verhaspelingen Flashcards
1
Q
de temperatuur arsenaal meten
A
de temperatuur anaal meten
2
Q
vernauwingen in mijn ruggenmergel
A
vernauwingen in mijn ruggenmerg
3
Q
dubbelen wat ik zal doen
A
dubben wat ik zal doen
4
Q
op bevorderde leeftijd
A
op gevorderde leeftijd
5
Q
eindigen als een kaasplankje
A
eindigen als een kasplantje (weinig weerbaar persoon)
6
Q
met rassensneden
A
met rasse schreden (heel snel)
7
Q
soda aan de dijk brengen
A
zaden aan de dijk brengen (zaak vooruit helpen)