Vocabulario SEM2 Flashcards
Het verjaardagsfeest
La fiesta de cumpleaños
Gemakkelijk, handig, comfortabel zijn
Ser cómodo/-a
Aan de druk weerstaan
Resistir la presión
Werk opgeven
Dejar el trabajo
De belasting
El impuesto
Gisterenavond
Anoche
Letten op
Estar atento/-a a
Zich concentreren
Concentrarse
Vergeten
Olvidar
Vinden
Encontrar
Applaudiseren
Aplaudir
Iemand interviewen
Entrevistar a alguien
De portefeuille stelen
Robar la cartera
Vooraf verwittigen
Avisar antes
Voldoende
Suficiente
Buitengewoon, uitzonderlijk
Maravilloso/-a
De huwelijksverjaardag vieren
Celebrar el aniversario
Vallen
Caer
Beïnvloeden
influir
Oordelen, beoordelen
Juzgar
Verplichten
Obligar
Parkeren
Aparcar
Zich vergissen
Equivocarse
Liegen
Mentir
Investeren
Invertir
Zodra
En cuanto
Verminderen, beperken
Reducir
Steun geven aan
Dar el apoyo a
Een portie
Una ración de
Een viersterren hotel
Un hotel de cuatro estrellas
De tweede wereldoorlog
La segunda guerra mundial
Sterven van de honger
Morir de hambre
De raad opvolgen
Seguir el consejo
Absurd zijn
Ser absurdo/-a
De studentenkaart
El carnet de estudiante
Een roman publiceren
Publicar una novela
De kinderen ophalen
Recoger a los niños
De kinderen brengen
Llevar a los niños
De kledij strijken
Planchar la ropa
Surfen op internet
Navegar por internet
Het schilderij
El cuadro
De tentoonstelling
La exposición
De stijl
El estilo
Nastreven
Pretender
Bestuderen
Explorar
Buiten
Fuera de
De fase
La etapa
Het parcours
El recorrido
Het werk
La obra
Kweken
Cultivar
Een ondernemer
Un empresario
De collega
El compañero/-a
Rechten studeren
Estudiar Derecho
De loonsverhoging
El aumento de sueldo
De dokterspraktijk
La consulta de médico
De leidinggevende manager
El ejecutivo
De aandacht trekken van
Llamar la atención de
Op het einde van
A finales de
Passen in
Caber en
De broekzak
El bolsillo
Gewoon, alledaags zijn
Ser común
Bijna
Casi
Toen, dan, dus
Entonces
Zonder tussenpozen
Sin interrupción
Ongelooflijk
Increíble
De match
el partido
De trap afgaan
Bajar las escaleras
De geldautomaat
El cajero automático
Slagen voor
Aprobar
De trap
La escalera
Goede cijfers
Sacar buenas notas
Verwittigen
Avisar
Heel klein
Pequeñito
Het bos
El bosque
Het platteland
El campo
De schuur
La granja
De koe
La vaca
De ezel
El burro
Het varken
El cerdo
Verboden zijn
Estar prohibido/-a
Geweldig, schitterend
Estupendo/-a
De zoetigheid, het snoepgoed
Los dulces
Zich herinneren
Recordar
Plakken, kleven
Pegar
Nauwelijks
Apenas
Doden
Matar
Behandelen
Tratar
De troost
El consuelo
Mollig zijn
Ser gordito/-a
Geduld hebben
Tener paciencia
Iets gaan drinken
Ir a tomar algo
In het begin
Al principio
Auto rijden
Conducir
Veel
Un montón
Vermageren
Adelgazar
Groeien
Crecer
De wijk
El barrio
De oogst
La cosecha
De rauwe vis
El pescado crudo
Op de grond
En el suelo
Een hoop mensen, ontzettend veel mensen
Un montón de gente
Eergisteren
Anteayer
Ineens
De pronto, de repente
Opstaan
Levantarse
Beginnen te
Empezar a, ponerse a
Cadeau doen
Regalar
Vuil zijn
Estar sucio/-a
De bouw
La construcción
Het toerisme
El turismo
De oliesector
El petróleo
De drankensector
Las bebidas
De bankwereld
La banca
De telecomsector
Las telecomunicaciones
De textielsector
El textil
De distributie
La distribución
Het luchtvervoer
El transporte aéreo
De energiesector
La energía
Het verzekeringswezen
Los seguros
De automobielsector
El automóvil
Een handelsschool
Una escuela de negocios
Een school voor marketing
Una escuela de marketing
Een school voor toerisme
Una escuela de turismo
Een talenschool
Una academia / escuela de idiomas
Een luchtvaartmaatschappij
Una compañía aérea
Een verzekeringsmaatschappij
Una compañia de seguros
Een keten van kledingwinkels
Una cadena de tiendas de ropa
Een hotelketen
Una cadena de hoteles
Een voedingsbedrijf
Una empresa de alimentación
Een informaticabedrijf
Una empresa de informática
Een petrochemisch bedrijf
Una empresa petroquímica
Een telecombedrijf
Una empresa de telecomunicaciones
Een architectenbureau
Un despacho de arquitectos
Een reclamebureau
Una agencia de publicidad
Een bank
Un banco
Een zaak, een bedrijf
Un negocio
Een zakenman
Un hombre de negocios
De zakenwereld
El mundo de negocios
