Jongeren Volgens Kohlberg->Dilemma Flashcards

1
Q

Morele ontwikkeling

A

Ze gaan nadenken over wat goed en wat kwaad is in verschillende stadiums

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kinderen jonger dan 7 zitten in?

A

Preconventioneel stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Preconventioneel stadium de twee fases?

A

Fase1.Angst om gestraft te worden. Ze handelen volgens regels om straf te vermijden.
Fase2. Streven naar eigen belang, ze bepalen zelf of de gevolgen goed of kwaad zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kinderen tussen 7-12jaar zitten in?

A

Conventioneel stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Conventioneel stadium de twee fases?

A

Fase3.oordeel van sociale/interpersoonlijke omgeving. De mening van groep/persoon is belangrijk voor het verschil in goed en kwaad. Ze willen in de groep geaccepteerd worden.
Fase4.gedrag gericht op autoriteit
Ze denken in belang van de maatschappij, iets bijdrage aan sociale orde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Jongeren van 14 jaar zitten in?

A

Postconventioneel stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Postconventioneel de twee fases?

A

Fase5.persoonlijke overtuiging, ondergeschikt aan gezinsgemeenschap: goed en kwaad bestaat omdat de maatschappij regels heeft vastgelegd.
Fase6. Persoonlijke, Ethische principes: ze bouwen de maatschappij op over hoe zij denken dat het moet zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Morele en cognitieve niveau sterk in verband.

A

Bij het cognitieve vlak moeten we nadenken over dingen, en bij de morele ontwikkeling gaat dat verder. Want ze denken na over wat goed en kwaad is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly