over de studie spreken Flashcards
l’orientation d’études
de studierichting
la branche / la matière
het vak
l’école maternelle
de kleurterschool
l’école primaire
de lagere school
l’école secondaire
de middlebare school
l’haute école
de hogeschool
l’université
de universiteit
étudier à l’université
studeren aan de universiteit
suivre le cours , aller au cours
de les volgen , naar de les gaan
avoir cours
les hebben
passer un examen
een examen afleggen
reussir en
slagen voor
rater en
zakken voor
la première session
de eerste zit
l’examen de passage
het herexamen
reussir avec satisfaction / ( grande ) distinction
slagen met voldoening / ( grote) onderscheiding
le blocus
de blok (periode)
la dispense
de vrijstelling
obtenir un diplome
een diploma behalen
terminer ses études
afstuderen
le cours de néerlandais
de les Nederlands
le nombre ( d’étudiants)
het aantal (studenten )
l’exemple ( par exemple )
het voorbeeld ( bijvoorbeeld)