voorzetsels Flashcards
1
Q
allergisch
A
voor
2
Q
bestaat
A
uit/in
3
Q
gevoelig
A
voor
4
Q
reden
A
met
5
Q
verwijst
A
naar
6
Q
geslaagd
A
voor
7
Q
interesseert zich
A
voor
8
Q
onttrokken zich
A
aan
9
Q
met betrekking tot
A
over
10
Q
in verband met
A
over
11
Q
ten gevolge van
A
door
12
Q
ten behoeve van
A
voor
13
Q
ten gunste van
A
voor
14
Q
naar aanleiding van
A
omdat/door