Vocabulaire P.101-104 Flashcards
De hoofdstad
La capitale
De windturbine
L’éolienne (f)
De boerderij
La ferme
Het appartementsgebouw
L’immeuble (m)
De levering
La livraison
De vluchteling
Le réfugié
La réfugiée
De dakloze
Le SDF (sans domicile fixe)
De toren
La tour
De golf
La vague
Zelfstandig, onafhankelijk
Autonome
Benadeeld, minder begunstigd, kansarm
Defavorisé(e)
Duurzaam
Durable
Efficiënt
Efficace
Absoluut noodzakelijk
Indispencable
Ondersteund
Soutenu(e)
Onthalen, verwelkomen
Accueillir
Bereiken
Atteindre
Opvangen
Capter
Het hoofd bieden aan
Faire face à
Bevoordelen
Privilégier
Bevoordelen
Privilégier
Voorstellen (om)
Proposer (de)
Het gebouw
Le bâtiment
De wolkenkrabber
Le gratte-ciel
De miljoenenstad, de megapool
La mégapole
De ondergrond, de kelderverdieping
Le sous-sol
Gigantisch, reusachtig
Gigantesque
Stads-, stedelijk
Urbain(e)
Van onderdak voorzien
Abriter
Onderdak verschaffen
Hérberger