Een bureau, een kantoor
Un despacho, una oficina
Een groot bedrijf
Una gran empresa
Een middelgroot bedrijf
Una mediana empresa
Een klein bedrijf
Una pequeña empresa
Een kmo
Una PYME
Een staatswinkel voor o.a. tabak, postzegels
Un estanco
Een kiosk
Un quiosco
Een reisbureau
Una agencia de viajes
Een bank
Un banco
Een cibercafé
Un cibercafé
Een postkantoor
Una oficina de Correos
De post
Correos
De verkoopafdeling
El departamento comercial / de ventas
De marketingafdeling
el departamento de márketing / marketing
De receptie en de infobalie
La recepción y la información
De algemene leiding
La dirección general
De research and development-afdeling
El departamento de investigación y desarrollo
De financiële afdeling
El departamento financiero / de finanzas
De administratie
La administración
De productieafdeling
El departamento de producción
De personeelsdienst
El departamento de personal / de RRHH (recursos humanos)
De opleidingsdienst
El departamento de formación
De logistiek
La logística
De vertegenwoordiger
El representante
De klant
El cliente
De prijs
El precio
De verkoop (verkopen)
La venta (vender)
De (aan)koop (kopen)
La compra (comprar)
(Ver-)huren
Alquilar
De export (exporteren)
La exportación (exportar)
De import (importeren)
La importación (importar)
Verdelen
Distribuir
De concurrentie (concurreren)
La competencia (competir)
De markt
El mercado
De reclame
la publicidad
De communicatiemiddelen
Los medios de comunicación
Het publiek
El público
De advertentie
El anuncio
Promoten
Promocionar
Het logo
El logotipo
Het merk
La marca
Het marktonderzoek
El estudio de mercado
De trend
La tendencia
Op de markt brengen
Lanzar al mercado
De werknemer
El trabajador / el empleado
De functie
El cargo / la función
Interviewen
Entrevistar
De aanwerving (aanwerven)
La contratación (contratar)
Deeltijds
a tiempo parcial
De ervaring
La experiencia
Het salaris
El salario
De loonsverhoging
El aumento salarial
De bedrijfswagen
El coche de la compañia
De ingenieur
El ingeniero
De industrie
La industria
Het product, de productie (produceren)
El producto, la producción (producir)
De fabriek, de fabricage, de fabrikant (fabriceren, vervaardigen)
La fábrica, la fabricación, el fabricante (fabricar)
Het ontwerp (ontwerpen)
El diseño (diseñar)
De verpakking
El envase
De goederen
Las mercancías
De leverancier
El proveedor / el suministrador
De (spits)technologie
La tecnología (punta)
De innovatie
La innovación
De kwaliteitscontrole (controleren)
El control de calidad (controlar)
De boekhouder, de boekhouding
El contable, la contabilidad
Het boekjaar
El ejercicio
Het budget
El presupuesto
Het business plan
el plan de empresa
De kosten
Los costes
Rendabel
Rentable
De rekening
La cuenta
Het kapitaal
El capital
De beursgang, op de beurs genoteerd zijn
La salida a Bolsa, estar cotizado en la Bolsa
Het aandeel, de aandeelhouder
La acción, el accionista
De investering, de investeerder (investeren)
La inversión, el inversor (invertir (ie))
De schaar
Las tijeras
De balpen
El bolígrafo
Het toetsenbord
El teclado
De laptop
El portátil
Het potlood
El lápiz
De perforator
La perforadora
De printer
La impresor
De plakband
El celo
De gom
La goma de borrar
De ringmap, classeur
El archivador
Het scherm
La pantalla
De lamp
La lámpara
De telefoon
El teléfono
De muis
El ratón
De nietjesmachine
La grapadora
Het fotokopieermachine
La fotocopiadora
De map
La carpeta
Het internet
La red
Een zoekmachine
Un buscador
Uploaden
Cargar / subir
De cursor
El cursor
De homepage
La página principal
De link
El enlace
Registreren
Registrar
De toegangscode, het wachtwoord
La clave de acceso
Downloaden
Bajar / descargar
Printen
Imprimir
Bewaren
Guardar
De bestanden
Los archivos
Het wachtwoord
La contraseña
De login
El login
De gebruikersnaam
El nombre de usuario
Een bord (school-, krijtbord)
Una pizarra
Een overheadprojector
Un retroproyector
Een transparant, een slide
Una transparencia
Een viltstift
Un rotulador
Een dvd-speler
Un reproductor de dvd
Een beamer
un cañon de proyección
De oprichting van een bedrijf (oprichten)
La creación / la fundación de una empresa
De groep
el grupo
De vennootschap
La sociedad
De leider
