Vocabulaire Les Médias Flashcards
Het abonnement
L’abonnement (m)
De activiteit
L’activité (f)
Het voordeel
L’avantage (m)
De bibliotheek
La bibliothèque
De communicatie
La communiction
De ontwikkeling
Le développement
Het nadeel
L’inconvénient (m)
Het interview
L’interview (f)
De brief
Le lettre
Het boek
Le livre
De boodschap, het bericht
Le message
Het publiek
Le public
De doelgroep
Le public cible
Prettig
Amusant(e)
Dom
Bête
Interessant
Intéressant(e)
Vrij
Libre
Stom
Nul, nulle
Dol zijn op, heel graag zien
Adorer
Houden van, graag zien
Aimer
Communiceren
Communiquer
Luisteren (naar iets)
Écouter (quelque chose)
Horen
Entendre
Lezen
Lire
Spreken over
Parler de
Een abonnement nemen
Prendre un abonnement
Nadenken
Réfléchir
(Naar iets) kijken
Regarder (quelque chose)
Zich abboneren (op)
S’abonner (à)
Zich richten tot
S’adresser à
Zich herinneren
Se souvenir de
Zich interesseren voor
S’intéresser
De app
L’appli(cation) (f)
De klik
Le clic
De surfer (op het internet)
L’internaute (m/f)
De link
Le lien
Het passwoord
Le mot passe
De zoekmachine
Le moteur de recherche
De login, de gebruikersnaam
Le nom l’utilisateur
De melding
La notification
De ICT
Les TIC
Digitaal
Numérique
Toegang hebben tot
Avoir accès à
Klikken
Cliquer
De computer uitzetten
Éteindre l’ordinateur
(Een app) instaleren
Installer (un appli)
Surfen (op het internet)
Naviguer (sur internet)
Bewaren, opslaan
Sauvegarder
Zich aanmelden
Se connecter
Zich uit de slag trekken
Se débrouiller