Genade Flashcards
Begrip
Het genaderecht = het recht om straffen kwijt te schelden of te verminderen.
Het behoort tot de soevereine beoordelingsmacht v.d. koning als drager v.d. uitvoerende macht en
steunt op de art. 110 GW (straffen) en 87 Sw (onbekwaamheden).
- Dit heeft enkel betrekking op de uitvoering v.d. straf, het is geen grond van verval v.d. straf (in tegenstelling tot amnestie)
procedure?
Er is geen enkele procedure bepaald en de geldigheid hangt dan ook niet af v.d. naleving van bepaalde
procedurevoorschriften, aangezien de Koning soeverein oordeelt hoe en wanneer hij maatregelen van genade neemt. In de praktijk zijn wel regels vastgelegd in ministeriële circulaires. Meestal zal de
minister van justitie het advies v.h. parket, dat de vervolgingen geleid heeft, inwinnen.
Genade kan een correctief zijn tegen de soms onbillijke gevolgen die uit noodzakelijkerwijze
algemeen gestelde wetten kunnen voortvloeien. Het laat toe, voor elke zaak in concreto beschouwd,
ten aanzien v.d. uitgesproken straffen rekening te houden met de omstandigheden die zich na de
rechterlijke uitspraak hebben voorgedaan
Waarom is genade gevaarlijk?
Nochtans betekent het genaderecht ook een GEVAAR omdat het de werking v.h. gerecht ongedaan kan maken.
Kan het ambtshalve gebeuren?
Kan ambtshalve worden verleend of op verzoek v.d. veroordeelde of van gelijk wie die er in zijn
voordeel om verzoekt (Bv. PdK die dit vraagt bij veroordeling tot een onwettige straf).
- Bij een veroordeelde minister of lid ve gemeenschaps- of gewestregering kan het enkel op
verzoek v.d. Kamer van VV of de betrokken raad (art. 111 GW).
De instemming v.d. veroordeelde is niet vereist, hij kan de genade niet weigeren. De Koning kan
genade verlenen niettegenstaande een vroegere verwerping v.h. genadeverzoek.
Draagwijdte van het genaderecht:
Alle straffen zijn vatbaar voor genade.:
* De Koning kan een hoofd- of bijkomende straf geheel of gedeeltelijk kwijtschelden of ze in
een andere zachtere straf omzetten
o De genade kan de toestand v.d. veroordeelde niet verzwaren
* Bij de omzetting mag geen straf zijn die in ons strafstelsel niet is bepaald. Dit zou immers
neerkomen op een miskenning van art. 14 GW, aangezien in dat geval een straf zou worden
toegepast die niet krachtens een wet was bepaald.
* De Koning kan aan het verlenen van genade voorwaarden of een proeftijd verbinden.
Het genadebesluit betreft in de regel slechts een bepaalde veroordeelde = individueel gratiebesluit; →
deze worden niet bekendgemaakt.
- daarnaast kunnen ook collectieve genadebesluiten (vroeger was dit op verjaardagen v.d.
koninklijke familie of om de druk op de gevangenissen te verlichten) worden genomen; deze
worden wel in het BS bekendgemaakt
Voorwaarden
Enkel mogelijk voor straffen uitgesproken bij een onherroepelijke veroordeling kunnen het voorwerp
van een genademaatregel uitmaken.
- Nog niet definitief geworden rechterlijke uitspraken zijn uitgesloten want dan zou de UVM
zich mengen in het domein van de RM
Alleen straffen, dus beveiligingsmaatregelen niet
- In art. 87 Sw. wordt gesproken van onbekwaamheden door de rechter uitgesproken of door de
wet aan sommige veroordelingen verbonden. Dit artikel is in feite overbodig, gelet op de
algemeenheid van het art. 110 GW.
o Men doelt hier op de onbekwaamheden die een straf zijn (bv. de ontzetting uit de
rechten vermeld in art. 31 Sw.), maar niet de onbekwaamheden die geen straf
uitmaken (bv. De uitzetting uit het recht te sturen wegens fysieke onbekwaamheid).
o Art. 8 Kieswetboek bepaalt een uitdrukkelijke uitzondering op de regel van art. 87
Sw.
▪ = er kan geen genade worden verleend voor de schorsing van de uitoefening
van het kiesrecht of voor de uitsluiting ervan
d. Gevolgen
De genade betreft alleen de uitvoering v.d. straf. De veroordeling en de straf als zodanig blijven
bestaan. Je kan de straf gewoon niet meer uitvoeren.
Uit het feit dat de genade enkel de uitvoering treft volgt:
- Bij het berechten wegens een nieuw misdrijf, de veroordeelde die genade heeft gekregen voor
een vroegere veroordeling, toch ingevolge die veroordeling in staat van herhaling kan
verkeren - De begenadigde veroordeling, in geval van nieuwe vervolgingen de opschorting van de
uitspraak van de veroordeling of het uitstel in de weg kan staan - De veroordeelde nog steeds zekere buitengewone rechtsmiddelen kan aanwenden, zoals
herziening of het herstel in eer en rechten,… - Genadeverlening geen terugwerkende kracht heeft, zodat de straffen die reeds ondergaan zijn
of het gedeelte ervan dat ondergaan werd, niet onder toepassing van de genade vallen
Uitzondering op het feit dat genade geen terugwerkende kracht heeft?
Uitzondering = geldboeten (wet van 23 december 1907): Zijn wel vatbaar voor
teruggave voor zover de veroordeelde zijn genadeverzoek heeft ingediend binnen de
twee maanden na de uitspraak v.d. veroordeling gewezen op tegenspraak of na de
betekening ervan in geval van veroordeling bij verstek