Voedingsleer Flashcards

1
Q

Functie water

A
  • bouwstof cellen
  • transportmiddel
  • temp. regulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ADH water

A

1,5-2 l per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Water: zin in

A
  • 600-900ml uit voedsel
  • 1000-1500 ml uit dranken
  • 400ml uit oxidatiewater (ademhaling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Water: defitientie

A
  1. Primaire dehydratie
  2. secundaire dehydratie
  3. relatieve dehydratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Water: intoxicatie

A

watervergiftiging (hyponatremie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Water: praktische voedingsadviesen

A
  1. hypotone vloeistoffen
  2. suikerhoudende dranken
  3. beperken van de vochtinname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Water: in het lichaam

A
  • interstitieel (tussen de weefsels
  • intravasculair (in de lymfe- en bloedvatenstelsel)
  • Intracellulair (in de cellen)
  • extracellulair (buiten de cel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Natrium: functie

A
  • regelen van vochtbalans
  • bloeddruk
  • prikkeloverdracht bij spierzenuwcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Natrium: ADH

A

2,5 g zout = 1 g Na

max 6 g zout per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Natrium: zit in

A
  • zout

- tomatensoep en brood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Natrium: defitientie

A

hyponatriëmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Natrium: intoxicatie

A
  • hoge bloeddruk

- nier problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Natrium: praktische voedingsadviesen

A

houd aan de ADH zout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Natrium: in het lichaam

A
  • in het botweefsel
  • binnen en buiten de cellen
  • is zuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kalium: functie

A
  • in stand houden osmotische waarde
  • verlagen bloeddruk
  • glycolyse en eiwitsynthese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kalium: ADH

A

Mannen: 3500mg
Vrouwen: 3100mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kalium: zit in

A

groente, fruit, brood, granen, vlees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Kalium: defitientie

A
  • verhoogd bloeddruk

- nierstenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Kalium: intoxicatie

A

nieren werken niet meer optimaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Kalium: praktsiche voedingsadviesen

A
  • kalium binnen krijgen in combinatie met weinig natrium of zout
  • DASH dieet
  • kalium wordt minder goed opgenomen als men veel koffie/alcohol drinkt
21
Q

Kalium: in het lichaam

A
  • zit veel in urine bij verhoogde cel afbraak
  • buiten en binnen de cel
  • is base
22
Q

Aldosteron:

A
  • hormoon zorgt tijdens de vorming van de urine voor het uitwisselen van natrium tegen kalium
  • helpt zo ook de bloeddruk te regelen
  • zorgt ervoor dat er meer natrium- en waterresorptie plaatsvind wanneer de bloeddruk te hoog is
    o meer kalium terug geresorbeerd
  • bloeddruk te laag: meer water en natrium terug geresorbeerd word
23
Q

Ijzer: ADH

A

Man: 9mg
vrouw: >overgang 9mg
vrouw:

24
Q

Ijzer: functies

A

onderdeel myoglobine in spieren, co enzym bij oxidatie en reductie

  • heemijzer= dierlijk
  • non-heemijzer = plantaardig + dierlijk
  • opslag in lever, milt en beenmerg
25
Ijzer: zit in
vlees, gevogelte, ei, brood, aardappelen en groenten
26
Ijzer: defitientie
bloedarmoede, - microcytaire anemie: ijzer tekort - macrocytaire anemie: B12 of B11 tekort - ijzergebrek anemie: beenmerg bevat amper ijzer
27
Ijzer: intoxicatie
beschadiging lever, hart, botten en endocriene systeem
28
Ijzer: risico groep
vruchtbaar en zwangere vrouwen
29
Zink: aDH
man: 9 vrouw: 7
30
Zink: functies
opbouw van eiwitten en nucleinezuur, vorming rode bloedcellen, stofwisseling eiwitten nodig bij benuttigen vit A
31
Zink: zit in
eiwitrijke producten; vlees en peulvruchten
32
Zink: defitientie
andere smaak, geen eetlust, langzame wondheling
33
Zink: intoxicatie
lichaam neemt geen koper en zink meer op waardoor er gebreken kunnen ontstaan
34
Seleen: ADh
man: 60 Vrouw: 50
35
seleen: functies
voorkomt vorming vrije radicalen,
36
seleen: zit in
groente uit de bodem, vlees, melk, eieren
37
Seleen: defitientie
keshanziekte
38
seleen: intoxicatie
verlies haren/nagels, knoflookadem, huiduitslag
39
koper: adh
0,9mg
40
koper: functie
vastleggen ijzer in hemoglobine, onderdeel enzymen die oxidatie scahde door vrije radicalen voorkomen
41
koper: zit in
groenten, fruit, orgaanvlees, noten, cacao, rozijnen en graanproducten
42
koper: defitientie
ernstig tekort: bloedarmoede, botontkalking
43
koper: intoxicatie
leverbeschadiging
44
fluoride: adh
man: 3,4 vrouw: 2,9
45
fluoride: functies
mineralistie botweefsel en tanden sterker maken
46
fluoride; zit in
drinkwater, thee, voedsel uit de zee
47
fluoride: deficientie
vatbaar voor tandbederf
48
fluoride: intoxicatie
fluorosis, glazuurverkleuring