Vocabulario: Caminos U9 Flashcards
Persoonlijke betrekkingen
Las relaciones personales
Bij de familie horen
ser de la famlia
Team, ploeg
el equipo
Collega
el/la colega
Werk
el curro
Dienst, service
el servicio
dezelfde
el/la mismo/-a
Bericht, sms’je
El mensaje
Aan wie?
¿A quién?
Gebruiken
Usar
Contact opnemen met
Ponerse en contacto con
Ouders
Los padres
kleinkind, kleinzoon/kleindochter
el/la nieto/-a
Lievelings-
Pereferido/-a
Verliefd (op)
Enamorado/-a
Generaal
El general
Gepensioneerd
Jubilado/-a
De echtgenoot
El marido
Opa/oma
El/la abuelo/-a
Vijand(in)
El/la enemigo/-a
Vader
El padre
Gefrustreerd
Frustrado/-a
Oppositie
La oposición
Oom/tante
El/la tío/-a
Docente geneeskunde
el/la profesor/a de medicina
Vrouw, echgenote
La mujer
Moeilijk, zwaar
Difícil
Journalist(e)
El/la periodista
Jong
Joven
(jongere) zus
La hermana (menor)
Gescheiden
Separado/-a
Vermoord
asesinado/-a
In een goede stemming, met een goed humeur
De buen humor
Vrijgevig (jegens)
Generoso/-a (con)
(oudere) broer
El hermano (mayor)
Dynamisch
Dinámico/-a
Fobie (voor)
La fobia (a)
Enig
Único/-a
Neef/nicht (kind van oom/tante)
el/la primo/-a
Nachtleven
la vida nocturna
avontuur
la aventura
schuinschrift
la cursiva
neef/nicht (kind van broer/zus)
El/la sobrino/-a
echtgenoot/echtgenote
el/la esposo/-a
Uitvinden, verzinnen
Inventar
Kop, titel
El título
Thriller, detective
La novela policíaca
Gelijk, hetzelfde
Igual
Achternaam
El apellido
Lid
el miembro
grootouders
los abuelos
broers en zussen
los hermanos
Ouders
los padres
regelmatig
con frequencia
buurman/buurvrouw
el/la vecino/-a
Hit (liedje)
La canción de moda
Zomer
El verano
Moordernaar(es)
El/la asesino/-a
Indentificeren
Identificar
Uitleggen
Explicar
Ons, onze
Nuestro/-a
Aangepast
Adaptado/-a
Bezittelijk voornaamwoord
El posesivo
Jullie
Vuestro/-a
In heel Spanje
En todo España
Eenvoud, ongekunsteldheid
la naturalidad
het enige
lo único
Kerstmis
La(s) Navidad(es)
Halfbroers en -zussen
Los medio hermanos
centrum, midden
Centro
zijde
el lado
combineer
combine
tonen
mostrar
(zich) voorstellen, indenken
imaginar (se)
inhoud
el contenido
vertaling
la traducción
…uit het begin ..
… de principios de…
eeuw
el siglo
Europees
Europeo/-a
Geboortecijfer
la tasa de natalidad
Geboren worden
nacer
laag
bajo/-a
echter
sin embargo
weggaan
irse
spoedig, snel
pronto
woning
la vivienda
jongeren
los/las jóvenes
werkloos zijn
estar sin trabajo
vormen
Formar
paar, stel
la pareja
in vergelijking met
en comparación con
samenleving
la sociedad
scheiding
el divorcio
0.5 promille
0.5 por mil
wet
la ley
hoog
alto/-a
buiten (om)
fuera (de)
huwelijk
el matrimonio
noch, en ook niet
ni
vrijgezel, alleenstaand
soltero/-a
samenwonen
convivir
ettelijke, heel wat
bastantes
samen
juntos/-as
aspect
el aspecto
verslag
el informe
scheiden
divorciarse
steeds minder kinderen
cada vez menos niños
trouwen
Casarse
verrassen
sorprender
Reageren
reaccionar
vreugde
la alegría
verdriet
la pena
Werkelijk?, echt?
¿De verdad?
Serieus?
