Varkens

Question 1

Answer 1

Everzwijn (W-Azië, mogelijk ook Z.O.-Eur, N-Afr en Egypte):

ook wel Sus scrofa ferus, hiervan zijn de Westerse tamme varkens afkomstig (ookwel Sus scrofa domesticus). Kenmerken: dikke huid die stug en lang behaard is, is smal en kort, kop is relatief groot en voorhand veel omvangrijker dan achterhand, schofthoogte veel hoger dan kruishoogte, jongen/frislingen hebben gestreept haarkleed.

Question 2

Answer 2

Deens Landras (DEN):

wit, neerhangende oren, zeer lange rug, lange snuit, hoogbenig, matige hamontwikkeling, zeer mager, groeien goed, vroegrijp en vruchtbaar

Question 3

Answer 3

Europese Landrassen (DUI, NL, FR):

wit, groot formaat, neerhangende oren, lange snuit, lange rug, nogal sterk behaard, vroegrijp, vruchtbaar, ruim ontwikkeld

Question 4

Answer 4

Belgisch Landras (BE):

zo veel mogelijk spier, breed, korte hals, sterk gespierde bolronde hammen puilen uit, achterhand beter ontwikkelt dan voorhand, mager, stressgevoelig, wit, neerhangende oren

Question 5

Answer 5

Piétrain (BE):

bont wit-zwart, rechtopstaande oren, allerbeste slagersvarken ter wereld, sterke bevleesdheid, ruggengraat ook verzonken tussen rugspieren, korte en brede hals en rug, zeer lange en bolronde hammen die uitpuilen tot aan de sprong, buik matig ontwikkeld, mager, stressgevoelig, dunne huid met bijna geen onderhuids vet, onvoldoende vruchtbaar -> inkruisen

Question 6

Answer 6

Large White (Yorkshire) (GB):

grootste en zwaarste ras ter wereld, hoogbenig en smal, opgebogen rug, weinig ontwikkelde hammen, wit en vrij sterk behaard, vrij grote en brede kop, rechtopstaande en vrij lange oren die behaard zijn en naar buiten gericht, spekkige wangen, lichte kaken, brede en korte snuit, stressongevoelig, goede vleeskwaliteit, robuust, goede vruchtbaarheid, vrij snelle groei, vette karkassen

-> inkruising moederlijnen

Question 7

Answer 7

Mangalitza (Hongarije en de Balkan):

‘wolvarken’, grijsgrauw en bedekt met dichte vaalgele onderwol waarboven borstelig bruin kroezelhaar uitsteekt, kunnen tegen gure weersomstandigheden, primitief en rustiek; laatrijp, matig vruchtbaar, groot formaat met ijzersterke ledematen en keiharde zwarte klauwen, lange wroetsnuit die zwart is, hangende oren -> inkruising verharding

Question 8

Answer 8

Duroc (N-Am):

homogene kleur van helrood tot donkerbruin, sterk behaard, soms kleine zwarte vlekken, neerhangende oren, groot, lange opgebogen rug, goed gespierd maar nogal vet, stressongevoelig, rustig, vroegrijp, snel groeiend, vruchtbaarheid is matig, intramusculair vet

-> kruising voor malsheid

Question 9

Answer 9

Hampshire (N-Am):

zwart met brede witte singel rondom schoft/schouder en voorpoten, middelgroot, nogal korte ledematen, fijne kop, spitse en lange snuit, rechtopstaande oren, vrij grof behaard, vruchtbaar, vooral rug en hammen goed gespierd, stressongevoelig, meest gevleesd slagersvarken in USA -> inkruisen

Question 10

Answer 10

Meishan (China):

zwartbont of bruingrijs, zeer vet, zeer hoge vruchtbaarheid, leidt tot geringe embryonale sterfte, rimpelig, dikhuidig, lange zadelrug, afhellend kruis, opgezette vetbuik, sterk gerimpelde zware kop met lange ingedeukte snuit, grote/zeer lange neerhangende oren

-> vroeg geslacht (levensduur korter dan drachtduur)

Question 11

Answer 11

Hangbuikvarkens (China):

overmatige vervetting voornamelijk bij de buik, vroegrijp en vruchtbaar, weinig vlees, eenkleurig zwartgrijs of zwartbont, korte gedrongen kop met een duidelijke indeuking van de neusrug, oren zijn klein en spits, korte ledematen, huid relatief dik en vaak geplooid, aangepast aan ongunstig omgeving en hard klimaat