voc catilina 1 p2 Flashcards
vastus
a, um: woest
altus
a, um: hoog
nimis
bw: erg
semper
bw: altijd
cupere
io, cupivi, cupitum: verlangen
invadere
o, vasi, vasum: binnendringen
capere
io, cepi, captum: grijpen
parare (preparing)
o: voorbereiden
dominatio
onis: tirannie
libido
dinis: begeerte
dum +ind
vgw: terwijl
dum + conj
vgw: als maar
agitare (agitating)
o: opjagen
augere
eo, auxi, auctum: verrijken
memorare
o: in herinnering brengen
inopia
ae: armoede
coscienta (consciousness)
ae: bewustzijn
ferox
(3) gen ocis: wild
familiaris
is, e: v/d slaven
magis
bw: meer
uterque
utra, utrum: elk van beide(n)
incitare (initiating)
aansporen
corrumpere ( corruption)
o, corrupi, corruptum: vernielen
vexare
o: teisteren
civitas
atis: staat
mos
moris: gewoonte
luxuria
ae: weelderigheid
avaritia
ae: hebzucht
praeterae
bw: bovendien