vocabulary: emotions, feelings & characteristics Flashcards
1
Q
thoughtful
A
doordacht
2
Q
vain
A
ijdel
3
Q
self-confident
A
zelfverzekerd
4
Q
sensitive
A
gevoelig
5
Q
absent-minded
A
afwezig
6
Q
aggressive
A
Agressief
7
Q
selfish
A
egoistisch
8
Q
moody
A
humeurig
9
Q
amusing
A
amusant
10
Q
silly
A
onnozel
11
Q
stubborn
A
koppig
12
Q
bossy
A
bazig
13
Q
nosey/nosy
A
nieuwsgierig/bemoeizuchtig
14
Q
fussy
A
kieskeurig
15
Q
clumsy
A
onhandig
16
Q
pushy
A
opdringerig
17
Q
spiteful
A
hatelijk
18
Q
generous
A
vrijgevig
19
Q
mean
A
gemeen
20
Q
outgoing
A
extravert
21
Q
easy-going
A
gemakkelijk in de omgang
22
Q
tense
A
gespannen
23
Q
cheerful
A
vrolijk
24
Q
miserable
A
ellendig
25
polite
beleefd
26
cheecky
brutaal/ondeugend
27
faint-hearted
flauw (bang zijn)
28
brave
dapper
29
unreliable
onbetrouwbaar
30
unpleasant
onaangenaam
31
impatient
ongeduldig
32
indecisive
besluiteloos
33
dishonest
oneerlijk
34
disloyal
ontrouw
35
immature
onvolwassen
36
insensitive
ongevoelig
37
intolerant
onverdraagzaam
38
gossip
roddel
39
big-head
groothoofd
40
coward
lafaard
41
couch-potato
bankhanger
42
generosity
vrijgevigheid
43
kindness
vriendelijkheid
44
carelessness
zorgeloosheid
45
sensitivity
gevoeligheid
46
gratitude
dankbaarheid
47
patience
geduld
48
rudeness
grofheid
49
tolerance
verdraagzaamheid
50
ashamed
beschaamd
51
blunt
bot
52
bored
verveeld
53
candid
openhartig
54
careless
onzorgvuldig
55
childish
kinderachtig
56
civil
burgerlijk
57
frank
openhartig
58
frivolous
frivool
59
fussy
kieskeurig
60
modest
bescheiden
61
nasty
vervelend
62
pushy
opdringerig
63
rude
grof
64
sensible
zinnig
65
shallow
oppervlakig
66
silly
dom
67
stunned
verbijsterd
68
witty
geestig
69
exhausted
uitgeput
70
guilty
schuldig
71
relieved
opgelucht
72
amazed
verbaasd
73
horrified
ontzet
74
wonderful
prachtig
75
appalling
verschrikkelijk
