China jaartallen + ka's Flashcards

1
Q

221 v. Chr

A

Stichting Chinese keizerrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

15e tm begin 20e eeuw

A

Qing dynastie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cultuur stelsel Ned. Indië

A

1830-1870

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Opiumoorlogen

A

1839-1860

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1842

A

Verdrag van Nanking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1858

A

Verdrag van Tianjing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Taipingopstand

A

1851-1864 (Zuid-China, leider Hong waant zich Jezus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nianopstand

A

1853-1864 (Noord-China)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zelfversterkingsbeweging

A

1861-1898

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Agrarische wet Ned. Indië

A

1870

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bokseropstand

A

1899-1901

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

+- 1900

A

Voogdijgedachte + ethische politiek (Ned. Indië)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

1911

A

Revolutie: einde keizerrijk China

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

1912

A

Republiek China uitgeroepen door Sun Yat-sen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

1912-1916

A

Machtsovername Yuan Shikai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

WO1

A

1914-1918

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

1919

A
  • 4 mei: Ontstaan 4 mei beweging
  • 28 juni: Verdrag van Versailles
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

1921

A

Oprichting CCP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

1927

A
  • Oprichting Partai Nasional Indonesia / Soekarno
  • Chiang Kai Shek herstelt nationaal gezag -> militaire dictatuur, nationalisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Burgeroorlog com. en nat. China

A

1927-1949

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

1931

A

Japan bezet Mantsjoerije

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

WOII in China

A

1937-1945

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

1945

A
  • Atoombom op Nagasaki + Hiroshima // Japanse capitulatie
  • Oprichting VN; Taiwan lid als ‘China’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

1945-1949

A

Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (/ politionele acties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

1949

A
  • Volksrepubliek China wordt uitgeroepen
  • Chiang Kai-shek vlucht naar Taiwan
  • NL erkent ID
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Koude Oorlog

A

1945-1991

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Vietnamese onafhankelijkheidsoorlog

A

1945-‘54

28
Q

1949

A
  • Stichting volksrepubliek China
  • Chiang Kai-Shek vlucht naar Taiwan
  • NL erkent ID
29
Q

Vietnamoorlog

A

1954-1975

30
Q

Begin Rode Schisma

A

1956

31
Q

Grote Sprong Voorwaarts China

A

1958-62

32
Q

1962

A

Definitieve breuk Cn/Ru

33
Q

Culturele Revolutie China

A

1966-1969

34
Q

1971

A

China permanente lid VN-veiligheidsraad

35
Q

1972

A

Toenadering diplomatieke banden VS/CN

36
Q

Mao sterft

A

1976

37
Q

1978

A

Vier Moderniseringen Deng Xiaoping

38
Q

1989

A

Studenten demonstraties Beijing

39
Q

1993

A

Jiang Zemin president CN

40
Q

1997

A

Overdracht Hongkong aan CN

41
Q

1999

A

Teruggave Macao aan CN

42
Q

2001

A
  • CN lid WTO
  • Al Qaida aanval Twin Towers
43
Q

Introductie Nieuwe Zijderoute Xi Jinping

A

2013

44
Q

Tijdvak 8

A

1800-1900

45
Q

Tijdvak 9

A

1900-1950

46
Q

Tijdvak 10

A

1950- heden

47
Q

Ontstaan industriële samenleving

A

De Industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving (8)

48
Q

Slechte woon- en werkomstandigheden arbeiders

A

Discussies over de ‘sociale kwestie’ (8)

49
Q

Periode modern imperialisme

A

De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie (8)

50
Q

Democratische revoluties

A

De opkomst van emancipatiebewegingen: feminisme, socialisme, confessionalisme, abolitionisme (8)

51
Q

Uitbreiding census-kiesrecht

A

Voortschrijdende democratisering met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het democratische proces (8)

52
Q

Conservatisme

A

De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, conservatisme, confessionalisme, socialisme, feminisme (8)

53
Q

Tweede industriële revolutie

A

De rol van moderne propaganda en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie (9)

54
Q

Anti-kapitalisme, anti-democratie

A

Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologie: het fascisme en het communisme (9)

55
Q

Kapitalisme

A

De crisis van het wereld-kapitalisme (9)

56
Q

Moderne wapens

A

Het voeren van de twee wereldoorlogen: WOI en WOII (9)

57
Q

Discriminatie

A

Racisme en discriminatie leiden tot genocide, in het bijzonder op Joden (9)

58
Q

Nazidictatuur

A

De Duitse bezetting van Nederland (9)

59
Q

WOII in Azië beëindigd door atoombommen

A

Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogvoering (9)

60
Q

Anti-kolonialisme

A

Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme (9)

61
Q

VS vs SU

A

De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop met de daaruit voortvloeiende dreiging op een atoomoorlog

62
Q

Dekolonisatie Azië / Afrika

A

De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld

63
Q

Supranationale organisaties

A

De eenwording van Europa

64
Q

Vanaf jaren ‘60: welvaartsstijging

A

De toenemende westerse welvaart in de jaren ‘60 van de 20e eeuw die aanleiding gaf tot sociaal-culturele veranderingsprocessen

65
Q

Globalisering

A

De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen