Verlichting Flashcards

1
Q

Wanneer was de Verlichting

A

1700-1800

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet dit in het duits

A

Die Aufklärung

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat hield deze stroming in

A

Filosofen en schrijvers wilden de mens bevrijden van zijn onmondigheid. Mens zelf onderzoeken en kritisch denken door rede/verstand. Men streefde naar waarheid, vrijheid en geluk. Opvoeding van de mens tot verantwoordelijk, kritisch denken en tolerant burger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekenen de begrippen Vernunft en Ratio

A

Vernunft: verstand
Ratio: ratio/rede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was de kern van de verlichting

A

het verstand dient als maatstaf voor het persoonlijk handelen, aandacht voor het hier en nu i.p.v. het hiernamaals. Men heeft een positief en mensbeeld. Tolerantie in geloof en opvoeding en emancipatie van onderdrukte mensen stond centraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem een bekende Franse, Engelse en Duitse filosoof uit deze tijd?

A

René Descartes, Voltaire, Denis Didérot
John Locke, David Hume
Immanuel Kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem twee belangrijke werken van Immanuel Kant

A

Kritik der reinen Vernunft
Kritik der praktischen Vernunft
Kritik der Urteilskraft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef aan hoe hij de mens ziet en waarom opvoeding zijn belangstelling had

A

Kant analyseert onze denkwijzen en schetst de mens als een zelfdenkend wezen. Door slechts opvoeding en opleiding kon er een betere mens en betere wereld ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat voor teksten werden er geschreven?

A

Filosofische werken, toneelstukken, essays, epigrammen, fabels en gedichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe zag Duitsland er in deze tijd politiek gezien uit?

A

Duitsland bestond in die tijd uit vele koninkrijkjes. Veel vorsten bleven absolutistisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke Duite vorst wordt tot het verlichte vorsten gerekend?

A

Friedricht 2/Friedrich der Große: Pruisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem voorbeelden waaruit blijkt dat hij een verlichte vorst was.

A

Iedereen was voor de wet gelijk, hij schafte marteling af en was tolerant tegenover andere geloven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke opvattingen had Johann Christoph Gottsched over theater?

A

Alleen wat waarschijnlijk was, alleen adellijke hoofdpersonen, burgers en lagere standen in komedies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent Ständeklausel?

A

Dat adellijke personages in tragedies voorkomen en burgers en lagere standen in komedies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het principe van Aristoteles?

A

Eenheid van tijd, plaats, handeling; na elkaar, zelfde plaats alsof je erbij was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke schrijver had kritiek op Gottsched?

A

Gotthold Ephraim Lessing

17
Q

Wat was de rol van de schrijver en wat wilde hij met het theater bij het publiek veranderen?

A

De schrijver hoefde niet aan de regels te houden, wel zijn creatieve kracht te gebruiken. Vrees, medelijden op te wekken, mens wordt beter en deugdelijker.

18
Q

Hoe was de klassieke gedachte over toneelspelers en hoe denkt Lessing hierover?

A

De klassieke gedachte van noodlot en wil der goden of het middeleeuwse schema van zonde en genade, maakt in de Verlichting definitief plaats voor de mens met al zijn zwakheden, fouten en eigen verantwoordelijkheid.

19
Q

Wat voor teksten schreef Lessing?

A

Hij schreef essays, epigrammen, fabels, gedichten en toneelstukken.

20
Q

Waarover gaat het stuk Nathan der Weise?

A

Nathan der Weise is een toneelstuk waarin Lessing een pleidooi houdt voor humaniteit en verdraagzaamheid.

21
Q

Wat wil Lessing met de Ringparabel duidelijk maken?

A

De vraag naar de waarheid van godsdiensten, valt voor Lessing samen met de vraag naar welk geloof het meeste bijdraagt aan vrede, geluk, liefde in de wereld.