verzachtende omstandigheden Flashcards
- Algemene begrippen
- Dit is al een individualisatie van de straf want de rechter kan de uiteindelijke straf bepalen
binnen dit interval. Hij kan hierin rekeninghouden met de omstandigheden van het misdrijf of hetzij diegene die eigen zijn aan de persoonlijkheid van de dader - Echter kan het zijn dat de rechter met omstandigheden wordt geconfronteerd waarin zelf de
wettelijk minimum van de straf inadequaat is
o Hij kan dan verzaO aannemen voor een betere individualisatie van de straf
o !!!De straf kan zo namelijk onder de wettelijk minimum straf gaan
De toepassing van verzaO mag niet verward worden met de sanctie wanneer de duur van de
strafvervolging de redelijke duur overschrijdt
- Want ook dan kan de rechter een straf uitspreken die lager is dan het wettelijk minimum
- Maar doet de rechter dit dan maakt hij geen toepassing van verzachtende omstandigheden
(HvC)
o Ook wanneer de strafrechter een GB uitspreekt beneden het wettelijk minimum omdat
de beklaagde in een precaire financiële situatie zit en bewijst (163 4de lid, 195 6de lid
Sv) maakt hij geen toepassing van de verzaO
!!het SWB houdt noch een definitie, noch opsomming , noch voorbeelden van de verzaO in. Wat moet de rechter doen?
- De rechter oordeelt onaantastbaar over het bestaan van de verzaO tenzij zij wettelijke niet mogelijk zijn (m.b.t. bijzondere wetten)
- Het staat de rechter voorts vrij te de aard te bepalen van de omstandigheden waaraan hij een
verzachtend karakter geeft
o Tenzij de wet zelf reeds aan sommige omstandigheden een verplichte strafvermindering koppelt (bv SVV)
- Wat de uitwerking betreft is de beoordelingsmacht van de rechter bij de straftoemeting beperkt door de grenzen die worden opgegeven in het SWB (art 79 -85 en 566 Sw) in de wet of in de bijzondere strafwetten
VerzaO omstandigheden zijn feitelijke omstandigheden die het misdrijf of de dader betreffen.
Kenmerken
VerzaO zijn facultatief, persoonlijk en judicieel
Facultatief
De strafrechter oordeelt erover onaantastbaar. Hij is nooit verplicht deze aan te nemen in tegenstelling tot de SVV die zich aan de rechter opdringen.
o Neemt hij ze toch aan dat moet hij uitdrukkelijk in zijn beslissing de omstandigheden
die hij als verzachtend in aanmerking neemt
Persoonlijk
zoals de SVV hebben verzaO komen ze toe aan diegene waarop de
omstandigheden toepasbaar zijn, en dus niet collectief op alle deelnemers van het misdrijf
judicieel
De strafrechter bepaalt wat als verzaO aanvaard wordt of niet.
o Tegenstellend de SVV zijn in beperkende wijze in de strafwet opgenomen
o De rechter kan voor de verzaO zowel objectieve elementen m.b.t. de feiten of
subjectieve elementen m.b.t. de dader in acht nemen
▪ De aard van de verzaO is dus zeer uiteenlopend
- Beoordeling van de verzaO: Wettelijke toelaatbaarheid
(I) Misdrijven omschreven in het SWB
(II) Misdrijven omschreven in bijzondere wetten of verordeningen
Beoordeling van de verzaO: Wettelijke toelaatbaarheid:Misdrijven omschreven in het SWB
Voor alle misdrijven omschreven in het SWB kunnen verzaO worden aangenomen, er zijn
verschillende regels naargelang de aard van het misdrijf:
Beoordeling van de verzaO: Wettelijke toelaatbaarheid:Misdrijven omschreven in bijzondere wetten of verordeningen
Of verzaO al dan niet aanvaard mogen worden en of ze strafvermindering meebrengen hangt af van de
aard van de straf:
- Misdaden:
Algemene regels Boek I worden toegepast (79-84 Sw) worden toegepast
▪ Behalve indien de bijzondere wet of verordening daarvan afwijkt - Wanbedrijven:
volgens art 100 Sw geen toepassing van verzaO
▪ Behalve wanneer de bijzondere wet of verordening dit uitdrukkelijk toestaan - Of toepassing art 85
- Of eigen regeling in bijzondere wet of verordening
o De meeste bijzondere wetten bepalen uitdrukkelijk de toepassing van verzaO
Overtredingen
o Geen toepassing verzaO
▪ 566 Sw is enkel van toepassing op de overtredingen omschreven in het SWB en niet op overtredingen in de bijzondere strafwetten
▪ Deze bijzondere wetten moeten een specifieke bepaling hebben voor de toepassing van de verzaO
Bevoegde organen
De beoordeling komt toe aan de
* Vonnisgerechten
o verzaO worden gebruikt om de straf te individualiseren
* het OM, de onderzoeksgerechten
o verzaO wordt gebruikt als louter juridische-technisch m.b.t. de bevoegdheid van de
vonnisgerechten
o de stijlformules worden vooral gebruikt om te vermijden dat de zaak naar het HvA
wordt verwezen
▪ als reeds verzaO worden aangenomen door het OM of de onderzoeksgerechten om het misdrijf bij een lagere RB aanhangig te maken dan mag deze RB niet nog eens verzaO aannemen in het kader van de
straftoemeting
Onderzoeksgerechten
Wanneer de wet het aannemen van verzaO toelaat, kunnen de OZG ervan gebruik maken om de zaak
naar een lagere RB te verwijzen waarin die mogelijkheid openstaat op grond van art 2 wet 04/10/1867
* art 150 GW: kan niet voor politieke of drukpersmisdrijven → steeds HvA
Correctionalisering en Contraventionalisering
Correctionalisering is een rechtsfiguur in het Belgisch strafrecht waarbij een misdaad wordt gedenatureerd tot een wanbedrijf en ook als zodanig zal worden bestraft. Gelijklopend met de correctionalisering is de contraventionalisering, waarbij een wanbedrijf wordt gedenatureerd tot een overtreding.
(II) Openbaar ministerie
Het Om beschikt over de dezelfde bevoegdheden als de OZG indien geen gerechtelijk onderzoek is
gevorderd. → het OM kan ook verzaO opnemen in de dagvaarding.
* Voor de correctionalisering door het OM is het ook enkel mogelijk in de gevallen van art 2 3de
lid van de wet van 04/10/1867
* De vonnisgerechten kunnen zich wel onbevoegd verklaren tav de verzaO die door het OM
worden aangenomen