Jongeren Algemeen Flashcards

1
Q

Drie bepalende factoren voor indentiteit

A

Nurture; in de sociale omgeving
Nature; Biologisch staat alles vast
Zelfbepaling; de keuzes die je zelf maakt, bepaald de vorming van je indentiteit,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Signante anderen

A

De personen die heel belangrijk zijn, met wie je een emotionele band hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe veranderd de indentiteit?

A

-Persoonlijke ervaringen; de dingen die je mee maakt
-relaties met anderen(omgeving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Identiteitsvorming(ingrijpende veranderingen op drie vlakke)

A

*lichamelijke veranderingen; borsten…
*Cognitieve veranderingen; twijfelen, kritischer
*Sociaal-emotioneel veranderingen; vrienden belangrijk, conflicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurd er bij indentiteitsverwaring (de gevolgen)

A

*ze herkennen hun zelf niet meer, lichamelijk en psychisch
*Relatieproblemen, minder concentratie, slecht gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een regel

A

Een vastgelegde afspraak die mensen met elkaar hebben gemaakt; kan geschreven of ongeschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een recht

A

Is een verzameling van geschreven rechts(regels) ze geven aan wat wel en niet mag en waar je recht op hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een rechtsregels

A

Ze komen voort uit Waarden en Normaal deze staan in de wet geschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Morele regels

A

Deze staan niet in de wet geschreven, maar zijn voor veel vanzelfsprekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is legaal

A

Iets wat volgens de wet is toegelaten en dus mag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is illigaal?

A

Een gedrag of handeling die tegen de wet is en dus niet mag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Als minderjarige ben je …onbekwaam (2soorten)

A

1.Handelingsonbekwaam; geen handelingen uitvoeren die rechtsgevolgen hebben zonder je ouder of voogd.
2. Proces-onbekwaam; je kan zelf niet naar de rechter stappen om voor jezelf op te komen dat moeten ouders/voogd doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3regels als hulpverlener die je moet nakomen

A

1.Iedereen moet doen wat het beste is voor jou.
2. Om jou rechten te gebruiken moet je bekwaam zijn.
3. Alle rechten zijn voor alle jongeren hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat als je bekwaam bent?

A

1.heb je recht hulp te vragen of te weigeren.
2.mag je je mening geven
3. Recht je hulpverlener te kiezen wanneer mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hulpverlener zijn gebonden aan Beroepsgeheim, waneer mogen ze dat verbreken.

A

Als jongeren in gevaar komen met iets.
Of vanaf ze iets strafbaar hebben gedaan en de rechter deze informatie nodig heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly