v6 T19 Ka's 31tm49 Flashcards

1
Q

ontstaan industriële samenleving

A

De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Slechte woon- en werkomstandigheden arbeiders

A

Discussies over de ‘Sociale Kwestie’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Periode modern imperialisme : Europese landen koloniseren en besturen Afrika en Azië

A

De moderne vorm van Imperialisme die verband hield met de industrialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

emancipatiebewegingen streven naar sociale en/of juridische gelijkheid

A

De opkomst van emancipatiebewegingen: feminisme, confessionalisme, abolitionisme, socialisme (4)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1848: liberale grondwet: parlement heeft de hoogste macht (volkssoevereiniteit):
- ministeriële verantwoordelijkheid
- censuskiesrecht

A

Voortschrijdende democratisering met de deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het democratische proces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Conservatisme (conservare = bewaren)

A

De opkomst van politiek maatschappelijke stromingen: nationalisme, conservatisme, liberalisme, socialisme, feminisme, confessionalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tweede Industriële Revolutie (vanaf 1875): toepassing van staal, verbrandingsmotoren en elektriciteit

A

De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massa-organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

anti democratie, anti kapitalisme

A

De opkomst van totalitaire ideologieën: fascisme en communisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

beurskrach 1929

A

De crisis van het wereldkapitalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

moderne wapens: tank, gifgas, vliegtuig, mitrailleur

A

Het voeren van de twee wereldoorlogen: de eerste wereldoorlog en de tweede wereldoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

rassenleer: mensheid is verdeeld in ongelijkwaardige rassen

A

Racisme en discriminatie leiden tot genocide, in het bijzonder op joden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nazidictatuur 1940-1945

A

De Duitse bezetting van Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

WOII in Azië beëindigd door atoombommen op Hiroshima en Nagasaki/Japan

A

Verwoestingen op niet eerder getoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

antikolonialisme: begint in Azië; Afrika volgt later

A

Vormen van verzet tegen het west-Europese imperialisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

1945-1989: Koude Oorlog: permanente oorlogsdreiging (WOIII/atoomoorlog)

A

De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging op een atoomoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dekolonisatie van Azië en Afrika

A

De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld

17
Q

supranationale organisatie: organisatie staat boven de afzonderlijke landen

A

De eenwording van Europa

18
Q

welvaartsstijging/consumptiemaatschappij

A

De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren ‘60 van de 20e eeuw leidde tot sociaal-culturele veranderingsprocessen

19
Q

globalisering: mensen over de hele wereld zijn steeds meer met elkaar verbonden

A

De ontwikkeling van multiculturele en pluriforme samenlevingen