vragen H1 Flashcards

1
Q

effecten hil

A

1) hemolyse: vrijstelling intracellulaire componenten in serum, door beschadiging van bloedcelmembraan. kan zorgen voor verandering van waarden

2) icterie: verkleuren plasma door verhoogde bilirubineconc. kan zorgen voor afwijkende waarden bij fotometrie

3) lipemie: vertroebeling van serum of plamsa door verhoogde lipoproteineconc. kan door voedselinname voor bloedafname of infusie lipiden. kan zorgen voor verhoogde conc & trobel zien staal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

oorzaak & gevolg icterie

A

verkleuring van serum of plasma door verhoging bilirubineconc. uiterlijk te merken aan verkleuring huid & oogwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

afname bloedbuizen

A

SCHEF
1) hemoculturen
2) serum (rood)
3) citraat (lichtblauw)
4) heparine (groen)
5) EDTA (paars)
-> hematologie bloedonderzoek hematocytometrie
-> NaK2 EDTA
6) fluoride (grijs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorbeelden foutbronnen sedimentatie

A

fysiologisch: geslacht, leeftijd, zwangerschap
- verhouding erytrocyten vs plasma volume
- abnormale RBC morfologie
- elektrische lading RBC
- viscositeit plasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

foutenbronnen & meerwaarde CRP/BSE meting (schema)

A

BSE voordeel
-> follow up chronische ziekten
-> goedkoop
-> geen nood speciale apperatuur
BSE nadelen
-> niet gevoelig acute veranderingen
-> niet specifiek acute fase respons
-> nood vers monster

CRP voordelen
-> specifieke test acute fase eiwit
-> snelle respons verandering ziekte
-> meting mogelijk op oud staal
-> automatisatie
CRP nadelen
-> meer dan 1 EW nodig voor onderscheiden acute & chronische ontsteking
-> duur
-> nood gesofisticeerde apperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly