Vroege socialisatieproblemen Flashcards

1
Q

Sociale ontwikkeling

A

Het gedrag van een individu dat gericht is op andere mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Emotionele ontwikkeling

A

Het leren voelen, zien en omgaan met eigen en andermans gevoelens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Insomnie

A

In- en doorslaapproblemen. Is afhankelijk van de individuele slaapbehoefte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hypersomnie

A

Overmatige slaapbehoefte. Dit overdag slapen is niet te wijten aan een slaaptekort, aangezien deze mensen doorheen de nacht veel en goed slapen maar toch dutjes nodig hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Parasomnia

A

Abnormaal gedrag tijdens de slaap. Kan onderverdeeld worden in 3 subtypes; nachtmerries, pavor nocturnus en slaapwandelen/somnambulisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Neofobie

A

Voedsel weigeren. Kan leiden tot ‘picky eating’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

PICA-stoornis

A

Dingen eten die niet eetbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ruminatiestoornis

A

Herkauwen op voedsel dat terugkeert van de maag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ARFID

A

Herhaaldelijk falen om aan de nodige voedings- en/of energiebehoeften te voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voedselaversie

A

Aangeleerde associaties maken tussen het eten van voedsel en het misselijk worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly