voc go Flashcards
tener
tenera, tenerum
teer, zacht
superbia
superbiae
hoogmoed, trots
forma
formae
de vorm, de schoonheid
tangere, o
tetegi, tactum
aanraken, treffen, bereiken
trepidus
a, um
onrustig, angstig
agitare, o
opjagen
prior
-, prius, prioris
vroeger, vorig
discere, o
didici, -
leren
sonare, o
klinken
adhuc
bijwoord
tot nu toe, nog altijd
deprehendere, o
deprehendi, deprehensum
betrappen
iacere, o
iacui, -, liggen
dea
deae
de godin
proudens
-, -, prudentis
vooruitziend, bekend met
sermo
sermonis, m
het gesprek, de taalgebruik
lingua
linguae
de taal, de tong
potestas
potestatis, v
de macht, de bevoegdheid
brevis
-, breve, brevis
kort
minae
minarum
bedreigingen
firmare, o
versterken, bevestigen
portare, o
dragen
comes
comitis, m
de kamer
comes
comitis, m
de kameraad
fidus
a, um
de trouw
stupere, eo
verbijsterd zijn
respicere, io
respexi, respectum
omkijken, rekening houden met
decipere, io
decepi, deceptum
misleiden, ontgaan
imago
imagonis, v
het beeld
coire, eo
coii, coitum
samenkomen
sonus
soni
het geluid, de klank
favere, eo + dat
favi, fautum
gunstig gezind zijn
sperare, o
hopen op
bracchium
bracchii
de arm
collum
colli
de hals
complecti, or
complexus sum
omhelzen
forte
bijwoord
toevallig
libenter
bijwoord
graag
umquam
bijwoord
eens, ooit