verhaspelingen Flashcards

1
Q

de temperatuur arsenaal meten

A

de temperatuur anaal meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vernauwingen in mijn ruggenmergel

A

vernauwingen in mijn ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dubbelen wat ik zal doen

A

dubben wat ik zal doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

op bevorderde leeftijd

A

op gevorderde leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

eindigen als een kaasplankje

A

eindigen als een kasplantje (weinig weerbaar persoon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

met rassensneden

A

met rasse schreden (heel snel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

soda aan de dijk brengen

A

zaden aan de dijk brengen (zaak vooruit helpen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly