Algemene begrippen paard Flashcards
Pony
max 148 cm
cob = dubbele pony
rond 150 cm
middelmatige gestalte
155-160 cm
grote gestalte
meer dan 160
tandbeen
dentine, ivoor
glazuur
kroonholte
infundibulum
wolfskiesje
P1
gevulde tand
kroonholte verdwijnen door afslijting
tandster
dentine die te zien is als geelachtge streep, evenwijdig lopend met de voorrand van de wrijfvlakte
2-3 jaar karakteristieke witte opklaring in centrum tandster
aftands paard
wanneer alle snijtanden gevuld zijn
groef van Galvayne
verticale groeve op bovenste I3
kopersnuit/ vossensnuit
roodbruin gekleurde haren op de neusrug en/of de snuit op een zwart of zwarbruin paard
sorrel
vos met gewassen of lichtere manen
muskaatschimmel
opkomend grijs in combinatie met bruinschimmel
stekelharigheid
gelokaliseerde inmenging van witte haren
> vooral in de streek van borst,buik, romp
kol: stipje
goed afgelijnd vlekje
kol: kolletje
is een vlek met een doorsnede van+- 1cm
bles: smalle bles
+- een vinger breed
bles: gewone bles
is +_ 2 vingers breed
brede bles
is +- een hand breed en gaat de neusrug licht te buiten
heel brede bles, witte voorkop of wit gezicht
bereikt beiderzijds de oogholten
eenzijdige witte voorkop
links of recht tot oogholte
wit hoofd
het wit bedekt de zijkanten van het hoofd
paddenmuil
donkere vlekken en stippen rond mond, lippen en neus
melkmuil
mond, lippen en neus zijn wit
> gesprenkelde melkmuil = met vlekjes
krotenmuil
mond, lippen en neus zijn roze gekleurd
meelmuil
ringvormige roomkleur rondom de mondopening
volledige bles
doorlopende combinatie van kol, bles en sneb
kroonrand of zoom
omringt ter hoogte van de kroon slechts de behaarde rand boven de hoef, tot 3 cm breed (laagste punt rond)
sokje
bereikt de volledige omtrek van de kootstreek
sok
bereikt en overschrijdt de volledige omtrek van het kogelgewricht
witvoet/ grote sok
bereikt de volledige omtrek van het kogelgewricht
half gelaarsd, grote witvoet, half witbeen
bereikt of overschrijdt de volledige omtrek van de onderste helft van de pijp
gelaarsd, witbeen
bereikt of overschrijdt de volledige omtrek van de voorknie of de sprong
hoog gelaarsd, hoog witbeen
bedekt een duidelijk deel van de volledige omtrek van de voorarm of de schenkel
kaliber
gewicht/schofthoogte
borstdiepte-index
borstdiepte/schofthoogte
pijpbeensterkte
omtrek voorpijp / lichaamsgewicht
zijdelings lichaamsformaat
schofthoogte / romplengte (lichaamslengte)
polsslag paard
44/min
hazenleger
holte ter hoogte van de elleboog wegens gebrekkige gespierdheid in deze streek
impulsie-centrum
functionele werking van kruis met rug
normale flankenslag
+_ 20/min
kortademige flankenslag
minstens 40/min
zware sportinspanningen flankenslag
tot +- 100/min
nicteren
wegname van een stukje van de onderste staartspieren
gemberen
een stukje bevochtigde gemberwortel wordt in de aars of in de vagina aangebracht
> staart omhoog gedragen door prikkeling
extensiehoek
aan de voorzijde van het gewricht
> bij vierkante stand gemeten op een steunend been met loodrechte pijp = 138,5 +-5
flexiehoek
aan de achterzijde van het maximaal geplooid gewricht
> bij horizontale pijp = 116,5 +- 8
hoek sprong-pijp
+- 140- 150 bij trekpaarden
+- 150-155 bij sportpaarden
taproot mares
stammoeders
winsom-index / coëfficiënt van welslagen
de verhouding tussen enerzijds de totale winsom van de nakomelingen van de hengst en anderzijds het product van de gemiddelde te verdienen winsom per paard in de actieve renpopulatie met het aantal nakomelingen van de hengst
stamina-index
erfelijke aanleg voor uithoudingsvermogen
bewaarpremies
uitkering als de paardeneigenaren hun paarden niet aan het buitenland verkochten