Vlooien Flashcards
1
Q
Wat zijn vlooien?
A
Lateraal afgeplatte ectoparasieten met krachtige springpoten.
2
Q
Welke vlooien komen het meest voor bij honden en katten?
A
Ctenocephalides felis.
3
Q
Wat is de epidemiologie van vlooien?
A
- Permanente ectoparasieten
- Kunnen enkele dagen zonder gastheer overleven
- Regelmatige bloedmaaltijd nodig
- 1 vrouwelijke vlo legt honderden eieren
- Eieren vallen van de gastheer af en ontwikkelen in de omgeving
- Larven schuwen licht en voeden zich met afval en vlooienfaeces
- Larve -> cocon -> nymfe -> volwassen vlo
- Cocon kan tot 1 jaar overleven
- Geschikte omstandigheden: ei -> volwassen vlo in 20-30 dagen
- Ongunstige omstandigheden: tot 1,5 jaar
Jonge vlooien in cocon: belangrijkste besmettingsbron - Besmetting door direct contact met honden/katten
- Actief in zomer/herfst
- Minder seizoensgebonden bij binnenshuis levende honden
4
Q
Wat is vlooienallergie dermatitis (VAD)?
A
- Overgevoeligheidsreactie op antigenen in vlooien speeksel
- Wereldwijd een van de meest voorkomende huidziekten bij honden
- Komt het hele jaar voor (binnen)
- Leeftijdsklasse: 1-3 jaar
- Zeldzaam bij honden < 6 maanden
- Alle rassen zijn gevoelig
5
Q
Wat zijn de symptomen van VAD?
A
- Hevige jeuk
- Rode vlekken door speeksel van vlo (histamine, enzymen)
- Vlooienbeetdermatitis (VBD) en VAD: jeuk, huidletsels
- Acuut stadium: erytheem, alopecie, jeuk, -krabben/likken (staartbasis, flanken)
- Chronisch stadium: hyperpigmentatie, hyperkeratose, verdroging, secundaire infecties
6
Q
Wat zijn de kenmerken van een vlooienbeetdermatitis (VBD)?
A
- Hevige jeuk
- Vaak in de zomer/herfst
- Typische distributie van letsels: caudale rug, staart, perineum, flanken, caudoventraal abdomen, oksel, craniale romp, gegeneraliseerd
7
Q
Hoe diagnoseer je vlooien en VAD?
A
- Anamnese en klinische symptomen (anemie, jeuk, distributie van letsels)
- Vlooien of vlooienfaeces vinden (kommavormig donker gekleurd, nat maken -> rode kleur)
- Vlooienkam gebruiken
- VBD: grote aantallen vlooien
- VAD: weinig vlooien aanwezig
- Positieve respons op intensieve vlooienbestrijding
- Bij twijfel: intradermale huidtest
8
Q
Hoe behandel en voorkom je vlooien bij honden?
A
- Alle in-contactdieren en omgeving behandelen
- VAD: vlooienbestrijding en symptomatische behandeling
- Volwassen vlooien: adulticide
- Larven/eieren in de omgeving: omgevingsbehandeling
- Gebruik insecticiden: strooipoeders, sprays, shampoos, orale tabletten, halsbanden
- Actieve bestanddelen: fipronil, selamectine, imidacloprid, isoxazolines, lufenuron, spinosad, afoxolaner, fluralaner
Specifieke producten: Frontline®, Stronghold®, Advantage®, Advantix®, Advocate®, Bravecto®, Nexgard®, Simparica®
9
Q
Hoe behandel je de omgeving tegen vlooien?
A
- Mechanische reiniging en chemische reiniging
- Stofzuigen (verwijderen en trillingen)
- Insecticide behandeling (spray, poeder, stukje halsband) met residuele werking
10
Q
Wat zijn aandachtspunten bij vlooienbestrijding?
A
- Alle dieren behandelen, niet alleen het dier met klachten
- Gelijktijdig behandelen met geschikt product
- Dosering naar gelang leeftijd en gewicht
- Herhaling van de behandeling
- Niet wassen of zwemmen na behandeling
- Resistentie tegen oudere producten voorkomen
- Behandeling van de omgeving
- Dekens verschonen, stofzuigen, manden buiten niet vergeten