p.104-106 Flashcards

1
Q

suikergoed en gebak

A

confectionery

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat de keuken of kookkunst betreft

A

culinary

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een kookstijl (eigen aan een regio)

A

a cuisine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zuivel

A

dairy (niet hetzelfde als a dairy, dat is een melkerij)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ons dagelijks eten, voedsel

A

diet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gezonde eetgewoonte

A

a healthy diet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een gerecht

A

a dish

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een schaal, schotel

A

a dish

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een gerecht bereiden

A

to cook a dish

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een (voedsings)vezel

A

a fibre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

(een) smaak

A

(a) flavour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kruiden en specerijen

A

herbs and spices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een ingrediënt

A

an ingredient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voeding, voedingsleer

A

nutrition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voedzaam

A

nutritional

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een lunchpakket

A

a packed lunch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

deeg (ontelbaar)

A

pastry

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

gebak (taart- ontelbaar)

A

pastry

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

een gebakje (telbaar)

A

a pastry

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

een taart (zoet of hartig)

A

a pie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

een recept

A

a recipe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

zeevruchten

A

seafood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

smaakmaker (bv. zout of peper)

A

seasoning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een portie (2)

A

a serving/ a portion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
opdienen, serveren
to serve
26
dit is een recept voor vier personen
this recipe serves four
27
zoet
sweet
28
hartig
savoury
29
smakelijk, lekker
tasty
30
smakelijk, lekker, geurig
flavourful
31
lekker
yummy
32
heerlijk
delicious
33
verrukkelijk (2)
delightful/ scrumptious
34
om van te watertanden
mouth-watering
35
flauw (smaak)
bland
36
samengesteld (van smaak)
complex
37
walgelijk
disgusting
38
kenmerkend
distinctive
39
onaangename (smaak)
disagreeable
40
eigenaardig
peculiar
41
weerzinwekkend
revolting
42
papperig
mushy
43
zoet
sweet
44
gekruid
spicy
45
zuur
sour
46
zout
salty
47
bitter
bitter
48
hartig
savoury
49
niet gaar
undercooked
50
overgebakken, te gaar gekookt
overdone
51
verbrand
burnt
52
vetrijk, zwaar
rich
53
genotzuchtig
decadent
54
vegetarisch
vegetarian
55
veganistisch
vegan
56
gekruid
seasoned
57
glutenvrij
gluten-free
58
verwijzend naar vlees dat geslacht is volgens de islamitische eisen
halal
59
koosjer, onder rabbinaal toezicht
kosher
60
krokant
crispy
61
gezond
healthy
62
vers
fresh
63
een pan
a frying pan / skillet
64
(keuken) tang
tongs
65
pasta lepel/schepper
a pasta spoon
66
een pollepel
a ladle
67
een schuimspaan
a skimmer
68
een garde
a whisk
69
een rasper (2)
a grater/ zester
70
een timer
a timer
71
keukenschaar
kitchen shears
72
pizza snijder
a pizza cutter
73
een chef's mes
a chef's knife
74
een broodmes
a bread knife
75
een deegroller
a rolling pin
76
een vork
a fork
77
een mes
a knife
78
een lepel
a tablespoon
79
een theelepel
a teaspoon
80
een schiller
a peeler
81
een borstel
a brush
82
een spatel
a spatula
83
een houten lepel met gleuven
a slotted wooden spoon
84
een houten lepel
a wooden spoon
85
een snijplank (2)
a cutting board / chopping board
86
een plaat
a plate
87
een fles openener
a bottle opener
88
een beker
a cup
89
een kom
a bowl
90
koken
to boil
91
frituren
to deep-fry
92
bakken
to fry
93
grillen
to grill
94
een pan verhitten
to heat a pan
95
pocheren
to poach
96
roosteren
to roast
97
sudderen
to simmer
98
stomen
to steam
99
wokken
to stir-fry
100
(gevogelte) voorsnijden
to carve (poultry)
101
hakken
to chop
102
(een slaatje) overgieten met een saus
to dress (a salad)
103
in blokjes snijden
to dice
104
gerneren
to garnish
105
marineren
to marinade
106
schillen
to peel
107
gieten
to pour
108
klaarmaken (van voedsel) (2)
to prepare/ to prep
109
kruiden (van voedsel)
to season
110
in plakjes snijden
to slice
111
opvullen
to stuff
112
mengelen, husselen
to toss
113
een houder (bokaal, fles, doosje,...)
a container
114
milieu, leefomgeving
environment
115
gerelateerd aan het milieu
environmental
116
milievriendelijk
environmentally friendly
117
eerlijke handel
fair trade
118
voedselrestjes
food scraps
119
scharrel(eieren)
free-range (eggs)
120
onverpakt, los, in het groot
(in) bulk
121
een stortterrein
a landfill
122
een overgebleven sandwich
a leftover sandwich
123
etensrestjes
leftovers
124
plaatselijk, van dichtbij
local
125
biologisch
organic
126
een voorraadskast
a pantry
127
opbrengst (graan, groenten en fruit)
produce
128
recycleerbaar
recyclable
129
herbruikbaar
reusable
130
seizoensgebonden, in het seizoen (over groente en fruit)
seasonal
131
eenmalig te gebruiken
single use
132
een bevoorradingsketen
a supply chain
133
duurzaam
sustainable
134
duurzaam geoogst/geproduceerd
sustainably sourced
135
geen afval
zero waste
136
gretig, enthousiast
eager
137
opgewonden
excited
138
obesitas
obesity
139
obees, zwaarlijvig
obese
140
verdacht
suspicious