voc. p. 60 how to express a point of view Flashcards
1
Q
volgens mij
A
in my opinion, …
as i see it, …
2
Q
ik ben ervan overtuigd dat
A
i am convinced that
3
Q
volgens (hem, de auteur, de tekst)
A
according to (him, the author, the text)
4
Q
sommige mensen beweren
A
some people claim
5
Q
ik bedoel dat
A
what i mean is
6
Q
we kunnen niet ontkennen dat
A
we cannot deny that
7
Q
ik ga (niet) akkoord
A
i (do not) agree
8
Q
ik ben voor
A
i am in favour of
9
Q
ik ben tegen
A
i am opposed to
10
Q
kortom
A
in brief
11
Q
integendeel
A
on the contrary
12
Q
bovendien
A
moreover
13
Q
trouwens
A
besides
14
Q
dus, als gevolg daarvan
A
as a result
15
Q
echter
A
however
16
Q
alhoewel
A
although
17
Q
ondanks
A
despite
18
Q
omdat, aangezien
A
since
19
Q
door, vanwege
A
because of/ due to
20
Q
vandaar, bijgevolg
A
therefore
21
Q
niet alleen … maar ook
A
not only … but also
22
Q
anderszijds
A
on the other hand
23
Q
in plaats van
A
instead