VO Flashcards
Waar kan chronische ontsteking tot leiden?
metaplasie en fibrotisering
wat zijn gastritis en virale hepatitis voor ontstekingen?
chronische
wanneer komen neutrofiele granulocyten?
- vanaf 4- 24 uur bij ontsteking
- vaak bij bacteriele infectie
- ook bij ischemie of andere prikkels
Wat herkent CD68?
scavenger receptoren (vallen onder ligand receptoren)
wat kleurt CD31 aan?
endotheel van de bloedvaten
wat is een granuloom?
macrofagen opeenhoping van epitheloid karakter: willen pathogeen inkapselen
–> alleen bij chronische ontsteking
wat zijn CD54/ ICAM-1 en CD106/ VCAM-1 op enotheel?
liganden voor adhesie moleculen
waar duid lymofcyten in infiltraat zien op?
chronische ontsteking
Waar duid polymorfe nucleaire leukocyten (PMN) in infiltraat op?
(chronsiche) actieve ontsteking
Wat is er te zien bij non- hodgkin lymfoom?
complete verdringing van klierbuizen bij type MALT
–> maligne ontaarding b- cellen met CD20 aan te kleuren
waar zitten bij hepatitis de meeste ontstekingscellen?
sinusoiden en portal gebied van de lever
waarom zijn er bij hepatits geen neutrofiele granulocyten?
er is geen actieve ontsteking
Hoe zitten b- cellen in de lymfeklier?
gaan van cortex naar paracortex naar medulla
–> in medulla worden ze plasmacellen
waar zitten t- cellen in de lymfeklier?
paracortex maar om uit te treden moeten ze wel via de medulla
waar zitten macrofagen in de lymfeklier?
overal
vooral bij bloedvaten, efferente en afferente vaten
–> nodig voor fagocytose functie