Middenhand Flashcards
karperrug
gebogen rug, wel zeer sterk. maar minder geschikt met zadelen.
> ernstige afwijking indien verworven: ( jonge, overwerkte, slijtage beenwerk, spijverteringsstoornissen, koliek)
> de dieren vangen zich gemakkelijk
zadelrug
rus is in het midden doorgezakt
> tijdelijk bij drachtige merries
blijvende zadelrug wijst op rugspierzwakte
ezelsrug
scherpe rug, meestal smal en dakvormig wegens te weinig gespierdheid
hooibuik/grasbuik
te ver uitpuilend aan de zijden
> hinderllijk bewegingen en ademhaling
hangbuik/koebuik
uitpuilend zij + te diep doorhangend > absoluut af te keuren.
tenzij drachtige merrie
opgeschorte/ opgetrokken buik
- goed bij engelse volbloeden > flanken wel vol uitzicht
- halfbloeden en trekpaarden minder goed > slechte eetlust; flanken hebben een hol uitzicht
naar onder gebogen lenden
ernstig gebrek
wolfslenden
overgang lenden-kruis vertoont een duidelijk niveauverschil
karperlenden
te sterk opgebogen
> vaak beenletsel doot te zwaar werk of ondervoeding
dubbele lenden
> extreme vorm = beladen lenden
zeer gespierd
> goed voor trekpaarden
> e
scherpe lenden
schraal bespierd
zwakke lenden
waggelende gang
lendenzwakte
zeer ernstige afwijking die op echte letsels wijst
> paard weigert achteruit te stappen
spinale ataxie
waggelende gang in rug en lenden tgv afwijkingen in de hersenstam ter hoogte van de nek
= dronken gang
hongergroef
holle ingevallen flank> driehoekige verdieping