Warenar Flashcards
Genre van Warenar
- komedie of blijspel: vrolijke tegenpool van de ernstige tragedie, het treurspel.
- Een komedie moest de mens vermaak bieden en in een vrolijke stemming brengen+ via een boeiend verhaal mensen laten nadenken over hun eigen leven.
- Warenar is wat dit betreft een typisch blijspel. Het had ook als doel de mensen de zorgen te laten vergeten maar ook was er een diepere waardevan het verhaal die er niet te dik bovenop mocht liggen (lachen was primair).
- Warenar is meer specifiek een karakterblijspel; dit betekent dat de humor draait om het karakter van een of meer personages. In dit geval gaat het om één personage: Warenar de gierigaard.
- Toch heeft Warenar ook wat kenmerken van een intrigeblijspel: door misverstanden wordt de plot gedreven. Als Warenar een moderne televisieserie was, zou het een sitcom zijn: een situation comedy waarin misverstanden en gekke karaktertrekken zorgen voor de humor.
Cultuur-historische context
- Warenar is renaissance werk, bewerking van de komedie Auluraria, van de Romeinse schrijver Plautus.
- In het verhaal zelf worden de karakter van de personages flink uitgediept, je kunt zeggen dat dit de invloed van het Humanisme is.
- De personen, met hun eigen karaktertrekken, staan in het verhaal centraal, over God wordt met geen woord gerept.
Welke levenslessen zaten er in Warenar?
- Hoofdzakelijk gaat het over een strijd tussen Mildheid en Gierigheid, waarin Mildheid overwint.
- Een bijkomende boodschap is wellicht dat het voor jonge mensen verstandig is om te trouwen met iemand die, qua leeftijd in elk geval, bij je past.
- De hoofdboodschap is dat gierigheid niet loont.
Achtergronden Warenar
- geschreven in 1617 door P.C. Hooft (+ wellicht Coster en Bredero).
- in première bij de opening van nieuw theater in Amsterdam.
- Hooft was een renaissancist. Hij heeft dan ook goed gekeken naar oudere blijspelen en naar de theorie van het genre. Daaruit kon hij afleiden uit welk milieu de personages moesten komen: doorsneelieden (middenop sociale ladder).
- Warenar is geïnspireerd is de komedie van Aulularia van de Romeins schrijver Plautus. Hij heeft Plautus’ komedie wel verduitst (verdietst) aangepast aan de Nederlandse situatie. Het decor is verplaatst van Athene naar Amsterdam + thematiek is aangepast (aemulatio)
In hoeverre voldoet Warenar aan de regels waar volgens Aristoteles (Poetica) moet voldoen?
- P.C. Hooft houdt zich aan bijna alle aspecten en regels
- Een van de regels was dat een toneelstuk opgebouwd moest zijn uit vijf bedrijven: expositio - intrige - climax - katastrofe - peripetie (uiteenzetting -voorbereiding - opvoering van de spanning - verlies van de strijd - afloop). Warenar bestaat inderdaad netjes uit vijf bedrijven.
- Het stuk dat aan Warenar vooraf gaat, hoort niet thuis bij de indeling in vijf bedrijven, deze voorrede heeft min of meer de functie van motto.
- Een andere regel was de eenheid van tijd, plaats en handeling. De handeling in een toneelstuk moest zich afspelen binnen 24 uur, een dag en een nacht, dit is de eenheid van tijd. Als het verhaal een langere periode zou beslaan, werd het voor de toeschouwers moeilijk om te volgen. Warenar voldoet aan deze regel, maar dat is meteen ook een zwakke plek. De gebeurtenissen zijn zo divers dat ze nooit op één dag plaats kunnen vinden. Iedere scène op zichzelf is zeker overtuigend, maar het tijdsverloop van het hele stuk is minder waarschijnlijk.
- De eenheid van plaats betekent dat het hele stuk zich op één plaats moest afspelen. Eventueel kon er van plaats gewisseld worden bij de wisseling der bedrijven, maar dit mocht niet te vaak gebeuren en de plaatsen waartussen gewisseld werd mochten niet te ver uiteen liggen. Het is goed mogelijk om Warenar te spelen met één decor, want het stuk speelt geheel op straat, rondom het huis van Warnar. De wet van eenheid van plaats is door Hooft dus gewaarborgd.
- De eenheid van handeling is dat er maar één verhaallijn gespeeld mag worden, anders dan bij een epos of een roman, daarin mogen meer verhaallijnen verteld worden aan de lezer. Hooft heeft zich ook aan deze wet gehouden: de belevenissen van vrek Warnar maken het verhaal.