La fusión
Het filiaal
La sucursal
De eigenaar
El propietario
De baas
El jefe / el director
De kaderleden
Los directivos
Het beheer
La gestión
De benedenverdieping
La planta baja
De 1e, 2e, 3e, … verdieping
La primera segunda, tercera, … planta
De consument (consumeren)
El consumidor (consumir)
De consumptie/ het verbruik
El consumo
de BTW
el IVA (el impuest sobre el valor añadido)
de (potentiële) klant
el cliente (potencial)
De leverancier (leveren)
El suministrador / proveedor (suministrar)
De levering (leveren)
la entrega (entregar)
Een bestek, raming, prijsopgave + een budget
El presupuesto
De aankoop - de koper (kopen)
La compra - el comprador (comprar)
De verkoop - de verkoper (verkopen)
La venta - el vendedor (vender)
Een marktonderzoek
Un estudio / sondeo de mercado
Een enquête houden
Hacer una encuesta
Een (jaar)beurs, een vakbeurs
Una feria
Een stand
El stand
Een vertegenwoordiger
Un (agente) comercial, un representante
De commissie
La comisión
De catalogus
El catálogo
Een offerte, een aanbod (aanbieden)
Una oferta (ofrecer)
Vrijblijvend
Sin compromiso
Een staal
una muestra
Een veiling
Una subasta
Een order plaatsen (bestellen)
Hacer un pedido (pedir)
Een onderhandeling (onderhandelen)
Una negociación (negociar)
Het koopcontract
El contrato de compraventa
De prijs verhogen / verlagen
Subir (aumentar) / bajar el precio
Een korting / vermindering
Un descuento / una rabaja
De prijslijst
La lista de precios
Een dossier
Un expediente
De concurrentie, de concurrent (concurreren)
La competencia, el competidor (competir)
Het assortiment
El surtido
Een merk
Una marca
De doelgroep
El grupo objetivo / el grupo meta
Op maat
a medida
De terugbetaling (terugbetalen)
El reembolso (reembolsar)
Een reserveonderdeel, wisselstuk
La pieza de recambio
De balans
El balance
Inkomsten en kosten
Los ingresos y gastos
Uitbesteden
Subcontratar
De winstmarge
El margen de beneficios
De winst
El beneficios
Productiviteit (produceren)
La productividad (producir)
Een besparing (sparen/bezuinigen)
Un ahorra (ahorrar/economizar)
De factuur
La factura (facturar)
Een klacht indienen
Hacer una reclamación
De omzet
El volumen de negocios / la cifra de venta
Het bedrag overschrijven (een overschrijving)
Transferir el importe (una tranfserencia)
Een investering (investeren) een investeerder
Una inversión (invertir), un inversor
Mediaplanning (plannen)
La planificación / estrategia de medios publicitarios (planificar)
Een handelaar / middenstander
El comerciante
Een vennoot, partner
Un socio
Een besloten vennootschap
La sociedad (de responsabilidad) limitada
Een naamloze vennootschap
La sociedad anónima (SA)
Een multinational
Una empresa multinacional
Een kmo
Una pyme
Een filiaal - de hoofdzetel
Una sucursal <> la sede principal
de oprichter (oprichten)
El fundador (fundar)
de Raad van beheer
el consejo de fabricación
de directie, het management
la dirección
de adviseur / consultant
el asesor
in vergadering zijn
estar reunido / a (s)
fabricagefout
Un defecto de fabricación
magazijn (opslaan)
El almacén, el depósito (almacenar)
In voorraad hebben
Tener en almacén
De voorraad
Las existencias, el stock
De groothandel / de groothandelaar
El comercio al por mayor / el mayorista
De detailhandel / de kleinhandelaar
El comercio al por menor / el minorista
Invoerder - import (importeren)
El importador - la importación (importar)
Uitvoerder - export (exporteren)
El exportador - la exportación (exportar)
De zending (verzenden)
El envío (enviar)
De leveringsdatum
La fecha de entrega
De leveringstermijn
El plazo de entrega
Het ontvangstbewijs, een reçu
El recibo
Het schiereiland
La península
Een volksfeest
Una fiesta popular
Een stierenfeest
Una fiesta taurina
Een jaarmarkt, kermis
Una feria
Een feestkalender
Un calendario festivo
Het meerennen met de stieren
El encierro
Stierenarena
Plaza de toros
Patroonsheilige-
Patrón
Stieren-
Taurino/-a
Gooien
Tirar
Gezang
Cante
Rijp
Maduro
Een klacht
Una queja
Houden/vieren
Celebrar
De processie
La procesión
Het vuur
El fuego
De muts
El gorro
Verbranden
Quemar
De voetzoeker
El petardo
Een trouwfeest
una boda
Een begrafenis
Un entierro
Een afscheid
Una despedida