¿En serio?
Dat kan niet waar zijn
¡No puede ser!
Wat zeg je me nu?
¿Qué me dices?
Ongelooflijk!
¡Increíble!
Mijn god!
¡Dios mío!
Wat een geluk!
¡Qué suerte!
Wat ben ik daar blij om!
¡Cuánto me alegro!
Zonde!, Wat jammer!
¡Qué pena!
Wat spijt me dat!
¡Cuánto lo siento!
Contact opnemen
entrar en contacto
sturen, zenden
mandar
faculteit, universiteit
la facultad
de jongen met de rode trui
el chico del jersey rojo
(hij/zij) zit naast me
Está sentado a mi lado
Zij met dat lange haar
la del pelo largo
het haar
el pelo
yoga
el yoga
met elkaar opschieten, elkaar begrijpen
entenderse
de blonde op de hoek
el rubio de la esquina
blond
rubio/a
sport(st)er
el/la deportista
surfer
hacer surf
een baard hebben
llevar barba
gezet, mollig
gordito/-a
Ecuadoraan(se)
El/la ecuatorioano/-a
Intelligent
Inteligente
Temperament
El temperamento
Nog niet
Todavía no
Tamelijk
bastante
Aangenaam, aardig
agradable
Karakter
El carácter
Lijken, overkomen
Parecer
Verlegen
Tímido
Serieus
Serio/-a
Donker (haar)
Moreno/-a
Dik
Gordo/-a
Slank
Delgado/-a
Klein
Bajo/-a
Lang
Alto/-a
Knap
Guapo/-a
Gezellig
Sociable
Snor
El bigote
Bruin haar hebben
Tener el pelo castaño
Blauwe ogen hebben
Tener los ojos azules
Oog
El ojo
Kaal
Calvo
Sollicitatiegesprek
La entrevista de trabajo
Kaart(je), formulier
La ficha
Persoonlijk
personal
Verzekering
El seguro
(Persoons)-gegevens
los datos (personales)
een gegeven
el dato
nationaliteit
la nacionalidad
Geboortedatum
La fecha de nacimiento
Burgerlijke staat
el estado civil
Woonplaats
el domicilio
opmerking
La observación
Kandidaat/ kandidate, sollicitant(e)
El/la candidato/-a
Sinds
desde hace
Madrileen(se)
El/la madrileño/-a
Reden
el motivo
gezins-
Familiar
nerveus
nervioso/-a
Ontspannen
Relajado/-a
De indruk
La impresión
Algemeen
General
Positief
Positivo/-a
Personeelschef
el jefe de personal
Deskundige, vakman/vakvrouw
El/la experto/-a
Peruaan(se)
El/la peruano/-a
Ziek
Enfermo/-a
Zich herinneren
Acordarse de
Beschrijving
La descripción
Ambitieus
Ambicioso/-a
Ontmoetingsplek, trefpunt
El punto de encuentro
Gezelschap
La compañia
Samen de vrij tijd doorbrengen
Compartir el tiempo libre
(uit-)oefenen
practicar
Spaanssprekende persoon, Spaanstalige
El/la hispanohablante
(zit-)plaats
la plaza
Benzinekosten
los gastos de gasolina
goedkoop
De forma barata
Rugzak
la mochila
Alleenstaande moeder
la madre soltera
Vriendschap
La amistad
het plan, het voornemen
el plan
gemeenschappelijk
común
oprechtheid
la seriedad
Deelnemer/deelneemster aan een excursie
el/la excursionista
uitbreiden
ampliar
vrolijk
alegre
ik zou graag
me gustaría
vriendschap sluiten
entablar amistad
vrij tijd
el tiempo libre
zin krijgen/ hebben
animarse
joggen
hacer footing
vormer
formar
muziekgroep, band
el grupe de música
pianospelen
tocar al piano
website, homepage
la página web
Spaanse les
las clases de español
in ruil voor, tegen
a cambio de
biografie
la biografía
Kies uit
elija
uitkiezen
elegir
schrijf
escriba
uiterlijk
el aspecto físico
Voorkeur
el gusto
formuleer
formule
