voortplanting Flashcards

1
Q

wat houd bevruchting in?

A

versmelting spermacel met de eicel ter hoogte van tuba uterina in de ampulla ervan
vorming zygote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de voortplantingsorganen

man/vrouw?

A

gonaden

vrouw: ovaria
man: testes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Mons pubis?

A

de schaamheuvel

  • buitenste begrenzing van de vulva
  • bestaat uit onderhuids vetweefsel voor de symphysis pubis en wordt na de puberteit bedekt met schaamhaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn labiale majori/minora?

A

majori: grote schaamlippen
- prominente huidplooien
- bescherming bieden uitgangen vagina (ostium vaginae) en urethra (osteum urethrae externum)
- uitwendig: pigment en klieren
- inwendig: gladde roze structuur
minora: kleine schaamlippen
- kleine huidplooien
- erectiel weefsel
- kleine bloedvaatjes
- sensorische zenuwuiteinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de clitoris?

A
  • uitwendig orgaantje met erectiel weefsel
  • bestaat uit een wortel en een lichaam
  • corpus cavernosum clitoris
  • 2 crura: v-vormig en vormen glans v/d clitoris
  • osteum urethrae externum: post. van glans clitoris
  • zeer gevoelig
  • sterk geinnerveerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is hymen?

A
  • dun muceus membraantje binnen otium vaginae
  • tss vagina en vulva
  • maagdenvlies!
  • scheurt meestal tijdens 1ste seksuele contact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

functie vagina?

A
  • vormt inferior gedeelte geboortekanaal
  • kanaal afvoer menstruele vloeistof
  • kanaal ontvangt penis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functie van de uterus (baarmoeder)

A
  • mechanische bescherming en voeding aan zich ontwikkelende embryo en foetus geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

baarmoeder wordt in 2 delen gesplitst?

A
  1. corpus uteri
    - tss lig. latum uteri
    - fundus uteri: boven eileiders
    - isthmus uteri: boven cervix uteri
  2. cervix uteri
    - fibreus weefsel
    - surpavaginaal deel omvat
    - vaginaal deel omvat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de wand van de uterus heeft 3 lagen?

A
  1. endometrium
    - binnenste laag
    - actief tijdens menstruele cyclus
    - plaats innesteling na conceptie
  2. myometrium
    - middelste laag
    - glad spierweefsel
    - bloedvaten en zenuwen
  3. perimetrium
    - buitenste laag
    - visceraal peritoneum
    - ondersteund door dun laag BW
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de eileiders (tuba utera) heeft 4 zones?

A
  1. infindibulum
    - vingervormig
    - omgeeft mediale deel ovaria
    - 1 fimbrae gehecht aan posteriori zijde ovaria
    - bedekt met trilharen, bewegen in richting infindibulum
  2. ampulla
    - breedste, langste
  3. isthmus
    - dikste wandstructuur, verlengde van ampulla
  4. uterien gedeelte
    - kort, doorheen wand uterus
    - kleine hoeveelheid glad spierweefsel
    - peristaltische bewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke bloedvaten komen ovaria (eierstokken) binnen?

A

aa. ovaricae
vv. ovaricae
komen binnen via pilus ovarii

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

functie van de ovaria?

A
  • vorming vrouwelijke gameten
  • vorming en afgifte vrouwelijke geslachtshormonen (progesteron, oestrogeen)
  • afgifte inhibine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

leg de menstruele cyclus uit

A

er zijn verschillende fasen bij de menstruatiecyclus

  1. menstruele fase (folliculaire fase) dag 1-6
    - zorgt voor het afstaan van nieuw aangemaakt slijm
    - een deel van het slijm wordt behouden en klaargemaakt voor de volgende fase
  2. proliferatie fase dag 6-13 (folliculaire fase)
    - het slijmvlies wordt dikker en dikker
    - oestrogeen gehalte stijgt hier enorm net zoals LH
  3. eisprong dag 14 (ovulatie)
    - graafse follikel springt naar oppervlak ovarium
    - oestrogeen gehalte daalt weer
  4. secretaire fase dag 15-27 (lutéale fase)
    - progesteron gehalte stijgt hier enorm
    - slijmvlies zal steeds beter geschikt worden om een toekomstige zygote op te vangen
    - als de eicel niet bevrucht wordt sterft deze af en zorgt die voor afscheiding bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hormonale regulatie bij de vrouw?

A
  1. de hypothalamus zorgt voor een afgifte van GnRH
  2. de hypothalamus voorkwab zorgt dat er vorming en afgifte van FSH en LH
  3. in de ovaria zullen de follikels in ontwikkeling afgifte van inhibine en oestrogeen geven en afgifte progesteron door het gele lichaam
  4. hieruit ontstaat
    - effect op CZ
    - stimuleren bot en spiergroei
    - vorming en handhaving vrouwelijke secundaire geslachtskenmerken
    - onderhoud accessoire klieren en organen
    - stimulering groei en afgifte klierproducten endometrium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

functie vrouwelijke borst?

A
  • voorzien voeding voor pasgeboren kind

- voedingsstoffen via moedermelk opgenomen door melkklieren van borst afgegeven

17
Q

structuren op de borst?

A
  1. tepel (papilla mammae)
    - afvoergangen melkklieren
  2. areola (areola mammae)
    - gepigmenteerd cirkelvormig gedeelte huid rond de tepel
  3. melkklier (glandula mammaria)
    - afzonderlijke lobjes, om hun beurt opgebouwd uit kleinere lobjes
  4. ductus lactiferi
    - afvoerbuisjes van kleine lobjes, in nabijheid van papilla mammae worden deze breder en vormen groter compartiment: sinus lactiferi
18
Q

proces borstvoeding (lactatie)?

A
  1. einde 6de maand zwangerschap vormt voormelk
  2. pasgeborene 2-3 dagen oud drinkt de voormelk eerst
  3. melkklieren nu naar echte melk
  4. 2 hormonen zijn hierbij belangrijk
    - prolactine: vanuit hypofyse voorkwab, zorgt voor melksecretie
    - oxytocine: vanuit hypofyse achterkwab, zorgt voor melkejectie
  5. melk ter beschikking door
    - toeschiet reflex, wnnr kind aan de tepel begint te zuigen komt er een prikkeling voor afgifte 2 hormonen
19
Q

wat is de distale urethra?

A
  • vertrekt vanuit blaas
  • passeert urinebuis en prostaatklier
  • loopt doorheen diafragma urogenitale
  • naar bulbus penis
  • dan uitwendige deel penis urethra pars spongiosum
  • uiteindelijke uitmonding in osteum urethrae externum
  • afvoergangen glandula busbo-urethralis (Cowper-klieren)
20
Q

wat is het scrotum?

A
  • vlezige buidel die aan perineum hangt
  • bevat de voortplantingsstelsels of testikels (testes)
  • gescheiden door rapte scroti
  • septum scrotum met m. dartos
  • m. cremaster onder fascia spermatica externa en fascia cremasterica
  • fascia spermatica interna scheid opp teelbal van scrotum
  • zaadstreng (funiculus spermaticus)
21
Q

wat is een penis?

A
  • 2 corpora cavernosa
    omgeven door kapsel tunica albuginea
  • 1 corpus spongiosum
  • fascia penis profunda houd zwellichamen bij elkaar
  • basis van de penis is crura penis en bulbus penis
  • glans penis
  • uiteinde glans is osteum urethrae externum
  • a. dorsalis penis, a. centralis
  • v. doralis superficialis en v. dorsalis penis profundus
  • n. dorsalis penis en a. dorsalis penis