordt ook verbrandt, maar raakt niet zomaar op.

Question 2

Wat zijn de theoretische voedingskundige eisen bij duursport?

Answer 2

Koolhydraten en vocht zijn het belangrijkste voor duursporters. Langer dan 1 uur inspanning (dan raakt je glycogeenvoorraad op) isotonedrank drinken (minder dan 1 uur sporten, water is voldoende) 150-300 ml isotonedrank per kwartier  liefst koud met grote slokken innemen (zorgt ervoor dat je lichaam af kan koelen). Vooraf aan duursport 2,5 uur voor de inspanning voor
het laatste een grote maaltijd nuttigen. Laatste halfuur voor de inspanning niet meer drinken, anders komt het in je blaas terecht tijdens de inspanning. Laatste 5 minuten voor de inspanning 300-500 ml isotone drank drinken, kh worden dan gelijk ingezet en het vocht komt niet in je
blaas terecht.

Siroop = isotone (6-8g koolhydraten/100 ml)

Question 3

Wat is een intervaltraining?

Answer 3

Van hoge intensiteit 70-80% VO2 max naar een lage intensiteit 50% VO2 max

Question 4

Waarom moet je binnen twee uur na de training iets (energiedrank) gebruiken?

Answer 4

• Dan herstel je 8 keer beter
• Insuline werkt beter
• Glycogeenvoorraad wordt sneller aangevuld
• Eerste 2 uur 60 kcal per uur gebruiken
• 150% vocht van gewichtsverlies voor en na de inspanning (voor en na inspanning wegen). Bijv. 1 kg verschil => 1,5 l vocht binnen krijgen
• 0,2 g per kg lichaamsgewicht eiwit aanvullen binnen 2 uur

Question 5

Hoe beoordeel je of het lichaamsgewicht van een sporter “normaal” is?

Answer 5

Bekijken van het vetpercentage
Huidplooimeter
Biameter (weegschaal)

Question 6

Wat is de eiwitbehoefte van iemand die veganistisch is?

Answer 6

Als iemand geen dierlijke producten gebruikt zoals melk, kaas, eieren en vlees, dan is de eiwitbehoefte verhoogt naar 30%. Plantaardige eiwitten zijn van minder goede kwaliteit.