Voorbenen Flashcards
legger
zacht gezwel op top elleboog
< door chronische prikkeling bij het liggen op het hoefijzer; geneest moeilijk en komt frequent voor
gewichtsgal
zwelling aan buiten-voorzijde wegens chronische prikkeling
vlaamse stand
wijd in de ellebogen ( naar buiten gekeerd)
franse stand
nauw in de ellebogen
zwilwrat of kastanje
vereelte op binnenzijde onderarm
> sterker ontwikkeld bij minder edele paarden en kan makkelijk bijgesneden worden indien hinderlijk
haakbeenjte
bevind zich achteraan de voorknie en moet zich halfweg bevinden tussen de elleboog en de bodem
zwammige knie
met verdikte huid of met te veel onderhuids bindweefsel
ronde knie
te kort en/of te smal
> minder schokbreking
gekroonde knie
met littekens op de voorzijde door vallen of stoten
knierasp
dwarslopende groeven of spleten in de knieplooi (moelijk te genezen)
strijken in de knieen
het bewegend been raakt de voorknie van het steunbeen
bloedbuil
bij springpaarden of soms bij paarden die opstaan als eenrund
peesschedegallen
uitpuilingen vanuit kokers die strekpezen omvatten
gewrichtsgallen
tussen de strekpezen op de voorzijde
beenwoekeringen
extra kalkafzettingen
> wijzen op slijtage
bokbenigheid
de knie ligt voor de geciteerde ideale rechte lijn
> niet nadelig als onderarm en voorpijp lang genoeg zijn en de koot lang en schuin
> is de koot te recht, slijtage > paard trilt dikwijls in knieen
holle knieen / schaapsknieën
knie licht achter de ideale rechte lijn
> erger bij rijpaarden
X-benen
de knieeen komen te dicht bij elkaar
O-benen
de twee knieen staan te ver uit elkaar
spillebenen
lange fijne pijpen
> meestal onvoldoende gespierde onderarm
ingesnoerde knie
er is onder de voorknie een sterke versmalling van de pijp
> tamelijk groot gebrek
beenwoekeringen of schiefels
door slechte knieplaatsing, overbelasting, alle standafwijkingen
> op meerdere plaatsen
sore shin
soort schiefsel
langwerpig gezwel op de voorzijde van de pijp van jonge vluchters in training : spanningen op het beenvlies
ronde pijp
geen groef zichtbaar tussen pijp en buigpezen wegens te veel bindweefsels
> ongunstig
> bij trekpaarden door bijtende stoffen expres
peesinsnoering onder de knieplooi
wijst op onderontwikkeling
peesklap
gedeeltelijke scheuring van de verbindingspees
> zeer pijnlijk, geeft peeszwelling en kreupelheid
> kan genezen, maar hervallen is frequent
> vooral voorbenen
peesontsteking
pezen voelen warm en zijn dikwijls iets gezwollen
peesverkorting
chronische peesontsteking
> elastisch bindweefsel vervangen door niet-elastisch, odat het paard steil gaat staan in de koot
peesstelvoet
ergste vorm peesverkorting
peesschedegal
zwelling van de peesschede onder de knie of boven de kogel
> pees is belangrijke schokbreker
bindweefseloedeem
vochtopstapeling
peesschedegallen
tweelobbig vooraan zijdelings
gewrichtsgallen
lager en meer vooraan gelegen dan peesschedegallen
> gallen zijn een teken van slijtage en gaan dikwijls samen met een steilere koot
> erge gevallen beenwoekeringen
nauw in de kogels
de kogels staan te veel naar binnen, mogelijk strijken
> geen rotatie
wijd in de kogels
kogels staan te veel naar buiten
> geen rotatie
laag gekoot
extensiehoek is te klein, koot staat te schuin
> aanleding tot doortreden
> bij extreme gevallen kogel grond raken bij rennen
> gewrichtsbanden en pezen slijten sneller
steil gekoot
extensiehoek is te groot
< steltvoetig < overkoot
bij overkoot vvalt de koot achter de pijplijn
> geen schokbreking en struikelen is frequent
overbenen
beenwoekeringen thv overbelasting
zwikken in de koten
of laten schieten
het paard brengt de koot eerst naar voor en dan naar achter ipv licht door te treden
mok (droog of nat)
kloven aan de achterzijde
> huid wordt wratachtig en haren staan borstelig = egelvoet
beervoetigheid
de lijn kroon-koot-hoef staat bovenaan bol