Vorm, Inhoud & Expressie Flashcards
Formalisme (definitie)
kunstwerk bezien als onafhankelijk, onherleidbaar en autonoom verschijnsel.
Enige maatstaf = vorm vh kunstwerk (ipv inhoud, gevoel, intentie v. kunstenaar, of dienstbaarheid aan moreel/religieus/ideologisch ideaal).
“Tönend bewegte Formen sind einzig und allein Inhalt und Gegenstand der Musik.”
Muziekcriticus Eduard Hanslick (1825-1904), auteur van “Vom Musikalisch-Schönen”, verbonden aan het formalisme.
Muziek als absolute, zuivere kunst. Bevrijd van al datgene dat haar vreemd is (natuur, werkelijkheid, moraal, gevoel, ‘idee’). Muziek is geen afbeelding/expressie, maar autonome schepping die haar eigen wetten volgt.
Want:
1. er is geen scheiding tussen vorm en inhoud. Immers: verhaal kun je vertellen als roman/gedicht/serie/film. Maar symfonie van Beethoven heeft “geen vorm buiten de inhoud”, en kan niet in een andere bewoording worden verteld.
2. Muziek kan geen bijzondere gevoelens uitdrukken. Want bij elke toehoorder zijn gevoelens anders, het is daarom onmogelijk te bepalen welke intentie het best overeenkomt met die van de componist. Er is geen ander criterium dan de noten zelf, de zuivere muzikale vorm.
Waarom is muziek noch tot expressie, noch tot nabootsing in staat?
Taal van muziek is autonoom (muziek is een eigen taal, en op niets anders berust dan haar eigen vormen en middelen.). Muzikale taal spreekt in muzikale vormen (tonen/ritmes/klankkleuren), en verband tussen muzikale en dat waarnaar het zou moeten verwijzen is volstrekt willekeurig, en faalt dus.
Wat belichaamt voor Hanslick de zuivere, onvervalste muzikale taal, en waarom?
Alleen de zuiver instrumentale muziek, omdat alles wat ons afleidt van de zuivere muzikale taal verdacht is.
Hegel
Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831)
- 1ste met oog voor geschiedenis van cultuur
(geschiedenis en ontwikkeling van smaak is te volgen, en zo kunnen we zien waar we zijn gekomen. Bijv: we vinden nu dat opvoeding/onderwijs/persoonlijke ontwikkeling een belangrijke rol spelen in ‘smaak’ (vergelijk Kant: smaak is iets waarmee we als mens ter wereld komen)).
- Harmonische orde wordt gecreëerd in dialectisch systeem (these+antithese => synthese), leidt tot ‘absolute idee’ (de geest die de aard is van alle dingen).
- Kunstgeschiedenis is dialectische ontwikkeling
Van symbolische (vorm over inhoudt, bijv. pyramide), via klassieke (balans vorm en inhoud, bijv. beeldhouwkunst) naar romantische kunstvorm (inhoudt vormt zich in de geest, en is niet gebonden aan zintuigelijke uitbeelding).
- Kunstenaar kan zich niet meer onttrekken aan reflectie en interpretatie: kunst moet wel uitmonden in filosofie.
Bestaat er volgens Hegel een echte waarheid?
Nee, maar wel een waarheid die steeds dieper en rijper wordt. Kunst kan dit proces overdrachtelijk beschrijven, bijv. in 5e Symfonie van Beethoven.
Waarin verscheelt het beeld van Nietzsche met dat van Hegel?
Arthur Schopenhauer (1788-1860), en later Friedrich Nietzsche (1844-1900): Leven wordt beheerst door oerdrift/wil (drang om te bestaan). Is werkzaam in alles, en tevens bron van oneindig lijden: geen verlangen wordt definitief bevredigd, en het kent geen reden en heeft geen doel. Kunst als klassieke tragedie: de essentie van het leven in lijden en geweld, zonder betekenis/rechtvaardiging. Chaos is diepste werkelijkheid, de vormgeving (noodzakelijke) schijn (immers: met chaos alleen is niet te leven). We geven werkelijkheid een verleidelijk schone vorm. Schoonheid van Apollinische poëzie in tragedies levert een sluier waardoor we de afschuwelijke Dionysische waarheid kunnen verdragen.
Kunst fungeert als katharsis: leg uit
Aristoteles: ondergaan van gevoelens in de kunst is Katharsis = zuivering. Kunst zuivert en bevrijdt je van je emoties.
Opwekken van emoties is belangrijkste functie van Griekse tragedie.
Expressietheorie van Tolstoi:
Lev Tolstoi (1828-1910):
- Kunst is zuivere gevoelskwestie.
- Eenvoudige, natuurlijke kunst, waarmee kunstenaar publiek kan ‘besmetten’.
- Kunst moet bijdragen aan morele verheffing vh volk (onderdrukking van geweld). Vgl. Aristoteles
CC-theorie:
Benedetto Croce (1866-1952) en Robin George Collingwood (1889-1943):
Kunstwerk bestaat als expressie in geest vd kunstenaar, en is niet het materiële object waarin het zich eventueel veruitwendigt.
Het ware kunstwerk is slechts toegankelijk in de mate waarin toeschouwer de oorspronkelijke expressie vd kunstenaar opnieuw beleeft/herschept.
Vgl conceptuele kunst
Kosuth
Joseph Kosuth (1945): het wezen van kunst = de idee (niet representatie/vorm, maar inhoudt is belangrijk)
Ready made
Marcel Duchamp (1887-1968) herdefinieert het wezen vd kunst. Verschuiving van verschijning naar concept. Geen mimesis (ambachtelijkheid), geen expressiviteit (schoonheid): kunstwerk dat geen kunstwerk is.
Welke kunst is gericht op dialoog tussen kunstenaar-publiek?
Conceptuele kunst: om te begrijpen, moet men vorm in verband brengen met ideeën vd kunstenaar/het concept vh werk. –> ontstaan dialoog, dat steeds kan worden vernieuwd.