voc en plus Flashcards
L’accident de la route
Het verkeersongeval
le passant
De omstaander
avertir
verwittigen ( = waarschuwen)
la législation
de wetgeving
diffuser
verspreiden
comparaitre devant le juge
voor de rechter verschijnen
la victime
het slachtoffer
l’image
het beeld
décéder
om het leven komen
le prévenu
de beklaagde
se constituer partie civile
Zich burgerlijke partij stellen
le procès
De zaak / het proces , de rechtszaak
pour , en raison de
wegens
la violation
de inbreuk
condamner
veroordelen
l’amende
de boete
avec sursis
met uitstel
le jugement / la sentence
het vonnis
exclure / renvoyer
schorsen
l’autorisation
de toestemming
requérir / exiger
Vereisen
la personne concernée
de betrokkene
le droit
het recht
l’ayant droit
de rechtverkrijjgende
le code
het wetboek
punissable , passible de
strafbaar
la peine de prison
de gevangenisstraf
prononcer
uitspreken
supprimer
verwijderen
porter plainte
een klacht indienen
preuve(s)
het bewijsmateriaal
apparaitre
voorkomen
actuel
huidig
actuellement
tegenwoordig
aujourd’hui
vandaag
suspect
de verdachte
partager ( to share )
delen
distribuer
verdelen
mériter / avoit droit à
verdienen
écossais(e) >< l’Ecosse
schots >< Uit schotland
en attende de
in afwachting van
se blesser grièvement
zwaargewoond raken
la défense
de verdediging
valoir , être d’application
gelden
la destruction
de vernietiging
décrire
omschrijven
rendre qqch punissable
iets strafbaar stellen
à grande échelle
grootschalig
la déterioration
de beschadiging
le térritoire
het gebied
affecter , porter atteinte à
aantasten
le pape
de paus
créer , fonder
oprichten
voter en faveur de
stemmen voor
le crime de guerre
de oorlogsmisdaad
à la demande de
in opdracht van
rédiger , formuler
opstellen
décéder
overlijden , overleed , is overleden
la mise en place , l’introduction
de invoering
proposer
voorstellen
le projet de loi
het wetsontwerp
la réforme
de hervorming
consciemment
doelbewust
la santé
de gezondheid
mettre en danger
in gevaar brengen
punir
straffen
mener , guider
leiden
la condamnation
de veroordeling
le code pénal
het strafwetboek
le président (d’une assos )
de voorzitter
l’entreprise
het bedrijf
être jugé , condamné pour
terechtstaan voor
la manifestation
de betoging / manifestatie/ demonstratie
le manifestant
de betoger /manifestatant/ demonstrant
troubler l’ordre ( public )
de (openbare) ordre verstoren
arreter
oppakken ( = arresteren )
innoncent , non coupable
onschuldig
le fauteur de troubles
de ordeverstooder
le devoir
de plicht
la privation de liberté
de vrijheidsberoving
restaurer
herstellen
le trouble
de rel
se créer , naitre
ontstaan ( onstond - onststaan )
l’enquete judiciaire
het gerechtelijk onderzoek
le délit
het misdrijf ( = het delict , het strafbare feit )
commettre
plegen
la distinction , différence
het onderscheid
l’arrestation
de aanhouding ( = de arrestatie )
soupçonner , suspecter
verdenken (verdacht - verdacht)
la mesure , disposition
de maatregel
maintenir , préserver
handhaven
appliquer , mettre en oeuvre
toepassen
la personne arretée
de arrestant
retenir / détenir
Vasthouden ( hield vast - vastgehouden )
le temps de détention/ le délai
de aanhoudingstermijn
la personne de confiance
de vertrouwenspersoon
se conformer à / respecter
naleven / respecteren
examiner
onderzoeken
les installations
de voorzieningen
accuser
beschuldigen
l’outrage / l’insulte à agent
de smaad tegen / aan de politie
rebelle
weerspanning / rebels
s’échapper / fuir
ontsnappen
les menottes
de handboeien
ivre / en état d’ébriété
dronken
arrêter ( = arresteren )
aanhouden ( hield aan - aangehouden )
l’état d’ivresse sur la voie publique
de openbare dronkenschap
désormais
voortaan
l’assistance , l’aide
de bijstand
la proposition de loi
een wetsvoorstel
appouver , adopter une loi
een wet goedkeuren
les nuisances
de overlast
enfermer
opsluiten ( sloot op - opgesloten )
prévenir , alerter
waarschuwen
adapter
aanpassen
mettre au courant / informer/ prevenir
verstwittigen ( informeren , inlichten , op de hoogte brengen )
la modification de la loi
de wetswijziging
impliquer dans , associer à
betrekken ( betrok , betrokken )
effectuer , exécuter
verrichten
louer
huren
notoire
berucht
comparaitre devant le juge
voor de rechter verschijnen
le défaut
het gebrek
une visite importune
ongewenst bezoek
le temoignage
de getuigenis
la garantie locative
de (huur)waarborg
la facture
de rekening / de factuur
le droit
het recht
le décret sur la location d’habitations
het woninghuurdecreet
le but , l’objectif
het doel
l’équilibre
het evenwicht
le bailleur
de verhuurder
le prix abordable
de betaalbaarheid
sans frais
kosteloos / gratis / zonder kost
résilier le contract
een contract opzeggen / verbreken
la rupture
de verbreking
le préavis
de opzeggingsvergoeding
mettre en location
te huur zetten
regretter
betreuren
le propiétaire
de eigenaar
le printemps
het voorjaar
signer un contrat
een contract ondertekenen
la demande
de vraag
le loyer
de huursprijssuce
successif
opeenvolgendconclu
conclure un contrat
een contract sluiten
verser ( sur un compte en banque )
storten
le bail / contrat de location
de huurovereenkomst / het huurcontrac
contourner
omzeilen
l’abus
het misbruik
l’association
de vereniging
être vrai / correct
kloppen
le propiétaire
de kotbaas / de eigenaar / de huurbaas
obliger
verplichten
faible >< fort
zwak >< sterk
la pénurie
de krapte
la marge de négociation
de onderhandelingsmarge
suivre
opvolgen