vraag 26 - bn Flashcards
tegenovergestelde sterk
zwak
tegenovergestelde kort
lang
tegenovergestelde zout
flauw
tegenovergestelde dik
plat
tegenovergestelde mals
taai
tegenovergestelde traag
vlug
tegenovergestelde wild
mak
tegenovergestelde moedig
bang
tegenovergestelde gekookt
rauw
tegenovergestelde ruw
glad
tegenovergestelde spannend
saai
tegenovergestelde soepel
stug
voorbeeld bn zelfstandig gebruikt
die jongen is leuk
-> bn: leuk
voorbeeld bn bijvoegelijk gebruikt
de leuke jongen
-> bn: leuk
roze in vergrotende en overtreffende trap
rozer - meest roze
graag in vergrotende en overtreffende trap
liever - liefst
bizar in vergrotende en overtreffende trap
bizarder - bizarst
geschikt in vergrotende en overtreffende trap
geschikter - geschiktste
chique in vergrotende en overtreffende trap
chiquer - chicst
verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden
iets kleins
verbuigen met -s na iets
verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden
het Europees parlement
niet-verbogen - voor het-woorden + bij officiële benamingen
verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden
de saaiste leraar
verbogen - vaak in overtreffende trap
verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden
het middelbaar onderwijs
niet-verbogen - voor het-woorden + vaste verbindingen + officiële benamingen
verborgen bn/niet-verborgen bn? + reden
Vlaams minister van onderwijs
niet-verbogen - officiële titel van functie