- Als laatste regel van de klassieke tragedie kan hier genoemd worden dat het maximum aantal sprekende personages drie is. Deze regel is voor meer uitleg vatbaar: zo zijn er schrijvers die drie personages opvoeren in het hele toneelstuk, er zijn er echter ook die wel meer dan drie sprekende personages hebben, maar waarvan er niet meer dan drie tegelijk op het toneel staan. Hooft gebruikt de laatste uitleg voor zijn Warenar: er zijn nooit meer dan drie sprekende personen tegelijk op het toneel
Welke (retorische) middelen zijn in de tekst toegepast om de lezer te sturen in zijn perceptie van de tekst/
Hooft past diverse komische toneeltechnieken toe: hij geeft komische signalen, zorgt voor komische situaties en werkt met stereotyperingen.
Een voorbeeld van een komisch signaal is de geblutste kok die er blijkbaar niet héél erg aan toe was, of de terzijde van Teeuwes die opeens een vraag stelt aan het publiek.
Een komische situatie is bijvoorbeeld scene 2 waarin Teeuwes en Warenar als twee kemphanen tegenover elkaar staan: er wordt gedreigd en gescholden en de heren vliegen elkaar nog net niet in de haren. In scene 3 slaat Warenar radicaal om: nu krijgt Teeuwes wel toestemming om aan het werk te gaan. Het voortdurend misverstand om de pot leidt tot andere, kleinere misverstanden.
Deze scenes kennen ook een andere toneeltechniek: de dramatische ironie. Daarbij weet de toeschouwer meer dan het personage in het verhaal, dat verhoogt de spanning.
Een voorbeeld van een typering is het monoloog van Warenar waarin hij zich een echte vrek toont.
Hoe verlevendigt Hooft zijn stuk?
Hooft verlevendigde ook de taal van zijn personages door ze geregeld spreekwoorden, gezegden en volkswijsheden te laten verkondigen:
‘Den rijcken dient wat rijcks, den kalen dient wat kaels’ (r. 315) en ‘men slaet twee vlieghen mit ienlap’ (r. 1312).
Dit zal de herkenbaarheid ongetwijfeld doen toenemen voor de lezers uit die tijd.
Performatieve waarde
Het werk had primair als doel mensen aan het lachen te maken.
Humeurenleer: Aan een komedie werden namelijk geneeskrachtige werking toegeschreven, daarom gold het wel als medicijn: het kon zwartgalligheid of melancholie verdrijven.
Veel tijdgenoten van Hooft hadden dan ook waardering voor Warenar. Hugo de Groot schrijft Hooft in een brief van 24 januari 1617 dat hij zich een stuk beter voelde nadat hij het toneelstuk gelezen had.
Warenar was een zeer populair stuk, het is gedurende de hele zeventiende eeuw gespeeld en de tekst is in die tijd ook vaak herdrukt.
Een andere performatieve waarde is gebaseerd op het humanisme. Het humanisme gaat ervanuit dat medemenselijkheid als grondslag dient van de beschaving. De gemeenschap had er vanuit deze visie baat bij als iedereen zijn verantwoordelijkheden kende, zowel thuis als in het openbare leven. Daarom verlegde Hooft, Bredero en Coster in hun stukken het accent naar de taken van de individuele burger.
Wat houdt de humeurenleer in?
Het wereldbeeld van de 17e eeuw werd namelijk bepaald door de kosmos. De mens was een individuele kosmos (microkosmos) die is samenstelling overeenkwam met de grote kosmos (macrokosmos).
De macrokosmos was opgebouwd uit vier elementen die overeenkwamen met de lichaamssappen van de mens.
Als de mens een van de sappen teveel had dan had dat gevolgen voor zijn gemoedstoestand. Bij teveel zwarte gal kon je melancholisch worden. En dat is precies wat een komedie kon oplossen.
Personages in Warenar
Warenar bevat geen round characters, de enige die daarbij in de buurt komt, is Warenar die aan het begin van het toneelstuk gierig is en op het eind vrijgevig.
De personages waren allemaal doorsneelui. Zo gaf dat de toeschouwers de kans om hun eigen wereld te herkennen.
De personages zijn allen stereotypen. Hun handelen en spreken was afgestemd op hun beroep, leeftijd, sekse en nationaliteit. Het ging niet om psychologisch uitgewerkte karakters maar om schematisch opgezette typen. Ze beantwoordden daarmee aan het beeld dat de toeschouwer bij voorbaat al had. De knecht (Lekker) is altijd net iets slimmer dan zijn baas, het jonge meisje (Klaartje), mooi en verleidelijk, de vrek (Warenar): altijd bejaard door en door zuinig en achterdochtig, de sjieke hoer: steevast een mannenverslindster; het type van de ouder vrouw (Geertruid) die er stevig op los kletst maar ook wijsheid heeft.
Een bekende manier van stereotyperen zijn de sprekende namen: namen waarin een dominante eigenschap van iemand besloten ligt, een karakterrek, lichaamskenmerk of levenssituatie. De naam wordt dan een (voor)teken van het personage: nomen est omen. Ook Hooft gebruikt deze techniek (Warenar, Rijckert, Ritsert).
Past het bij VO leerlingen?
