Value Proposition Canvas Flashcards

1
Q

Waar bestaat het VPC uit? (Klant…)

A

Klanttaken, klantpijnpunten en klantvoordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 4 klanttaken zijn er?

A
  1. Functionele taken
  2. Sociale taken
  3. Emotionele taken
  4. Ondersteunende taken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 klantpijnpunten zijn er?

A
  1. Ongewenste resultaten
  2. Hindernissen
  3. Risico’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 4 klantvoordelen zijn er?

A
  1. Vereiste voordelen
  2. Verwachte voordelen
  3. Gewenste voordelen
  4. Onverwachte voordelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorbeeld “functionele taken”

A

Specifieke taken die een klant probeert uit te voeren, zoals samenvatting schrijven, boodschappen doen, de bus nemen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorbeeld “sociale taken”

A

Dit zijn taken die beschrijven hoe klanten graag door andere gezien willen worden zoals, er hip uitzien, slim overkomen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbeeld “persoonlijk/ emotionele taken”

A

De emotionele toestand die een klant nastreeft zoals, gewaardeerd voelen, tevreden zijn, voldaan voelen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorbeeld “ondersteunende taken”

A

De taken die in de context van het verkrijgen en gebruiken van waarde uitgevoerd worden zoals, in de rij staan bij de kassa, afrekenen, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeeld “ongewenste resultaten”

A

Aspecten die klanten niet leuk vinden aan de taak zoals, achterlaten verkeerde indruk, lange wachtrij ziekenhuis, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorbeeld “hindernissen”

A

Aspecten die een klant verhindert om zelfs aan de taak te beginnen, zoals geen geld om de taak uit te voeren, geen geld, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorbeeld “risico’s”

A

Aspecten die verkeerd kunnen gaan en negatieve gevolgen hebben voor de klant, zoals imago schade, financiële tegenvaller, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorbeeld “vereiste voordelen”

A

Voordelen die essentieel zijn voor het uitvoeren van een taak, zoals bellen met een telefoon, internet kunnen gebruiken op een laptop, de auto kunnen rijden, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorbeeld “verwachte voordelen”

A

Voordelen die klanten als vanzelfsprekend zien, zoals lange levensduur batterij, oplader bijgeleverd krijgen bij aanschaf nieuwe telefoon, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorbeeld “gewenste voordelen”

A

Voordelen die verder gaan dan de verwachtingen, maar die alleen worden erkend als deze worden voorgesteld aan de klant, zoals gratis basiscursus bij aankoop van een iPad, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voorbeeld “onverwachte voordelen”

A

Voordelen die de verwachtingen overstijgen, zoals goede bonus bij AH, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly