Volwassenen Algemeen Flashcards

1
Q

4 soorten volwassenheid

A

Fysieke;
Persoonlijke;
Juridische;
Maatschappelijke;
=volwassenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is quaterlifecrisis?

A

(Tussen 20-30 jaar), Ontstaat als jongvolwassene beginnen te twijfelen aan hun levenskeuzes. Ze geraken droevig of depressief. Soms gaan ze met die twijfels aan de slag (zelfinzicht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is midlifecrisis

A

Ze beseffen dat ze halverwege hun leven zitten, ze staat er mee stil en stellen gemaakte keuzes is vraag, hebben nu het gevoel van haast maken. Wensen van lang geleden komen weer tot leven om probere waar te maken. ‘Nu of nooit’
Soms geeft het radicale verandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 gevolgen van quaterlifecrisis

A

1.ze willen alles goed doen
2. Willen betekenis hebben in leven
3. Juiste keuzes maken voor toekomst
4.gaat op zoek naar wat belangrijk en zinvol is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 gevolgen van midlifecrises

A

1.betekenis in het leven hebben
2. Vragen zich af of ze wel de juiste keuzes hebben gemaakt leidt tot onzekerheid of depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2soorten behoeften

A

Materiële; een voorwerp iets om vast te houden.
Immateriële; niet vastneembaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een Nood

A

Het gebrek aan iets hebben, echt noodzakelijk in ernstige of moeilijke situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een verlangen

A

Iets wat je graag wilt hebben maar niet nodig om te overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontstaat Armoede?

A

Als je niet kan voorzien van de basisbehoeften. Het is een geld te kort waardoor je in gebrek aan verschillende dingen leeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Kansarmoede

A

Meer dan tekort aan geld, situatie waarbij er weinig kansen beschikbaar om deel te nemen aan maatschappij(voornamelijk door de ouders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer ben je kansarm

A

Een gezin is kansarm als het slecht scoort op verschillende levensdomeinen, in de opleiding, werk, gezondheid, huis het zorgt voor zwakke positie in maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Armoede problemen voor het kind

A

Negatieve gevolgen voor opgroeien en ontwikkeling van een kind. Er komt een vicieuze cirkel; er doen problemen voor op veel vlakken, deze zijn in verband en versterken elkaar. Ze geraken er daar door moeilijk uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is sociaal rechtvaardige samenleving

A

Elk mens heeft recht op middelen om hun basisbehoeften te voorzien. Welzijn voor iedereen belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is sociaal onrechtvaardige samenleving?

A

Een toestand waarin het geestelijk en ook sociaal goed gaat, wordt er aan sommige basisbehoeften niet voldaan krijg je onrechtvaardige samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In België Sociale zekerheid

A

Via sociale bijdrage die we moeten betalen(werknemers, werkgevers,overheid) krijgen we veel bijdrage die ons helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

We hebben een vervaningsinkomen

A

Bij ziekte, ontslagen worden, pensioen, ongeval, werkloosheid

17
Q

We hebben aanvulling op het inkomen

A

Vakantiegeld of het groeipaket

18
Q

Solidariteitsprincipe

A

Iedereen moet solidair zijn aan elkaar en ondersteunen volgens hun eigen vermogen.

19
Q

De RSZ

A

Rijksdienst voor sociale zekerheid; een Belgische instelling die de bijdrage opneemt en weer herverdeelt aan wie dat nodig heeft,