unit 1 lesson 2 en ne Flashcards
1
Q
address
A
aanpakken
2
Q
advance
A
(be) vorderen
3
Q
annually
A
jaarlijks
4
Q
appalled
A
geschokt
5
Q
bias
A
vooroordeel
6
Q
bunch of
A
groep ( mensen)
7
Q
condition
A
aandoening
8
Q
cruciate ligament
A
kruisband
9
Q
devoted
A
toegewijd
10
Q
disability
A
handicap, beperking
11
Q
disapprove of
A
afkeuren
12
Q
distinguish
A
onderscheid maken
13
Q
furious
A
woedend
14
Q
implications
A
gevolg
15
Q
legitimate
A
gerechtvaardigd