Dietetiek Flashcards

1
Q

Energieverbruik:

A

15-30% lichamelijke activiteit
10% vertering
60-70% rustmetabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De 4 voedingstoestanden factoren

A
  1. Somatische factoren: feiten (BMI, eetlust, medicatie, leeftijd etc.)
  2. Functionele factoren: lichamelijk (knijpkracht, loopsnelheid etc.)
  3. Psychische factoren: (depressie, stress, motivatie)
  4. Sociale factoren: (werk, gezin, opleiding, financiële mogelijkheden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definitie overgewicht en obesitas

A

Zijn abnormale opeenhopingen van vet die de gezondheid kunnen beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Overgewicht diagnostisering

A
  1. BMI tussen de 25-29,9
  2. Buikomvang mannen 94-102cm
  3. Buikomvang vrouwen 80-88cm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Obesitas diagnostisering

A
  1. BMI hoger dan 30
  2. Buikomvang mannen 102 of hoger
  3. Buikomvang vrouwen 88 of hoger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Klachten obesitas en overgewicht

A
  1. verhoogd cholesterol (HDL is verlaagd)
  2. Hypertensie (hoge bloeddruk)
  3. Vetstapeling in spieren en lever
  4. Onvruchtbaarheid
  5. Darmklachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Risicofactoren overgewicht/obesitas

A
  1. Sociale omgeving
  2. Eten en omgevingseten
  3. Erfelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gevolgen/complicaties overgewicht/obesitas

A
  1. Diabetes type 2
  2. Hypertensie
  3. Niet meer reageren op insuline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diëtistische diagnose opstellen – medische gegevens

A
  1. Ziektebeeld (diagnose)
  2. Medische geschiedenis
  3. Dieetgeschiedenis
  4. Relevant medicijngebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dietistische diagnose opstellen – dietistische gegevens

A
  1. Hulpvraag en motivatie
  2. Voedingsanamnese afnemen
  3. Antropometrische gegevens
  4. Dagelijks eetpatroon
  5. Externe factoren (steun, werktijden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandelingsdoelen van de client (hoofd- en subdoelen) obesital/overgewicht

A

Gewichtsafname van 5-15% in een jaar. BMI 30-35= 300-500 gram gewichtsverlies per week. BMI >35 = reduceren lichaamsgewicht .5-1 kg per week.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Energiebeperkt dieet =

A

600 kcal minder dan gebruikelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dieetadvies overgewicht

A
  • 40-50% KH, 15-25% eiwitten, 30% vet, 2 liter vocht per dag
  • Bij insulineresistentie: 30% eiwit, 35% vet en 35% KH, 25-30 g vezels
  • 1 uur per dag matig intensief bewegen, ten minste 3x per week
  • Niet genoeg afvalt: verlaag de KH en verhoog vet en eiwit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diagnostisering hypertensie

A
  • <60: RR >140/90
  • > 60: RR >160/90
  • optimale RR: 120/80
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Klachten hypertensie

A

Meestal geen klachten maar bij extreem gevallen hoofdpijn, kortademigheid en duizeligheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Risicofactoren hypertensie

A
  1. overgewicht
  2. Stress
  3. Alcoholmisbruik
  4. Onvolwaardige voeding
  5. Geringe lichamelijke activiteit
17
Q

Gevolgen/complicaties hypertensie

A
  1. Hart- en vaatziektes
  2. Beroertes
  3. Nierfunctiestoornis
  4. Infarcten
  5. Hartfalen
18
Q

Doel behandelen hypertensie

A

Het verlagen van e bloeddrukwaarden en het behouden, normaliseren of verminderen van het lichaamsgewicht. Het ondersteunen van de werking van bloeddrukverlagende medicatie.

19
Q

Leefstijladviezen hypertensie

A
•	Indien nodig verminderen lichaamsgewicht
o	BMI 25-30: 5-10kg gewichtsafname
o	BMI >30: 10% gewichtsreductie
•	Indien nodig, stoppen met roken
•	Stressreductie
•	Voldoende lichaamsbeweging
20
Q

Dieetadvies hypertensie

A
  1. Bij medicijngebruik:
    a. Diuretica: voldoende kalium
    b. ACEremmers: geen zout vervangende mineraalmengsel
    c. Angiotensine-II-receptorblokker: handhaven natriumbeperking
  2. Natriumbeperkt tot max 2,400mg NA (=6 g zout)
  3. Verzadigd vet tot 10%
  4. Cafeine max 400mg per dag
  5. Flavonoiden en polyfenolen innemen (positief effect op vaatverwijding en bloeddrukverlaging)
21
Q

DASH-dieet

A

Laag in natrium en verzadigd vet. Hoog in kalium, magnesium, calcium en vezel → vergelijkbaar met de richtlijnen goede voeding.

22
Q

Hypercholesterolemie

A

Teveel cholesterol in het bloed. Cholesterol is nodig voor opbouw van celmembranen en hormonen. Te hoog kan leiden tot hart- en vaatziekte.

23
Q

LDL cholesterol

A

Slechte vorm van cholesterol → geproduceerd in de lever als reactie op verzadigde vetzuren. Teveel → aderverkalking

24
Q

HDL cholesterol

A

‘Goeie’ vorm van cholesterol → geproduceerd in de lever als reactie op onverzadigde vetzuren.

25
Q

Gezonde waardes cholesterol

A
  1. HDL
    a. Vrouwen: >1,3 mmol/l
    b. Mannen: >1 mmol/l
  2. LDL: <2,5 mmol/l
  3. Triglyceriden (VLDL): <2,3 mmol/l

Totale cholesterol/HDL = <5
Bij afwijking word hypercholesterolemie gediagnostiseerd!

26
Q

Klachten hypercholesterolemie

A

Hartinfarct en hartfalen

27
Q

Risicoprofiel hypercholesterolemie

A
  1. Weinig bewegen
  2. Veel verzadigd vet
  3. Overgewicht
  4. Diabetes
  5. Roken, stress en hypertensie
28
Q

Doel behandeling hypercholesterolemie

A

Normaliseren totaal cholesterolgehalte, overige lipiden en lichaamsgewicht. Leefstijlfactoren (roken) gezonder worden en meer bewegen.

29
Q

Dieetadvies hypercholesterolemie

A
  • verzadigd vet <10% en transvet <1%
  • vochtgebruik 1,5 liter per dag
  • matig zout: <6 g per dag
  • matig alcohol
  • toevoegen 2 a 3 gram plantensterolen (zitten in noten en soja bonen) per dag (verlagen cholesterol opname)
  • Antioxidanten nemen: 200 gram groente en 2 stuks fruit.
  • Niet roken, extra lichaamsbeweging