cellen Flashcards
1
Q
myeloblast
A
- <pro-erytroblast, rond/ovaal
- grote kern, fijne chromatine, 2> nucleoli
- dun cytoplasma, lichtblauw, geen korrels
- N/C = 6
- lage frequentie in beenmerg
2
Q
promyelocyt
A
- grote dan myeloblast, rond/ bijna rond
- frote kern, fijne chrom, 1> nucleoli
- lichtblauw cytoplasma, prim. granules
- N/C = 4
1-5% alle kernhoudende in BM
3
Q
myelocyt
A
- < promyelocyt, rond/bijna rond
- ovale kern (1zijde ingedeukt), grovere chrom. & donkerder, geen nucleoli
- blauw-roze cyto, kleinere korrels dan promyelocyt, sec. granules (-> granulocyt)
- 5-20% alle kernhoudende in BM
4
Q
meta myelocyt
A
- 11-18µm
- nier/boon kern, grove klonterige kern
- licht roze cyto, veel korrels (sec & prim)
- N/C = 1.5
- 10-30% in BM
5
Q
staaf
A
- 11-16µm
- grove klonterige kern
- lichtroze cyto, veel korrels (sec & prim)
-N/C = 1 - 5-15% BM, <4% bloed
6
Q
segment
A
- 11-16µm
- grove structuur kern
- lichtroze cyto, veel paarse korrels
- N/C = 1
- 5-20% BM, 40-75% bloed
7
Q
eosinofiel
A
- 11-16µm
- oranje korrels in cyto
- kern niet bedekt
- 1-5% bloed
8
Q
basofiel
A
- 9-13µm
- grote kern, moeilijk zichtbaar (korrels)
- grote donker korrels
- <2%
9
Q
monoblast
A
- 12-20µm, rond/bijanrond
- rond/voale kern, fijne chromatine, 1-2 nucleoli
- donkerblauw cyto
- N/C = 1.5-2
- nauw aanw
10
Q
promono
A
- overgang monobl -> monocyt
- rond/voale kern, fijne chromatine, 1-2 nucleoli
- blauw cytoplasma (fijne korreling)
- N/C = 1-1.5
- nauw aanw BM
11
Q
monocyt
A
- grootste cel, 10-15µm
- ovaal/ingedeukt/’w’ kern, strengen fijne chromatine of klontering
- lichtblauw cyto, kleine roze korrels
- 3-10%
12
Q
lymfocyten
A
- 8-10µm, (bijna) rond
- rond/ovaal kern, grof & donker, geen nucleoli
- donkerblauw cyto, geen korrels
- N/C = hoog
- meest voorkomend lymfesoort in perifiere bloed
13
Q
plasmacel
A
- meest rijpe, rond/ variabel
- (bijna) rond kern, grof
- donker basofiel cyto, perinucleaire hof, zelden korrels
- N/C = laag
- nauw perifiere bloed/ laag in BM
14
Q
microcyt
A
- 80fl
- oorzaak: ferriprieve anemie, Hbpathie, loodintox
15
Q
macrocyt
A
- > 101fl
- oorzaak: Vit B12/folium def, MDS, hoge bloedaanmaak, alcohol, chroniche leveraandoening
16
Q
megalocyten
A
- 9-12 µm (2x RBC)
- oorzaak: megaloblastische anemie
17
Q
sferocyten
A
- kogelcellen
- oorzaak:
-> congenitaal; asymptomatisch (geelzucht, splenomegalie)
-> verworven; AIHA, schade, hypofosfatemie (ATP depletie)
-> artefact (veroudering)
18
Q
hypochroom
A
- grote bleke zone
- daling HB synthese & MCH(C)
- oorzaak: ferriprieve anemie, HB pathie, loodintox
19
Q
anulocyt
A
- super grote bleke zone
- oorzaken; ferriprieve anemie, siderblastische anemie, HB pathie
20
Q
ovalocyt
A
- eivorm
- oorzaak: ferriprieve anemie, diverse anemie
21
Q
elliptocyt
A
- lange cel
- oorzaak: ferriprieve anemie, MDS
22
Q
potloodcel
A
- fijne elliptocyt met punt
- verandering EW cytoskelet
- oorzaak: ferriprieve anemie
23
Q
traancel
A
- dacrocyt
- extramedulaire bloedaanmaak
- oorzaak: myelofibrose, MDS, megaloblastische anemie
24
Q
targetcel
A
- hypocroom
- oorzaak: ferriprieve anemie, leverziekte, Hb pathie, obstructieve geelzucht
25
Q
stomatocyt
A
- uniconcaaf
- stopbord
- ionverhouding stoornis
- oorzaak: alcohol kever aandoening, MDS, artefact
26
Q
fragmentocyten
A
- driehoekige fragmenten
- uitrekken RBC door vasthouden fibrinedraden & kunstopp. in circulatie
- oorzaak: hartklep/vaatwand prothese, TTP-HUS, DIC, nieraandoening, brandwonde
27
Q
echinocyten
A
- talrijke kleine uitsteeksels
- burr cells/doornappel
- oorzaak: artefact, leveraandoening, oud bloed
28
Q
acanthocyt
A
- dense sferoïdale cel
- veelvoudig uitsteeksels
- afwijking lipidensamenstelling
- oorzaak: a-b-lipideprotinemie, leveraandoening, postplenectomie, anorexia nervosa
29
Q
sikkelcel
A
- polymerisatie HbS
- oorzaak: sikkelcel anemie
30
Q
pappenheimer lichaampjes
A
- kleine basofiele coccoide inclusies
- in perifiere RBC
- ferritine: siderocyten
- oorzaak: post-splenectomie, thalassemie, sideroblastische anemie, megaloblastische anemie, intoxicatie, ijzeroverbelasting
31
Q
basofiele stippeling
A
- neergeslagen ribosoom & mitochondriaal materiaal
- oorzaak: thalassemie major, Hb pathie, sideroblastische anemie, megaloblastische anemie, hemolytische anemie, loodintox
32
Q
howell-jolly bodies
A
- grote, dens gekleurde inclusie
- achtergebleven kernfragment
- post-splenectomie, hyposplenisme, megaloblastische anemie, neonaat
33
Q
ringen van cabot
A
- paarsrode lus in cytoplasma
- overblijfsel kernspoel na mitose
- oorzaak: megaloblastische anemie, loodintox
34
Q
parasieten
A
- blauwe ring met rode knop
- malaria
- plasmodium falciparum
