Deel 1 Flashcards
le jugement
het oordeel/ het vonnis
juger
oordelen
rendre un jugement
een oordeel / vonnis vellen
condamner
veroordelen
le jugement / la sentence
het vonnis
juger
vonnissen
rendre un verdict
een uitspraak doen
l’acquittement
de vrijspraak
acquitter
vrijspreken , sprak vrij , vrijgesproken
la justice
het gerecht
le tribunal
de rechtbank
la salle d’audience
de rechtzaal
l’audience
de rechtzitting
la jurisprudence
de rechtspraak
le ministère public
het openbaar ministerie , het om
l’enquete
het onderzoek
le juge d’instruction
de onderzoeksrechter
la preuve
het bewijs
l’audition
het verhoor
la détention provisoire
de voorlopige hechtenis
le procureur du roi
de procureur des konings
le procureur
de aanklager
poursuivre
vervolgen
l’accusation
de beschuldiging