Schaap Flashcards
Merinos (oorspronkelijk type):
zeer fijn nogal lang gekrulde witte wol (ook op voorhoofd), rammen zijdelings vd kop opgerolde hoornen, ooien hoornloos
= wol
Leicester Longwool (GB):
langwollig, wol is grof, gekruld en glanzend, wolkuif die over het voorhoofd valt, poten niet bewold, hoornloos en volledig wit
= gebruikt bij rasverbetering van de meeste langwolschapen, wolschaap
Lincoln Longwool (GB):
langwollig, overvloedige voorhoofdskuif, poten zijn geheel bewold, wol overvloedig en glanzend, wit en hoornloos, wolvezels uitzonderlijk lang
= wolschaap (inkruisingen)
South Down (GB):
middellangwollig, hoornloos, witte wol, poten bedekt met korte wol, neus/poten bleekgrijs getint, driehoekig hoofd met korte oren
= vleesras
Hampshire Down (GB):
middellangwollig, witte wol, hoornloos, oren lang en zwart net als gezicht en poten, voorhoofd/wangen/ledematen bedekt met dichte korte wol, wolkuif
= vleesras (vrij vet, dus niet te laat geslacht, paaslammeren)
Suffolk Down (GB):
middellangwollig, witte wol, hoornloos, zware langgerekte kop en poten diepzwart en onbewold (kan (witte) aftekeningen hebben), (op afbeeldingen kort wolliger dan maximum)
= vleesras (paaslammeren)
Texel (NL):
zeer korte hals, hoornloos, volledig wit (ook blauwe Texel), kop/ledematen onbewold
= vleesschaap
Ile de France (FR):
geheel wit, hoornloos, groot en kortbenig, plompe kop draagt voorhoofdskuif, gezicht/ledematen onbewold, roze neus en lippen
= vlees-wolschaap
Bleu du Maine (FR):
blauwgrijze onbewolde ledematen/lange kop met breed voorhoofd, mondslijmhuid zowat zowat zwart, witte wol, hoornloos
= vleesschaap
Lacaune (FR):
wit, kop/hals/ledematen/buikstreek zijn niet bewold maar behaard, hoornloos, lange rechte kop, lange neerhangende oren, wol nogal kort, middellang tot lange staart
= Franse melkschaap
Vlaams (Belgisch) Melkschaap (BE):
wit, trapezoidaal, hoornloos, lange kop met lange voorwaarts gerichte oren, ledematen en dunne lange staart onbewold, wol is lang en halffijn
= melkschaap
Fins Landschaap (FIN):
wit, kop/poten onbewold, kleine oren, hoornloos, korte staart
= veelzijdigheid, zeer vruchtbaar
Romanov (steppegebied beneden-Wolga in Rus tot aan Kaspische Zee, nu ook vooral in FR en Dui):
rammen meestal gehoornd, ooien hoornloos, kop, staart, poten onbewold en zwart gepigmenteerd, op poten kunnen witte aftekeningen voorkomen, de kop heeft minstens een kol, grauwblauwe wol (witte + zwarte inmenging van wolharen), schaal gespierd
= zeer vruchtbaar, dus ingekruist in vleesrassen
Vetstaartschaap (als type):
in subtropische landen, vetreserve in staart
= neemt allerlei vormen aan, lang, breed, recht, kort, krom, veranderd seizoensgebonden
Vetstuitschaap (als type):
in subtropische landen, vetreserve wordt opgeslagen in de stuit, er zit dan veel vet achter de zitbeenknobbels, voor de staartinplanting