Wat is psychologie? Flashcards
begrippen
psychologie
is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt (en waarbij de gedragsevidentie gebruikt wordt) om de interne processen die ten grondslag liggen aan dat gedrag
de mentale chronometrie
techniek waarbij men de psychologische processen in informatieverwerking porbeert te achterhalen
Dualisme
twee onafhankelijke bestaan: het lichaam en een geest
de geest = vrije wil
het lichaam = een omhulsel voor de geest
Rationalisme
ware kennis is gebaseerd op rede
Nativisme
de overtuiging dat de mens aangeboren kennis heeft
Het empirisme
de inhoud van de geest niet gevormd door aangeboren ideeën en afgeleide inzichten, maar via zintuigelijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden
Het structuralisme
elk complex proces kon gereduceerd worden naar en combinatie van elementaire componenten (sensaties, de beelden of de gevoelens)
Sensaties = omvatten visuele ervaringen, geluiden, geuren, smaken en tastgevoelens
Beelden = waren ervaringen van voorwerpen die niet werkelijk aanwezig waren zoals herinneringen
Gevoelens = hebben te maken met emotionele reacties zoals liefde, jaloersheid, …
introspectie
de persoon naar zichzelf kijkt van binnenuit en kijken naar het eigen bewustzijn
Functionalisme
grote belangstelling voor individuele verschillen tussen mensen en de verschillen tussen mens en dier
Behaviorisme
standpunt: enkel observeerbaar, meetbaar gedrag het onderwerp kan vormen van psychologisch onderzoek en theorievorming
definiëren als de studie van de invloed van een stimulus op de reactie van de invloed van het dier/persoon
(ook beschreven als S-R-psychologie
positivisme
natuurwetenschappen is de beste manier om de wereld te begrijpen en kennis te generen (drie ideeën)
operationele definitie
- theorieën baseren op directe observatie die kan herhaald worden door anderen
- concepten moeten gedefinieerd worden in termen van de gebruikte meetprocessen en zo concreet mogelijke begrippen
- hoort bij positivisme (1ste idee)
variabelen
- onderscheid zijn tussen onafhankelijke en afhankelijke variabelen
-hoort bij positivisme (2de idee) - onafhankelijke = karakteristieken van de situatie (vb.: voedsel) die op het dier/proefpersoon inwerken en door onderzoeker gemanipuleerd kunnen worden
- afhankelijke = gedragingen van het dier/proefpersoon (bv.: leerresultaten),
het wordt door de onderzoeker gemeten en is beïnvloedt door de onafhankelijke variabele - controle = onderzoeker wil deze constant houden
S-R-psychologie
een stimulus lokt een respons uit
psychoanalyse
het bewustzijn en gedrag zijn oppervlakkige fenomenen, de ware aard van persoonlijkheid verschillen en mentale stoornissen liggen bij onbewuste krachten
hermeneutiek
Het interpretatie van de psychoanalyse therapeut leek meer op een begrijpen van het verleden dan op het onderzoekswerk van een natuurwetenschapper.
wetenschappelijk onderzoek
nauwkeurige observatie en beschrijving van het onderzoeksonderwerp
eis tot repliceerbaarheid
beginpunt moet steeds een objectieve registratie van de feiten zijn en moet nauwkeurig beschreven worden zodat het herhaald kan worden door andere wetenschappers
theorie
theorie is een samenhangend geheel van ideeën dat gebruikt wordt om fenomenen te verklaren (meestal resultaat van jarenlang onderzoek en nadenken)
literatuurstudie
zoeken naar wat er al bekend is over de problematiek
beschrijvend onderzoek
onderzoekstechniek –> men eerst correcte informatie verzamelen (het heeft meerdere vormen)
naturalistische observatie
- 1ste vorm van beschrijvend onderzoek
- gedrag wordt systematisch geobserveerd in een natuurlijke context
- meestal aangevuld door enquêtes, vragenlijsten, interviews, …
een nadeel = proefdieren/mensen hebben de neiging om zich anders te gedragen (reactieve gedragingen) als ze weten dat ze geobserveerd worden
reactieve gedragingen
de gedragingen zijn gedeeltelijk een reactie op de observator
vragenlijst
een reeks vragen die de ondervraagden in hun eigen tempo beantwoorden (antwoorden spiegelen niet altijd de realiteit)