Warenar van Hooft is een toegankelijk werk qua taal van hem. Later in zijn leven zal Hooft onder invloed van de Romeinse schrijver Tacitus komen. Hij gaat diens stijl imiteren en onder andere gebruiken in de Neederlandsche histoorien. Dat geeft een Maniëristisch effect: de Maniëristische kunstenaars lieten aan de buitenwereld graag zien hoe goed zij waren, dat zijn hun vak volledig onder de knie hadden en tot in de puntjes beheersten. Voor de schrijvers betekende dit dat zij zeer moeilijke constructies gebruikten met zinnen op het randje van wat grammaticaal aanvaardbaar is. Het latere werk van Hooft is daarom moeilijk leesbaar, maar wie er zich doorheen weet te ploegen, wie tot het selecte gezelschap van taalminnaars behoort, zal veel schoons erin ontdekken. Een middelbare scholier zal minder aangetrokken zijn tot deze latere stijl.
Op welke manier is tekst aangepast in Tekst in context
De tekst is op verschillende manieren in de context geplaatst. Zo is er algemene achtergrondinformatie over het genre en die tijd opgenomen, wordt de opbouw van het boek toegelicht en is ook de literaire context (Eerste Nederduitse Academie, humanisme, renaissance) uiteengezet waarin het werk is ontstaan.
Maar ook wordt ingegaan op details van het boek. Zo is bijvoorbeeld Warenar lid van de schutterij: als dat ter sprake komt legt het boek uit wat de schutterij inhield. Als het bruidsbier in Warenar wordt genoemd, legt het boek uit wat men in die tijd zoal dronk.
De combinatie van deze achtergrondinformatie met de heel specifieke uitleg van elementen in de tekst maakt het niet alleen heel afwisselend voor scholieren, maar maakt ook dat de informatie over bepaalde elementen just in time wordt aangeboden, waardoor het veel meer beklijft.
De tekst zelf is vertaald in modern Nederlands proza. Dat is gedaan omdat de 17e eeuwse teksten anders lastig te begrijpen zijn. De spelling wijkt af en woorden en zinswendingen zijn anders. Bovendien is in Warenar veel volksachtige taal opgenomen. Bij de vertaling is geprobeerd het karakter te behouden van de originele tekst. Echter waar de originele tekst nog rijm vertoont, is dat bij de vertaling voor een groot deel verdwenen. Ook zijn regieaanwijzingen toegevoegd, iets wat men in de 17e eeuw meestal niet deed. De scene-indeling uit Hoofts stuk is gehandhaafd. Wel zijn, om een beeld te geven van de oorspronkelijke taal, twee scenes in het 17e-eeuwse Nederlands opgenomen.
Dit was al een redelijk goed toegankelijk verhaal van Hooft, maar door deze ingrepen is het boek zeer toegankelijk geworden voor middelbare scholieren en dus heel bruikbaar in de lessen.
Vergelijk de uitgave van Warenar (Tekst in context) met andere uitgave (Walewein)
We hebben gekeken naar Walewein en naar Camera Obscura. De eerste vertoont op het eerste gezicht veel overeenkomsten. De tekst is ook vertaald en er is algemene context en specifieke context n.a.v. van wat er in de tekst staat opgenomen. Echter bij Walewein is de originele tekst ook opgenomen. Deze staan naast elkaar. Waarschijnlijk is het verschil zo groot dat de orginele tekst is opgenomen om die rijm te laten zien. Waarom dat bij Warenar maar een fragment is en in Walewein de hele tekst betreft is onduidelijk.
Verder valt op dat Warenar qua indeling de bedrijven van het toneelstuk volgt. Binnen het bedrijf komen steeds de contextdelen aan bod. Walewein is om en om ingedeeld: tekst en context wisselen elkaar steeds af. Door bij Warenar te kiezen voor de indeling in bedrijven is de inhoudelijke samenhang sterker naar onze mening.
Vergelijk Warenar en Camera Obscura
We hebben tot slot ook nog gekeken naar een latere uitgave uit de reeks: De Camera Obscura van Hildebrand. Ook daar wisselen tekst en context af. Echter de hoeveel tekst is daar veel meer. Logisch aangezien het werk veel omvangrijker is dan Walewein of Warenar. De makers van deze uitgave hebben er bovendien voor gekozen om niet het gehele werk op te nemen. Logisch enerzijds aangezien het originele werk meer dan 300 bladzijdes aan prozatekst kent. De makers hebben er duidelijk voor gekozen om de toegankelijkheid hoog te houden. Door het hele werk te behandelen zou je immers een uitgave van 400 bladzijdes kunnen krijgen. Wij zijn ook van mening dat met de originele werken te vertalen naar de beknopte versies met context informatie de aantrekkelijkheid voor scholieren sterk wordt verhoogd en het werk echt toegankelijk wordt. Zo maken ze toch kennis met vroegere werelden en denkbeelden, waar ze anders het boek hoogstwaarschijnlijk nooit zouden aanraken. Mooie serie dus!