Coccidiosis Flashcards
Wat is coccidiosis en welke organismen veroorzaken het?
Coccidiosis is een infectie veroorzaakt door protozoa zoals Cryptosporidium, Toxoplasma, en Cystoisospora.
Wat is de levenscyclus van Cryptosporidium?
Homoxeen, zonder tussengastheer (TSGH).
Wat is de meest voorkomende coccidia bij honden?
Cystoisospora.
Hoe raken honden besmet met Cystoisospora?
Door opname van gesporuleerde oöcysten via predatie van knaagdieren of het eten van vlees van herkauwers.
Wat is de levenscyclus van Toxoplasma gondii?
Heteroxeen, met honden als facultatieve TSGH en katten als EGH.
Hoe worden honden besmet met Neospora caninum?
Transplacentair of door opname van besmet slachtafval.
Wat zijn de symptomen van een Neospora caninum infectie?
Neuromusculaire symptomen, myositis, paralyse van de achterste ledematen, en mogelijk sterfte.
Hoe wordt coccidiosis gediagnosticeerd?
Fasecontrastmicroscopie, carbol-fuchsine methode, sedimentatie-flotatie methode, serologisch onderzoek (IFT, ELISA).
Wat zijn effectieve behandelingen voor coccidiosis?
Gepotentialiseerde sulfonamiden (Tribrissen®), niet-gepotentialiseerde sulfonamiden, Toltrazuril (Baycox®), en symptomatische behandeling voor Cryptosporidium.
Hoe kan coccidiosis worden gecontroleerd in kennels en kattenkwekerijen?
Goede hygiëne, dagelijks verwijderen van feces, hoge druk met stoom, vermijden van rauw vlees voor honden, en niet kweken met besmette dieren.
Wat is het belang van leeftijd bij Cystoisospora infecties?
Vooral jonge dieren scheiden oöcysten uit en kunnen ernstige diarree, koorts, gewichtsverlies en dehydratatie krijgen.
Wat is de epidemiologie van Cryptosporidium bij honden?
Honden kunnen een reservoir zijn voor mensen en herkauwers, met infectieuze oöcysten uitgescheiden in de feces.
Wat is de prepatente periode (ppp) voor Cystoisospora?
8-11 dagen.
Welke diagnostische methode is specifiek voor Cryptosporidium?
Fasecontrastmicroscopie of carbol-fuchsine methode voor het opsporen van oöcysten.
Wat zijn de symptomen van een Toxoplasma gondii infectie bij honden?
Dyspnee, diarree, braken, intermitterende koorts, progressieve parese, CZS-stoornissen en mogelijk fatale afloop.